Leerdocument: Geavanceerde
Basiskennis Sport, Bewegen en
Gezondheid 1
Hoofdstuk 1: Anatomie van het Bewegingsapparaat
1. Skelet en Gewrichten
o Het skelet biedt structuur, stabiliteit en bescherming en dient als
aanhechtingspunt voor spieren. Verschillende gewrichten maken
verschillende bewegingspatronen mogelijk.
o Theorie: Een kogelgewricht, zoals het schoudergewricht, biedt de
grootste bewegingsvrijheid (drie assen) maar is daardoor ook
kwetsbaarder voor luxaties. Een scharniergewricht zoals de knie kan
slechts in één vlak bewegen, wat voor stabiliteit zorgt maar de mobiliteit
beperkt.
o Klinisch inzicht: Bij veel herhaalde bewegingen, zoals
schouderrotaties bij een werper, kan door repetitieve belasting slijtage
optreden in het kogelgewricht, wat uiteindelijk leidt tot blessures zoals
impingement.
o Oefening: Analyseer de bewegingsvrijheid en stabiliteit van een
kogelgewricht en een scharniergewricht door verschillende oefeningen
te doen zoals een armcirkel (schouder) en squat (knie). Bespreek hoe
je deze kennis kunt gebruiken om blessurepreventieprogramma’s op te
stellen.
2. Spieren en hun Functie
o Spieren zijn opgebouwd uit spiervezels die samentrekken en
ontspannen. Ze werken in paren van agonist en antagonist, en
ondersteunen het bewegingsapparaat in verschillende richtingen.
o Theorie: De biceps brachii en triceps brachii werken als antagonist-
agonistpaar voor de elleboog. Tijdens contractie trekt de agonist
(biceps bij armflexie) het gewricht aan, terwijl de antagonist (triceps)
languit gestrekt blijft. Deze samenwerking zorgt voor gecontroleerde
bewegingen.
o Toepassing: Bij krachttraining is het verstandig om agonist- en
antagonistspieren in evenwicht te trainen om onevenwichtige
spierontwikkeling en blessures te voorkomen.
o Oefening: Ontwikkel een trainingsprogramma waarbij zowel de agonist
als antagonist voor elke spiergroep wordt getraind. Bespreek met je
medestudenten hoe dit de stabiliteit van gewrichten kan bevorderen.
, 3. Basisbewegingen en Terminologie
o Bewegingen worden beschreven in termen van richting en het
betrokken lichaamsdeel, zoals abductie (van het lichaam af) en
adductie (naar het lichaam toe).
o Toepassing: Bij revalidatietrainingen voor bijvoorbeeld knieblessures,
is het cruciaal om te begrijpen hoe abductie en adductie van de heup
de stabiliteit van de knie beïnvloeden. Een zwakke abductie van de
heup verhoogt de kans op inwaartse draaiing van de knie.
o Oefening: Demonstreer de bewegingsrichtingen (flexie, extensie,
abductie, adductie, endorotatie en exorotatie) aan een medestudent en
maak een overzicht van veelvoorkomende blessures bij verkeerd
uitgevoerde bewegingen.
Hoofdstuk 2: Energiesystemen
1. Overzicht van Energiesystemen
o Het lichaam kent drie belangrijke energiesystemen:
ATP-CP (anaëroob alactisch): Voor korte, explosieve
inspanningen, zoals sprinten of gewichtheffen.
Anaërobe glycolyse (lactisch): Voor middellange
inspanningen, zoals 400-meter sprints, waarbij melkzuur als
bijproduct ontstaat.
Aëroob systeem: Voor langdurige inspanningen zoals
duursporten, waarbij het lichaam zuurstof gebruikt om vetten en
koolhydraten te verbranden.
o Verdieping: De ATP-CP-voorraad in spieren is beperkt en wordt
binnen 10 seconden uitgeput. Bij intensieve inspanningen verbruikt het
lichaam vervolgens glucose via glycolyse, wat leidt tot lactaatproductie
en verzuring. Het aërobe systeem kan uren energie leveren maar
vereist zuurstof en is daarom trager in opstarten.
o Oefening: Vergelijk een 100-meter sprint met een marathon wat betreft
de gebruikte energiesystemen, en bedenk trainingsmethodes die beide
systemen verbeteren.
2. ATP-productie en Energieverbruik
o ATP is de directe energiebron voor spiercontracties. ATP-productie
verschilt per energiesysteem in snelheid en efficiëntie.
o Toepassing: Voor duursporters is een goed ontwikkeld aëroob
systeem essentieel, aangezien dit systeem ATP kan blijven aanmaken
zonder dat melkzuur de spierwerking verstoort.
o Oefening: Stel een trainingsprogramma op voor een duursporter en
een krachtsporter, waarbij je rekening houdt met de specifieke
behoeften van de energiesystemen.
3. Verzuring en Herstel
o Melkzuurproductie en -ophoping veroorzaakt verzuring, wat het
prestatievermogen beperkt. Herstel van verzuring vergt rust en zuurstof
om lactaat af te breken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ginorosenbrand. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.