100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting personenvennootschapen tentamen V&R literatuur $9.06
Add to cart

Summary

Samenvatting personenvennootschapen tentamen V&R literatuur

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van week 2 en 3 van de literatuur van het vak vennootschaps- en rechtspersonenrecht UVA master commerciele rechtspraktijk.

Last document update: 1 month ago

Preview 4 out of 74  pages

  • October 26, 2024
  • October 26, 2024
  • 74
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
WEEK 2 LITERATUUR
Tervoort, Het Nederlandse personenvennootschapsrecht:
HOOFDSTUK 1: korte karakterisering personenvennootschap en haar plaats in
het Nederlandse ondernemingsrecht:

1.1 Vennootschap is kapitaalvennootschap en personenvennootschap; korte
karakteristiek van beide soorten
De Nederlandse vennootschapsvormen kunnen worden onderverdeeld in twee
groepen: kapitaalvennootschappen en personenvennootschappen.
Kapitaalvennootschappen omvatten de naamloze vennootschap (NV) en besloten
vennootschap (BV). Een belangrijk kenmerk van deze vennootschappen is dat
alleen het eigen vermogen van de NV of BV kan worden aangesproken voor
schulden van de vennootschap; aandeelhouders zijn niet verplicht om verder bij
te dragen dan het bedrag dat zij op hun aandelen hebben gestort. Bovendien zijn
zowel de NV als de BV rechtspersonen, en zijn de wettelijke regels die op hen van
toepassing zijn over het algemeen dwingend van aard. Er is discussie over het al
dan niet op de achtergrond treden van aandeelhouders na de oprichting van deze
vennootschappen. Volgens de institutionele opvatting treden de aandeelhouders
terug, terwijl de instrumentele opvatting stelt dat aandeelhouders, vooral in een
BV, een actieve rol kunnen blijven spelen.

De tweede groep bestaat uit personenvennootschappen, waaronder de
maatschap, vennootschap onder firma (VOF), en commanditaire vennootschap
(CV). In tegenstelling tot kapitaalvennootschappen, zijn vennoten van
personenvennootschappen (behalve commanditaire vennoten) persoonlijk en
volledig aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Bij een maatschap
zijn vennoten ieder voor een gelijk deel aansprakelijk, terwijl bij een VOF en CV
vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn. Personenvennootschappen hebben geen
rechtspersoonlijkheid en hun onderlinge verhoudingen worden voornamelijk
bepaald door de vennootschapsovereenkomst, met wettelijke regels die
voornamelijk van regelend recht zijn. Een belangrijk traditioneel kenmerk van
personenvennootschappen is het "intuitu personae"-beginsel, waarbij de
vennootschap wordt aangegaan met oog op de persoon van de andere vennoten.

1.2 Korte beschrijving van maatschap, vennootschap onder firma en
commanditaire vennootschap
De maatschap is de basisvorm van de personenvennootschappen en wordt
geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Het wordt gedefinieerd als een overeenkomst
waarbij twee of meer personen iets in gemeenschap brengen met het doel het
verkregen voordeel te delen. Een essentieel kenmerk van de maatschap is
samenwerking in het economisch verkeer. Vennoten zijn gelijkelijk aansprakelijk
voor deelbare prestaties, terwijl voor ondeelbare prestaties, zoals het schilderen
van een portret, dit niet geldt.

Er bestaan twee soorten maatschappen: de openbare maatschap, die onder een
bepaalde naam aan het rechtsverkeer deelneemt, en de stille maatschap, die
niet openbaar is. De vennootschap onder firma (v.o.f.) en de commanditaire
vennootschap (c.v.) zijn handelsrechtelijke varianten van de maatschap, die zijn
geregeld in het Wetboek van Koophandel. Een v.o.f. is altijd openbaar en de
vennoten zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap.

De commanditaire vennootschap onderscheidt zich door het bestaan van twee
soorten vennoten: beherende vennoten, die volledig aansprakelijk zijn, en
commanditaire (of stille) vennoten, die slechts financieel bijdragen en alleen

,aansprakelijk zijn tot het bedrag van hun inbreng. Dit maakt de positie van een
commanditaire vennoot vergelijkbaar met die van een aandeelhouder in een NV
of BV.

1.3 Wettelijke regeling: verleden, heden en toekomst
De regeling van de personenvennootschappen in Nederland is verdeeld over het
Burgerlijk Wetboek (BW), waarin de maatschap wordt geregeld, en het Wetboek
van Koophandel (WvK), waarin de vennootschap onder firma (v.o.f.) en de
commanditaire vennootschap (c.v.) zijn opgenomen. Deze verdeling komt voort
uit de historische invloed van de Franse wetgeving uit de tijd van de Franse Code
de Commerce en Code Civil, die het onderscheid tussen handels- en burgerlijk
recht introduceerde. Ondanks de Franse oorsprong en de codificatie in 1838, is
het Nederlandse personenvennootschapsrecht sindsdien nauwelijks gewijzigd.

De belangrijkste inhoudelijke verandering sinds 1838 was de afschaffing van de
commanditaire vennootschap op aandelen in 1975, als gevolg van de aanpassing
aan de eerste EEG-richtlijn over vennootschapsrecht. Door de beperkte
toepassing van deze rechtsvorm werd het onnodig geacht om de wetgeving
hierop aan te passen.

Het huidige personenvennootschapsrecht is verouderd, onvolledig en bevat
archaïsch taalgebruik, waardoor het moeilijk te doorgronden is. Veel rechtsvragen
zijn door jurisprudentie en doctrine ingevuld, maar niet in de wet zelf. Hierdoor is
er al sinds de jaren 1950 gewerkt aan een modernisering van dit deel van het
recht. Een wetsvoorstel uit 2002 werd in 2011 ingetrokken, maar een nieuw
voorstel, mede gebaseerd op een particuliere werkgroep onder leiding van prof.
mr. M. van Olffen, kwam in 2019 in consultatie en werd positief ontvangen.

Het Ministerie van Justitie en Veiligheid werkt aan een herzien ontwerp om een
modern wettelijk kader voor personenvennootschappen te creëren. De behoefte
aan een duidelijker personenvennootschapsrecht, naast de flexibele BV, is groot
in de praktijk. In dit werk wordt echter alleen het huidige recht behandeld, met
verwijzingen naar het wetsvoorstel van 2002 waar relevant voor begrip of uitleg.

1.4 Regelend recht
Het personenvennootschapsrecht is in principe van regelend recht, wat betekent
dat de wettelijke regels alleen gelden als de partijen zelf geen andere afspraken
hebben gemaakt. Deze flexibiliteit is gebaseerd op de contractsvrijheid, waardoor
vennoten zelf kunnen beslissen hoe zij hun samenwerking vormgeven binnen de
vennootschap. Toch zijn er enkele dwingende bepalingen, vooral met het oog op
de bescherming van derden in het rechtsverkeer. Zo kunnen vennoten in een
vennootschap onder firma (v.o.f.) niet afspreken dat zij niet hoofdelijk
aansprakelijk zijn voor de schulden, en in een commanditaire vennootschap
moeten er altijd commanditaire en beherende vennoten zijn, waarbij de
beherende vennoten onbeperkt aansprakelijk zijn met hun privévermogen.
Daarnaast zijn er enkele dwingendrechtelijke regels voor de interne verhouding
tussen vennoten, zoals het verbod om een vennoot uit te sluiten van winstdeling
(art. 7A:1672 lid 1 BW). Hoewel deze uitzonderingen bestaan, blijft het
uitgangspunt dat partijen veel vrijheid hebben om af te wijken van de wettelijke
regels.

1.5 Geen rechtspersoon
De term 'maatschap' wordt in de wet op verschillende manieren gebruikt: als
overeenkomst, als vermogen van de maatschap, als aanduiding van alle maten

,gezamenlijk, en als de rechtsverhouding die door de overeenkomst ontstaat.
Deze veelzijdige betekenis roept de vraag op of de maatschap, vennootschap
onder firma (v.o.f.) en commanditaire vennootschap (c.v.) rechtspersoonlijkheid
hebben. Hoewel dit in het verleden wel werd aangenomen, is het huidige
juridische en wetenschappelijke standpunt dat personenvennootschappen geen
rechtspersonen zijn. Ze hebben geen eigen rechten en verplichtingen zoals
natuurlijke personen of rechtspersonen dat wel hebben.

Toch heeft een personenvennootschap, met name een v.o.f., een zekere
zelfstandigheid in het recht. Zo heeft een vennootschap een afgescheiden
vermogen, waardoor schuldeisers zich alleen kunnen verhalen op het vermogen
van de vennootschap en niet direct op dat van de vennoten. Bovendien kan een
personenvennootschap failliet worden verklaard en in rechte optreden, wat duidt
op een zekere loskoppeling van de vennoten. In de rechtspraak is meermaals
bevestigd dat een personenvennootschap meer is dan alleen een verzameling
overeenkomsten tussen vennoten. Bijvoorbeeld, in het arrest VDV Totaalbouw uit
2015 stelde de Hoge Raad dat een v.o.f. in het maatschappelijk verkeer wordt
gezien als een afzonderlijk rechtssubject.

Toch kwam de Hoge Raad in 2019 met het arrest UWV/Schäperclaus-Schinkel q.q.
c.s. enigszins terug op deze interpretatie. Hij oordeelde dat, omdat de v.o.f. geen
rechtspersoonlijkheid heeft, een overeenkomst met de v.o.f. in feite een
overeenkomst met de gezamenlijke vennoten is. Hierdoor blijft de v.o.f. weliswaar
meer dan de optelsom van vennoten, maar is zij geen zelfstandige rechtsdrager.
Dit laat de aard van de vennootschap deels in het ongewisse, waardoor de status
van een v.o.f., maatschap en c.v. tussen een overeenkomst en een zelfstandig
rechtssubject in blijft hangen.

1.6 Motieven voor gebruik van personenvennootschap
1.6.1. Nadeel personenvennootschap: onbeperkte aansprakelijkheid:
De keuze voor een personenvennootschap lijkt op het eerste gezicht onlogisch
vanwege de onbeperkte aansprakelijkheid die inherent is aan deze rechtsvorm.
Ondernemers kunnen immers een besloten vennootschap (BV) oprichten, die wel
bescherming biedt tegen persoonlijke aansprakelijkheid. Toch kiezen
ondernemers in bepaalde gevallen bewust voor een personenvennootschap,
zoals een maatschap, vennootschap onder firma (v.o.f.) of commanditaire
vennootschap (c.v.). Dit kan te maken hebben met enkele compenserende
voordelen die zwaarder wegen dan de onbeperkte aansprakelijkheid.

Een belangrijke nuance is dat de onbeperkte aansprakelijkheid in een
personenvennootschap beheersbaar kan worden gemaakt door de rol van
onbeperkt aansprakelijk vennoot te laten vervullen door een rechtspersoon met
beperkte aansprakelijkheid, zoals een BV. Dit creëert een hybride structuur
waarin de voordelen van beide rechtsvormen worden gecombineerd. Hoewel de
wetgever van 1838 deze mogelijkheid waarschijnlijk niet heeft voorzien, is deze
in de praktijk breed geaccepteerd en wordt vaak toegepast.

Daarnaast is het onderscheid tussen de aansprakelijkheid bij een
kapitaalvennootschap (zoals de BV) en een personenvennootschap in de praktijk
minder scherp dan het lijkt. Kredietverstrekkers eisen vaak persoonlijke garanties
of borgstellingen, zelfs als de ondernemer opereert via een BV. Dit betekent dat
de persoonlijke aansprakelijkheid van de ondernemer vaak meer afhankelijk is
van de onderhandelingen met financiers dan van de gekozen rechtsvorm. In

, sommige gevallen is een persoonlijke hoofdelijke aansprakelijkheid
onvermijdelijk, ongeacht de rechtsvorm.

Echter, wanneer een ondernemer kiest voor een structuur waarbij persoonlijke
houdster-BV’s deelnemen in een personenvennootschap, kan dit bepaalde
voordelen van de personenvennootschap verminderen. Welke voordelen de
personenvennootschap specifiek biedt ten opzichte van de BV, zal verder in het
hoofdstuk worden behandeld, waarbij een vergelijking tussen beide rechtsvormen
centraal staat.

1.6.2. Fiscale aspecten:
Fiscale overwegingen zijn vaak van invloed op de keuze voor een rechtsvorm
waarin een commerciële activiteit wordt ondergebracht. Een belangrijk fiscaal
voordeel van de personenvennootschap (zoals een maatschap, vennootschap
onder firma of commanditaire vennootschap) is dat deze in beginsel fiscaal
transparant is. Dit betekent dat de vennootschap zelf niet belastingplichtig is
voor directe belastingen, maar dat de winst direct wordt toegerekend aan de
vennoten. Wanneer de personenvennootschap een zelfstandige onderneming
drijft, wordt elke vennoot fiscaal gezien alsof hij een eigen onderneming heeft. Dit
biedt vennoten de mogelijkheid om hun aandeel in de winst fiscaal te verrekenen
met inkomsten uit andere activiteiten.

Deze fiscale transparantie is ook aantrekkelijk voor fiscaal vrijgestelde entiteiten,
zoals overheidsinstellingen, pensioenfondsen, vrijgestelde beleggingsinstellingen
(VBI’s) en fiscale beleggingsinstellingen (FBI’s), omdat zij kunnen deelnemen aan
joint ventures met normaal belaste vennootschappen zonder hun fiscale
vrijstelling te verliezen. Zo kunnen ze hun aandeel in de winst belastingvrij
ontvangen, net als bij hun andere inkomsten.

Voor ondernemers in het midden- en kleinbedrijf biedt de personenvennootschap
extra voordelen. Zo kunnen zij, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan,
gebruik maken van fiscale faciliteiten zoals de zelfstandigenaftrek en de MKB-
winstvrijstelling. In het geval van een man-vrouwfirma kunnen beide partners
aanspraak maken op deze voordelen, indien voldaan is aan de gestelde
voorwaarden.

Een beperking van de personenvennootschap is dat ondernemers die
inkomstenbelasting betalen geen gebruik kunnen maken van de innovatiebox,
een faciliteit die beschikbaar is voor ondernemingen die via een besloten
vennootschap (BV) opereren. Desondanks leidt de combinatie van fiscale regels
er vaak toe dat tot een bepaald winstbedrag de inkomstenbelasting in een
personenvennootschap lager is dan de gecombineerde belastingdruk van de
vennootschapsbelasting en box 2-inkomstenbelasting die geldt voor een BV. Het
omslagpunt waarbij de belastingdruk in een BV gunstiger wordt, hangt echter af
van de feitelijke omstandigheden en wisselende belastingtarieven.

1.6.3 inrichtingsvrijheid:
Op het gebied van inrichtingsvrijheid biedt de personenvennootschap in veel
opzichten meer flexibiliteit dan de BV, ondanks de hervormingen van het BV-
recht. De belangrijkste voordelen van de personenvennootschap zijn als volgt:

1. Toetreding en uittreding van vennoten: Bij een personenvennootschap kunnen
vennoten eenvoudig toetreden en uittreden zonder notariële tussenkomst, in
tegenstelling tot de BV, waar voor de overdracht van aandelen een notaris vereist

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvos7. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.06
  • (0)
Add to cart
Added