100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Diagnostisch onderzoek $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting Diagnostisch onderzoek

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de boeken: Verhoeven en Luteijn. Uitgebreide samenvatting van de stof. Super overzichtelijk, omdat de boeken dat niet waren...

Preview 3 out of 25  pages

  • Yes
  • February 3, 2020
  • 25
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Diagnostische onderzoek
Waarom diagnostiek?
 Van de buitenkant kan je niet zien hoe iemand is vanbinnen.

‘’Diagnostiek is het voorspellen van menselijk gedrag’’

Drie diagnostische instrumenten:
 Interview
 Psychologische test
 Observaties
Overig instrument: assessment.

Predictieve validiteit= is een vorm van validiteit van een test of meting waarmee wordt
aangegeven in hoeverre een test een criterium buiten de test kan voorspellen.

Test= beoordelingsmoment nu
Criterium= beoordelingsmoment in de toekomst
Predictor= voorspeller

Valid positive (VP)= voorspelling was positief (P) en uitslag juist (V)
False positive (FP)= voorstelling was positief (P) maar bleek niet te kloppen (F)
Negative false (FN)= voorspelling was negatief (N) maar bleek niet te kloppen (F)
Valid Negative (VN)= voorspelling was negatief (N) en bleek ook te kloppen (V)

Correlatie (coëfficiënt) is een getal tussen de 0 en 1,00 (1 =perfect) dat de sterkte van de
relatie tussen twee variabele geeft.
Niet perfecte correlaties= een punten wolk  de plat en bolheid kunnen we in een getal
uitdrukken, de correlatiecoëfficiënt. 1 = zeer plat/ hoe kleiner hoe boller en langer/ 0= totaal
geen relatie.

Hoe bepaal je predicatieve validiteitcoëfficiënt?
 Samenhang tussen predictor en criterium
Hoe hoog moet een validiteitcoëfficiënt zijn?
 Correlatie tussen predictor en criterium van 0.30 is gemiddeld.

Wanneer is een test goed?
 Wetenschappelijke achtergrond  een test moet valide zijn.
 Schalen zijn zuiver/ homogeen  meet je het juiste.
 Betrouwbaar  test meet goed en valide.
 Validiteit  test meet het goede.
 Standaardisatie
- Materiaal
- Afname
- Scoring
 Normgroepen  vergelijken met andere (leeftijdgenoten).
 Onderzoek naar meetpretenties  werken de testen ook echt.

,Validiteit= de mate waarin de test aan zijn doel beantwoordt.

Fouten in onze beoordeling zes type fouten:
1. ‘Verstandige' fouten
Bij bestrijden van criminaliteit & strenge eisen voor opleiding en beroep.
2. Overschatten van specifieke kansen
Logische denken
3. Beschikbaarheidsheuristiek
Dingen waarover we snel voorbeelden uit ons geheugen opdiepen, denken we ook
dat ze vaker voorkomen.
Begint een woord vaker met een R of eindigt hij er vaker op?
4. Regressie naar het gemiddelde
Effect van spontaan herstel
Als je ziek bent door griep ben je meestal na 2 weken weer beter. Als er iemand
voorspelt dat je weer beter wordt is dat ook geen bijzonder iets.
Extreme scores
5. Eerste en laatste indruk
Anchoring bias
6. Reductie van cognitieve dissonantie
Ophypen
Halo/horn duivel/engel

Wat te doen tegen deze fouten?
Contrary evidence/ falsificatie  tegendeels bewijzen!!
 Hoe bewijs je de hypothese dat alle zwanen wit zijn?
 Op zoek naar die zwarte zwaan.

Twee diagnostische valkuilen
Fundamentele attributie fout:
 Gedrag= persoon + situatie
 Invloed van persoonlijkheid wordt onderschat en situatie wordt overschat
Base rates en prevalentie:
 Sensitiviteit en specificiteit
 Mensen gaan af op wat logische is en een heel belangrijk gegeven missen
 Iemand houdt veel van wiskunde en schrijft  is het mogelijk dat hij een wiskundige
schrijver is of een boerenschrijver die van wiskunde houdt?

Wat is een goede test? Samengevat?
1. Uitganspunten en gebruiksdoel
2. Kwaliteit van het testmateriaal
3. Kwaliteit van de normen
4. Betrouwbaarheid
5. Begripsvaliteit
6. Criteriumvaliditeit

, Hoofdstuk 2
Gouden drie:
1. Interview
2. Psychologische test
3. Gedrag observeren
Onvermijdelijke foutmarge is voor sommige de reden om geen instrumenten te gebruiken.
Maar dat is een fout, er moeten immers beslissingen worden genomen over mensen.

COTAN= een kwaliteitskeurmerk voor psychologische testen dat is afgeven door het NIP)
NIP= de beroepsorganisatie van de psychologen.

Wat maakt een test een goede test?
1. Wetenschappelijke achtergrond
2. Schalen zijn homogeen en zuiver
3. Onderzoek gedaan naar betrouwbaarheid en validiteit
4. De wijze waarop de test wordt afgenomen moet precies gebeuren  standaardisatie
5. Resultaat wordt vergeleken met voldoende grote en representatieve normgroepen
6. Onderzoek gedaan naar meetpreventie  wat de test meet
Een toegepast psycholoog is testgebruiker en geen testconstructeur.

Factoranalyse:
 Een datareductie techniek, een methode om via statistische benadering patronen en
samenhang in grote en complexe hoeveelheden informatie te ontdekken.
 Heeft te maken met computers en het uitrekenen er van (hoge factoren)  big data
 Factor= een verzameling hoge correlatiecoëfficiënten.

Homogeen= schalen van vragenlijsten die bij voorkeur terug te voeren tot één zo’n
gemeenschappelijk factor, zuiver.

Betrouwbaarheid:
 De mate waarin de test stabiel en consistents is, afwezigheid van ruis.
Hoe hoog moet betrouwbaarheidscoëfficiënt zijn?
 Belangrijke beslissingen op individueel niveau
 Bij beroepskeuze
 In experimenteel groepsgewijs onderzoek
Hoe wordt dit betrouwbaarheidscoëfficiënt bepaald?
 Betrouwbaarheid in interne consistentie: bijv. met gemiddelde correlaties of
splitsingsmethode.
 Betrouwbaarheid in tijd: test -hersen methode
 Betrouwbaarheid coëfficiënt alfa (0,7 voldoende 0,8 goed)
 Betrouwbaarheid tussen verschillende beoordelaars: interraterbetrouwbaarheid
(uitgedrukt in Cohens Kappa)

Validiteit= een extern kenmerk en heeft betrekking op buiten de methode. Belangrijkste van
de test.  finale keurmerk. De mate waarin de test zijn doel beantwoord.

Afwezigheid van ruis:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller esmeevanderwal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  1x  sold
  • (0)
  Add to cart