Dit is een samenvatting van hoofdstuk 1, uit VWO 3 van de methode Feniks. Alle begrippen zijn benoemd, kenmerken zijn uitgelegd en de hoofdvraag is bij elke paragraaf beantwoord.
Common fields waren gemeenschappelijke weiden waar iedereen zijn koeien op mocht laten grazen.
Deze velden waren erg belangrijk maar in loop van de 18 e eeuw verdwenen deze doordat ze
opgekocht werden door grootgrondbezitters. Er werd efficiënter gebruik gemaakt van de grond.
Grootgrondbezitters konden experimenteren met nieuwe werktuigen en specialiseren in 1 gewas
Gevolgen:
De opbrengsten stegen hierdoor enorm.
Meer voedsel -> minder ziektes
Minder ziektes -> meer mensen
Doordat er meer mensen kwamen zochten ook meer mensen een baan. Door veranderingen in
landbouw konden ze niet als boer gaan werken -> veel mensen huisnijverheid
1 wever = 8 spinners
Schietspoel uitgevonden, lage opbrengst werd nog lager door meer aanbod dan vraag. Meer spinners
nodig omdat wever sneller ging.
1. Spinning Jenny, met de hand
2. Waterframe, aangedreven door water, beperkte locatie.
Overgang van kleinschalig handwerk naar machinale massaproductie in fabrieken. Huisnijverheid
verdwijnt.
3. (hier pas industrieel) Stoommachines verbeterd, eerst alleen in mijnen maar James Watt
verbeterd hem. Machine is te groot voor in huis -> fabrieken midden in de stad
Industriële revolutie: het was een lang proces, met veel ingrijpende gevolgen en onomkeerbaar.
Het ontstond in Groot-Brittannië rond de tweede helft van de 18 e eeuw. Het was een stijging in de
productie veroorzaakt door machines en gekenmerkt door nieuwe energiebronnen.
Waarom in Engeland?
Veel kool!! Goedkope energiebron, weinig transport nodig
Wetenschappers hadden eigendomsrechten
Klein aantal mensen -> hoog salaris -> arbeidsbesparende uitvindingen
Onder invloed van welke ontwikkelingen vond de overgang plaats van huisnijverheid naar het werken
in fabrieken?
Spinning jenny, waterframe, stoommachine
, 1.2
Omdat er minder werk was op het platteland trokken mensen naar de stad -> Urbanisatie.
De stad was daar niet voor gebouwd en daardoor ontstonden er grote problemen zoals
Kinderarbeid (4x zoveel) en dus ook kindersterfte
Armoede, de kloof tussen arm en rijk (directeuren van fabrieken) wordt steeds groter. Loon
wordt steeds lager door het steeds groter wordende aanbod van arbeiders. Er zijn meer
mensen dan werk
Er is geen overheid, iedereen doet maar wat
Er ontstaan sloppenwijken. Kwaliteit leefomstandigheden nemen sterk af
Veel milieuvervuiling
De eigenaren van fabrieken hadden veel geld geïnvesteerd en wilden dat zo snel mogelijk
terugverdienen. -> zo laag mogelijke loon. Omdat er zoveel aanbod was, konden fabriekseigenaren
kiezen. Arbeiders moesten zo lang en hard mogelijk werken. Arbeidsomstandigheden waren hierdoor
slecht.
Hoe waren de werkomstandigheden in de fabriek en de leefomstandigheden in de
snel groeiende industriesteden in de beginfase van de Industriële Revolutie?
Fabrieken:
- onveilig
- kinderarbeid
- lage lonen
Stad:
- kleine huizen
- veel afval op straat -> ratten
- geen riolering
- veel vervuiling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karlijnvanbiezen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.08. You're not tied to anything after your purchase.
