100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdzaken van het bestuursrecht midterm - bestuursrecht (660451) $6.44
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdzaken van het bestuursrecht midterm - bestuursrecht (660451)

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van literatuur nodig voor de midterm.

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • 2 tot en met 5
  • October 27, 2024
  • 16
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Bestuursrecht – Midterm

Hoofdstuk 2 – Kenmerken van het bestuursrecht
2.1 Inleiding; een casus
(College van B&W voert de besluiten van de gemeenteraad uit, voert medebewindstaken uit: ze
besturen de gemeente)
Uitgangspunten die de basis vormen van bestuurlijk handelen:
1. Het legaliteitsvereiste
2. Specialiteitsbeginsel
Legaliteitsvereiste-> het bestuur heeft voor vele handelingen een grondslag nodig in een wet, en het
bestuur dient te handelen volgens die wet wanneer het deze handeling verricht.
Specialiteitsbeginsel-> het bestuur mag bij de uitvoering van een bepaalde wettelijke regeling slechts
die belangen behartigen ter bescherming waarvan de betrokken regeling in het leven is geroepen.

2.2 Twee uitgangspunten
Het legaliteitsvereiste (legaliteitsbeginsel)
"De overheid mag burgers iets verbieden of gebieden, doch uitsluitend voor zover de wet dat
uitdrukkelijk toelaat." Het verbod of gebod mag wel in een lagere regeling staan, maar moet
uiteindelijk een grondslag hebben in een wet in formele zin.

Het specialiteitsbeginsel
De overheid behartigt het algemeen belang, maar dit is erg vaag. Daarom dienen wetten een (min of
meer) specifiek belang, en geven aan een of meer organen nauwkeuring omschreven bevoegdheden
om dat specifieke belang te behartigen. Dus: het bestuur mag bij het gebruik van een bevoegdheid,
toegekend in een bepaalde wettelijke regeling, slechts het belang behartigen waarvoor die regeling
speciaal is vastgesteld.

2.3 De structuur van de bestuursrechtelijke normstelling
Normadressaten
-> voor wie een norm geldt.
Het bestuursrecht kent vele wetten, regelingen, voorschriften enz. die normen bevatten. Deze normen
kunnen aan overheidsinstanties geadresseerd zijn, maar ook aan bestuursorganen. Echter zijn de
meeste normen gericht tot de burgers.

Hiërarchische opbouw van het normenstelsel
De staats- en bestuursrechtelijke regels kennen een hiërarchische opbouw waarbij regelgeving op
verschillende bestuurlijke niveaus tot stand komen. Hierbij mag een lagere regelgeving niet in strijd
komen met een hogere.
Er geldt een hiërarchische opbouw van het normenstelsel:

Verdragen/ secundair verdragsrecht
Statuut-> geeft een regeling voor de verhoudingen tussen Nederland en de andere landen van
jjhet Koninkrijk.
Grondwet
Wetten in formele zin
Koninklijke besluiten die regels bevatten (zoals amvb's)
Ministeriële regelingen (verordeningen)
Provinciale verordeningen
Gemeentelijke verordeningen en waterschapsverordeningen
Beleidsregels
Voorschriften/ verplichtingen verbonden aan een beschikking

Extern werkende regels: KB's, ministeriële regelingen en diverse soorten verordeningen vormen de
lagere wetgeving: de wetten in materiële zin die niet ook wet in formele zin zijn. Zij bevatten, naast
andere bepalingen, algemeen verbindende voorschriften, gericht tot burgers.
 Doordat gemeentelijke verordeningen en waterschapsverordeningen op hetzelfde niveau
staan, zou bij strijd de regering een van beide verordeningen (gedeeltelijk) bij KB moeten
vernietigen.
 Beleidsregels zijn geen wettelijke regels, staan dus daarom ver onderaan. Het zijn regels die
bestuursorganen meestal voor zichzelf opstellen, om een eerlijke en consistente uitvoering

, van aan hen toegekende bevoegdheden mogelijk te maken. Ze zijn opgesteld en
bekendgemaakt, dus het orgaan moet in beginsel ook conform die regels handelen.
 Beschikking-> besluiten voor individuele gevallen.

Gelede normstelling
Gelede normstelling-> de toepasselijkheid van een rechtsregel is niet zomaar in één wet te vinden,
maar in een combinatie van met elkaar samenhangende regelingen.
Verticale gelede normstelling-> houdt in dat op één handeling van een burger regelgeving van
verschillende niveaus van toepassing is.
Horizontaal gelede normstelling-> wanneer voor een bepaalde activiteit meerdere regels van hetzelfde
niveau van toepassing zijn.
 Om de gelede normstelling juist te gebruiken begin je bij de meest specifieke en bijzondere
regelgeving, omdat bijzondere wetten vóór algemene wetten gaan. Zo werk je steeds verder
naar het algemene deel toe.

2.4 De Algemene wet bestuursrecht
2.4.1 Algemeen
De Awb is verdeeld in 4 tranches:
1 en 2. De definities in de Awb; normen voor overheidshandelen en procedures van besluitvorming;
rechtsbescherming.
3. Aanvullingen van oude hoofdstukken en bevat nieuwe hoofdstukken.
4. Kleinere aanvullingen en wijzigingen; regeling voor overheidsschulden; regeling bestuurlijke boete.
 De opbouw gaat van algemeen naar bijzonder.

Indeling hoofdstukken:




Met de Awb wordt geprobeerd vier doelen te bereiken:
1. Meer eenheid in de bestuursrechtelijke wetgeving.
2. Het systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving.
3. Het in de wet vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld.
4. Het treffen van voorzieningen die naar hun aard een algemene regeling behoeven omdat ze
anders in elke regeling afzonderlijk zouden moeten worden aangetroffen.

2.4.2 Relatie tot andere wetgeving
Dwingend recht-> een regel waar in een lagere wetgeving niet vanaf geweken mag worden.
 De Awb gaat niet boven andere wetten in formele zin.
 Wanneer een bijzondere wet en de Awb met elkaar in strijd zijn, gaat de bijzondere wet voor.
Want: de bijzondere wet gaat voor de algemene wet.

Regelend recht-> regels in de wet waar partijen bij een contract van kunnen afwijken. "tenzij bij
wettelijk voorschrift anders is bepaald."
 Awb staat de afwijking in lagere wetgeving uitdrukkelijk toe.

Aanvullend recht-> de regel is in beginsel in andere wetgeving te vinden, maar wanneer in
desbetreffende regeling niks staat, geldt de bepaling die in de Awb staat.

,  Vb: Art. 3:6 Awb: Indien aan de adviseur niet reeds bij wettelijk voorschrift een termijn is
gesteld, kan het bestuursorgaan aangeven binnen welke termijnen een advies wordt
verwacht. Deze termijn mag niet zodanig kort zijn, dat de adviseur zijn taak niet naar behoren
kan vervullen.

Facultatief recht-> een artikel inhoudende facultatief recht is een artikel dat de mogelijkheid geeft om
bijvoorbeeld of door wettelijk voorschrift, of door een besluit van een bestuursorgaan te handelen.
 Vb: Art. 3:10 Awb: Deze afdeling is van toepassing op de voorbereiding van besluiten indien
dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van het bestuursorgaan is bepaald.
o 'Indien dat bij wettelijk voorschrift is bepaald' of 'bij besluit van het bestuursorgaan is
bepaald' laat zien dat er een keuze is, vandaar facultatief recht.
Dus:
Bij dwingend en regelend recht in de Awb een voorkeur voor de Awb-regel wordt uitgesproken.
Bij aanvullend en facultatief recht het initiatief wordt gelegd bij de bijzondere regelgever.

2.5 Het begrip besluit
 Bezwaar en beroep staan slechts als enige open tegen besluiten.
Art. 1:3 lid 1 Awb: besluit-> een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een
publiekrechtelijke rechtshandeling.
 Dus alleen schriftelijke beslissingen van bestuursorganen kunnen besluiten zijn.

Beslissing-> een wilsverklaring met een definitief karakter. Het weergeven van een standpunt van het
bestuursorgaan en het geven van inlichtingen over feiten zijn geen beslissingen.
 Bestuurlijke beslissingen horen in het algemeen op schrift te worden gezet. Hier gaat ook de
Awb vanuit. Voor de rechtsbescherming is het schriftelijkheidsvereiste van belang uit
bewijstechnisch oogpunt.
Rechtshandeling-> een handeling die is gericht op enig rechtsgevolg; een recht of bevoegdheid te
geven of te ontnemen dan wel een plicht op te leggen of ongedaan te maken. Dus het aanbrengen
van een verandering in een of meer bestaande bevoegdheden, rechten en/of plichten.
 Beslissingen tot het verrichten van feitelijke handelingen zijn geen rechtshandelingen en dus
geen besluiten.
 Feitelijke handelingen en beslissingen tot het verrichten daarvan zijn ingeval ze onrechtmatig
zijn en tot aansprakelijkheid leiden wel rechtsfeiten.

Publiekrechtelijk-> zijn die besluiten en handelingen tot het nemen respectievelijk verrichten waarvan,
bij of krachtens een wet in formele zin, exclusief aan een bestuursorgaan de bevoegdheid is verleend.
 Een bevoegdheid moet publiekrechtelijk zijn om van een besluit te kunnen spreken.
Art. 1:3 Awb-> definitie van besluit
Strategisch besluitbegrip-> wanneer een rechtsoordeel in eerste instantie volgens de wet niet aan te
merken is als een besluit, maar het rechtsoordeel door de bestuursrechter schriftelijk gelijkgesteld
wordt met een besluit in de zin van de Awb.




Het begrip 'rechtshandeling' wordt al als een beslissing veronderstelt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimdekroon. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50064 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.44
  • (0)
Add to cart
Added