Forensische Behandel- en Zorgprogramma's: College 2
43 views 0 purchase
Course
Forensische behandel- en zorgprogramma's
Institution
Tilburg University (UVT)
Dit is een samenvatting van het tweede college van het vak Forensische Behandel- en Zorgprogramma's van de master Klinische Forensische Psychologie. Aan het eind van het blok zijn de colleges in een voordelige bundel te vinden.
College 2
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Risk-Need-Responsivity
• Risk: de kans dat iemand (opnieuw) een delict pleegt.
• Criminogenic needs: klinische (veranderbare) factoren waarvan onderzoek heeft aangetoond dat er
een directe relatie bestaat met delictgedrag.
• Responsivity: het aanpassen van de behandelmethoden en technieken aan de persoonlijkheid en
leerstijl van de patiënt (i.e., sterktes en zwaktes).
Risk principe
Risk – ADHD: de prevalentie in de normale populatie (wereldwijd) is 3-5% bij kinderen, waar ongeveer 2/3de
ook klachten heeft in de volwassenheid (i.e., 2-5% volwassenen in onderzoek). In forensische samples in de
gevangenis en forensische psychiatrische ziekenhuizen is de prevalentie 5-10x hoger (5x bij volwassenen en
10x bij kinderen), maar hierbij is er veel sprake van onder-diagnose. Dit is ook het geval bij volwassenen uit
de normale populatie, omdat er pas vrij recent kennis is over ADHD in volwassenen en het lastig te
diagnosticeren is door comorbiditeit bv. verslaving of ASPS.
Risk – ASS: de prevalentie is 1-1.5% in volwassenen en kinderen in internationaal onderzoek. De prevalentie
in forensische samples is niet bekend, maar wordt geschat tussen 3-27%. Dit is een grote range door
verschillen in waar het onderzoek plaatsvindt (bv. in de gevangenis of in het buitenland) en in hoe het
onderzoek plaatsvindt (bv. screeners vs. diagnostiek) en comorbiditeit/onjuiste diagnose. In klinische
populaties, waaronder psychiatrische klinieken is een prevalentie van 2.4-9.9% gevonden, dus ASS lijkt wel
meer voor te komen, maar hoe veel vaker is niet zeker.
Risk – Verstandelijke beperking: de prevalentie van verstandelijke beperking in de normale populatie
(wereldwijd) is geschat op 1%, waar iets hoger in arme landen (1.64%; o.a. wegens slechte moederlijke
gezondheid). In forensische samples is de schatting 7-10%, waar 25-35% in de ‘borderline’ range zit (i.e., op
basis van IQ 70-85). Specifiek voor LVB is het moeilijk de prevalentie te onderzoeken.
Need principe
Need – ADHD: er is een link tussen symptomen op jongere leeftijd en meer algemene delicten in forensische
samples. De vraag is of deze link ook bestaat met gewelddadige delicten, want dit verschilt per onderzoek.
ADHD is een betere voorspeller voor het aantal kritieke incidenten in de gevangenis t.o.v. ASPS. Daarbij is
er sprake van comorbiditeit, zoals middelengebruik en ASPS, waar 80% van (niet-forensische) patiënten ≥1
comorbide stoornis heeft. In forensische samples is dit waarschijnlijk hoger (bv. 33-88% middelen gebonden
stoornis, 25-75% depressie en in gevangenissen is zelfs 96% comorbide ASPS gerapporteerd). Bij een niet-
forensische populatie is er vaak sprake van internaliserende problemen, waar een forensische populatie vaak
ASPS-, maar ook borderline kenmerken vertoont.
Mogelijker rol bij ADHD: er is weinig onderzoek gedaan, maar er is een waarschijnlijke rol van de
kernsymptomen; impulsiviteit (meer kans op conflict door hoger risico op impulsieve agressie uiting) en
concentratieproblemen (bv. afspraken onthouden). Daarbij hebben mensen met ADHD een wens voor
directe behoeftebevrediging en behoefte voor korte termijnbeloning. Daarbij is er een mogelijke rol van
1
, verhoogde spanningsbehoeftes en risicovol gedrag (zoeken naar kick bv. door middelen of in het verkeer),
stemmingsinstabiliteit, psychosociale problemen (werk, financiën, sociale omgeving) en comorbiditeit met
andere gedrag- en psychiatrische problemen.
Need – ASS: er is meer op basis van theorie gekeken, wat er is nog minder onderzoek naar de needs bij
ASS, dan bij ADHD. Er is sprake van een verstoorde theory of mind (ToM); minder gedachtes van anderen
inbeelden of minder kunnen verplaatsen in anderen of grenzen aanvoelen. Daarbij is er gebrekkige
emotieregulatie (problemen met EF; overprikkeling). Bovendien zijn er problemen met moreel redeneren,
waardoor zij soms niet weten wat goed of fout is. Centrale coherentie is een andere theorie van ASS die stelt
dat mensen alle prikkels los binnen krijgen, waardoor ze moeite hebben met het tot geheel brengen van
deze prikkels. Hierdoor is geweld vak het resultaat van intercommunicatieve problemen en overprikkeling
Er is enige evidentie voor een link tussen geweld en een bekend slachtoffer, omdat mensen met ASS vaak
een klein netwerk hebben. Soms wordt er gerapporteerd dat er meer sprake is van brandstichting en
seksuele delicten, maar hier is weinig evidentie voor in de literatuur. Daarbij zijn ze wel betrokken bij kleinere
regelovertredingen wegens sociale onhandigheid.
Waarschijnlijke rol bij ASS: er is weinig onderzoek, maar er is waarschijnlijk een rol van over- en
ondervraging, overgangsmomenten (structuur raakt hierdoor weg), preoccupatie, sociaal onbegrip en
gebrek aan communicatievaardigheden, sensorische gevoeligheid, gebrek aan empathie/ToM, problemen
in emotieregulatie, afwijkend moreel redeneren, beperkte zelfwaarneming (denk als zelfbesef en gevoel van
eigen lichaam/spanning moeilijk herkennen), predisponerende factoren (mishandeling/verwaarlozing) en
comorbiditeit.
Need – LVB: De soorten delicten zijn over het algemeen hetzelfde als bij mensen zonder LVB. Het hebben
van een LVB wordt vaak gemist in de klinische praktijk, doordat deze mensen bijvoorbeeld aangeleerd
hebben dat zij zeggen mensen te begrijpen, hoewel zij dit niet doen. Het is mogelijk dat zij zich soms niet
bewust ervan zijn dat ze dit doen. Doordat het niet gediagnosticeerd wordt, krijgen ze niet de juiste hulp en
zijn ze vaker slachtoffer van geweld in gevangenissen en geven ze mogelijk ook vaker een valse bekentenis
(door onbegrip en pleasen). Door afwijzing van anderen gaan ze vaak verkeerde dingen doen en ze lopen
vaak achter op leeftijdsgenoten.
Waarschijnlijke rol bij LVB: er is weinig onderzoek, maar er is waarschijnlijk een rol van lage intelligentie,
beperkt probleemoplossend vermogen, beperkte sociale vaardigheden, gedragsproblemen,
middelenmisbruik (kan gebruikt worden voor het dempen van somberheid) en andere comorbiditeit en
psychosociale problemen (werk, financiën, sociale omgeving) en (heel belangrijk) overvraging.
Behandeling in forensische psychiatrie
Evidence-based: over het algemeen is het moeilijk om de effectiviteit van een behandeling te testen. Voor
de verschillende ontwikkelingsstoornissen is het volgende bekend:
• ADHD: CGT en medicatie, maar weinig studies. Er is consensus over multimodale behandeling
(psycho-educatie, medicatie, coaching, CGT en systeemtherapie).
• ASS: weinig studies naar psychosociale interventies, enige indicatie voor CGT en mindfulness en
medicatie gericht op comorbiditeit (o.a., ADHD, psychotische stoornissen) niet op kernsymptomen.
Belangrijke focus is het omlaag krijg van het spanningsniveau.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karoliengarritsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.