Hier een overzicht van de lessen Frans voor de studenten van het eerste jaar. Het is een duidelijk overzicht van alle geziene leerstof (Reyntjens). Ikzelf kon niet zo goed Frans, maar met deze basis ben je zo mee met alle Franse teksten. Zowel voor de studenten KdG (FVE) als voor iedereen anders ze...
Samenvatting FRANS
1. Module 1 L’Article (het lidwoord)
1.1. IL FAUT TOUJOURS UN ARCTICLE (In het Frans staat er ALTIJD
een lidwoord)
a. Ik drink melk
Ik heb geduld.
Ik heb informatie
Je bois DU lait
J’ai DE LA patience
J’ai D’information
b. Ze vragen inlichtingen
Ils demandent DES informations
c. We kopen het huis
We kopen de hond
Wij kopen de tuinen.
Nous achetons LA maison
Nous achetons LE chien
Nous achetons LES jardins
d. Mannen weten waarom
LES hommes savent pourqoui
A. Als er in het Nederlands geen lidwoord voorstaat en het is een enkelvoudig woord, heb
je in het frans 3 mogelijkheden.
DU als het woord mannelijk is (du = de + le)
DE LA als het woord vrouwelijk is
D’ als het woord met een klinker begint
B. Als er in het Nederlands geen lidwoord voorstaat en het woord is meervoud heb je
maar 1 keuze.
DES
C. Als er in het Nederlands een lidwoord staat, neem je dit lidwoord over. Je hebt vier
keuzes.
LE voor een mannelijk woord
LA voor een vrouwelijk woord
L’ voor een woord dat begint met een klinker
LES voor meervoud
D. Voor een algemene waarheid gebruikt met de lidwoorden van regel C.
LE
LA
L’
LES
,1.2. DE/D’
a. Ik heb veel plezier
J’ai beaucoup DE plaisir
b. Jij hebt geen geld
Tu n’as pas D’argent
A. Bij een hoeveelheid gebruik je altijd;
DE
D’ (bij een woord dat met een klinker begint)
B. Bij een negatie gebruik je altijd;
DE
D’ (bij een woord dat begint met een klinker)
1.3. LA GRAMMAIRE DANS LES AFFAIRES
Je cherche DU travail.
Avez-vous DE L’expérience? Non je n’ai pas beaucoup D’expérience, mais j’ai DES
connaissances
Pourriez-vous me donnez DES renseignements (informations) supplémentaire sur votre
offre?
Je cherche DE L’informations sur LES horaires de trains.
Acceptez-vous LES chèques repas (maaltijdcheques) ? Non, seulement LES cartes crédites
(kredietkaarten). Mais si vous avez DE L’argent liquide (cash geld) c’est encore mieux.
Avez-vous DE LA monnaie (klein geld) ? Non, seulement DES billets de 50 euros.
, 2. Module 2 Les Possessifs (bezittelijk voornaamwoord)
2.1. MA/TA/SA MAISON…
a. Jij koopt mijn huis. a. JE Om te zeggen dat je iets doet met iets
Tu achètes MA van jezelf doet, heb je drie opties om dat
maison. MIJN te zeggen;
Ik verkoop mijn tuin. MA voor een vrouwelijk
Je vends MON jardin. bezit.
Ik zoek mijn sleutels. MON voor een mannelijk
Je cherche MES clés. bezit.
MES voor een bezit in
b. Ik koop jouw huis.
meervoud.
J’achète TA maison.
b. TU Om te zeggen dat je iets doet met iets
Ik lees jouw boek.
van iemand anders (tweede persoon),
Je lis TON livre. JOUW heb je drie opties;
Ik eet jouw appels. TA voor een vrouwelijk bezit
Je mange TES TON voor een mannelijk
pommes. bezit
c. Ik koop haar huis. TES voor een bezit in
J’achète SA maison meervoud.
Ik koop haar tuin. c. IL/ELLES Om te zeggen dat je iets doet met iets
J’achète SON jardin. van een derde (je zegt dat tegen iemand
Ik lees haar boeken. ZIJN/HAAR anders), heb je drie opties;
Je lis SES livres. SA voor een vrouwelijk bezit
d. Wij verkoop ons huis. SON voor een mannelijk
bezit
Nous vendons NOTRE
SES voor een bezit in
maison.
meervoud.
Ik verkoop onze tuinen. d. NOUS Om te zeggen dat je iets doet met iets
Je vends NOS jardins. van jezelf en anderen in één groep heb
e. Ik koop jullie auto. ONZE je twee opties;
J’achète VOTRE NOTRE voor enkel voorwerp
voiture. NOS voor meerdere
Jullie kopen jullie huizen. voorwerpen
Vous achetez VOS e. VOUS Om te zeggen dat e iets doet met iets
maisons. van een groep, waar jezelf niet toe
f. Ik verkoop hun tuin. JULLIE behoort heb je twee opties;
Je vends LEUR jardin. VOTRE voor enkelvoudig
Ik verkoop hun huizen. voorwerp
VOS voor meerder
Je vends LEURS
voorwerpen
maisons
f. ILS/ Om tegen iemand te zeggen dat je iets
ELLES gaat doen met iets van een groep
derden heb je twee opties;
HUN LEUR voor een voorwerp
LEURS voor meerder
voorwerpen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ig912902. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.40. You're not tied to anything after your purchase.