Dit is een samenvatting van het hele boek Ontwikkelingspsychologie, op een aantal paragrafen na:
1.3, 3.1, 3.2, 12.2, 12.3, 13.3, 15.3. Het boek is geschreven door Robbert S. Fledman, de 7e editie. Het zijn 503 pagina's en samengevat in 88 pagina's.
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE
Inhoud
Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind .................................................................... 7
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie ............................................................................ 7
1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied ............................................................................................ 7
1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst....................................................................................... 8
1.2.1 Vroege denkbeelden over kinderen ....................................................................................... 8
1.2.2 De twintigste eeuw: ontwikkelingspsychologie als discipline ................................................ 8
1.2.3 Vraagstukken bij de thema’s van de ontwikkelingspsychologie ............................................ 9
Hoofdstuk 2. Theoretische perspectieven en onderzoek ..................................................................... 10
2.1 Perspectieven bij het kijken naar kinderen ................................................................................. 10
2.1.1. Het psychodynamisch perspectief: focus op innerlijke krachten........................................ 10
2.1.2 Het behavioristisch perspectief: focus op waarneembaar gedrag....................................... 12
2.1.3 Het cognitief perspectief: kijken naar de oorsprong van ons begrip ................................... 13
2.1.4 Het systemisch perspectief: een brede visie op ontwikkeling ............................................. 15
2.1.5 Het evolutionair perspectief: wat onze voorouders bijdragen aan ons gedrag ................... 16
2.2 De werkwijze van het wetenschappelijk onderzoek ................................................................... 17
2.3 Onderzoeksstrategieën en -problemen ...................................................................................... 18
2.3.1 Theoretisch en toegepast onderzoek: twee complementaire methoden ........................... 18
2.3.2 Hoe meet je veranderingen in de ontwikkeling? ................................................................. 18
Hoofdstuk 3 Het begin van het leven .................................................................................................... 19
3.1 Erfelijkheid ................................................................................................................................... 19
3.1.1 Genen en chromosomen: de code van het leven .................................................................... 19
3.3. Prenatale groei en verandering .................................................................................................. 20
3.3.1 Bevruchting: het moment van conceptie ............................................................................. 20
3.3.2 De stadia van de prenatale periode: het begin van de ontwikkeling ................................... 20
3.3.3 Problemen rond de conceptie .............................................................................................. 21
3.3.4 De prenatale omgeving: bedreigingen voor de ontwikkeling .............................................. 22
Hoofdstuk 4 De geboorte en het pasgeboren kind ............................................................................... 25
4.3 Wat een pasgeboren baby allemaal kan ..................................................................................... 25
4.3.1 Fysieke vaardigheden ........................................................................................................... 25
4.3.2 Zintuigen ............................................................................................................................... 25
4.3.3 Het leervermogen van de pasgeborene ............................................................................... 25
4.3.4 Sociale vaardigheden: reageren op anderen ....................................................................... 26
1
Tessa Boode
,Hoofdstuk 5. De fysieke ontwikkeling in de babytijd ............................................................................ 27
5.1 Groei en ontwikkeling ................................................................................................................. 27
5.1.1 Fysieke groei: de snelle schreden van de babytijd ............................................................... 27
5.1.2. Het zenuwstelsel en de hersenen: de fundam-enten van onze ontwikkeling .................... 27
5.1.3 Integratie van lichaamssystemen: de cycli van de babytijd ................................................. 28
5.2 De fysieke ontwikkeling ............................................................................................................... 29
5.2.1 Reflexen: onze aangeboren fysieke vaardigheden............................................................... 29
5.2.2 Motorische ontwikkeling bij baby’s: fysieke mijlpalen ........................................................ 29
5.2.5 Borst of fles? ......................................................................................................................... 30
5.2.6 De kennismaking met vaste voeding: wanneer en wat?...................................................... 30
5.3 De ontwikkeling van de zintuigen ............................................................................................... 31
5.3.1 Visuele perceptie: de wereld zien ........................................................................................ 31
5.3.2 Auditieve perceptie: de wereld van het geluid .................................................................... 31
5.3.3 Reuk en smaak...................................................................................................................... 31
5.3.4 Gevoeligheid voor pijn en aanrakingen................................................................................ 32
5.3.5 Multimodale perceptie: de input van individuele zintuigen gecombineerd ........................ 32
Hoofdstuk 6 De cognitieve ontwikkeling in de babytijd........................................................................ 33
6.1 Cognitieve ontwikkeling volgens Piaget ...................................................................................... 33
6.1.1 Belangrijke elementen van Piagets theorie.......................................................................... 33
6.1.2 De sensomotorische periode: de basis van de vroege cognitieve groei .............................. 34
6.2 De informatieverwerkingstheorie van cognitieve ontwikkeling ................................................. 36
6.2.1 Codering, opslag en terughalen: de grondslagen................................................................. 36
6.2.2 Het geheugen in de babytijd ................................................................................................ 36
6.2.3 Individuele verschillen in intelligentie: is de ene baby slimmer dan de andere? ................ 37
6.3 De wortels van onze taal ............................................................................................................. 38
6.3.1 De basisbeginselen van taal: van geluiden naar symbolen .................................................. 38
6.3.2 Het ontstaan van taalontwikkeling....................................................................................... 39
6.3.3 Praten tegen kleine kinderen: de babytaal .......................................................................... 40
Hoofdstuk 7 De sociale ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de babytijd ................... 41
7.1 De basis van sociaal gedrag ......................................................................................................... 41
7.1.1 Emoties in de babytijd: kennen baby’s emotionele pieken en dalen?................................. 41
7.1.2 De ontwikkeling van het ik: weten baby’s wie ze zijn? ........................................................ 41
7.1.3 Social referencing: voelen wat anderen voelen ................................................................... 42
7.1.4 Theory of mind: hoe baby’s het mentale leven van anderen en van zichzelf zien .............. 42
7.2 Relaties aangaan.......................................................................................................................... 42
7.2.1 Hechting: het vormen van sociale banden ........................................................................... 42
2
Tessa Boode
, 7.2.2 De totstandkoming van hechting: de rollen van de moeder en de vader............................ 43
7.2.3 Interactie met baby’s: ontluikende relaties ......................................................................... 43
7.3 Verschillen tussen baby’s ............................................................................................................ 44
7.3.1 Persoonlijkheidsontwikkeling: kenmerken die baby’s uniek maken ................................... 44
7.3.2 Temperament: stabiele factoren in het gedrag van een kind .............................................. 44
7.3.3 Gender: jongens in het blauw, meisjes in het roze .............................................................. 45
Hoofdstuk 8 De fysieke ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd ....................................................... 46
8.1 Fysieke groei ................................................................................................................................ 46
8.1.1 Het groeiende lichaam ......................................................................................................... 46
8.1.2 De groeiende hersenen ........................................................................................................ 46
8.1.3 Het verband tussen groei van de hersenen en cognitieve ontwikkeling ............................. 47
8.1.4 De ontwikkeling van de zintuigen ........................................................................................ 47
8.2 Motorische ontwikkeling ............................................................................................................. 48
8.2.1 De grove motoriek ................................................................................................................ 48
8.2.2 De fijne motoriek .................................................................................................................. 48
8.2.3 Zindelijk worden: wanneer en hoe? ..................................................................................... 49
8.2.4 Links- of rechtshandigheid ................................................................................................... 49
8.2.5 De tekening als graadmeter van ontwikkeling ..................................................................... 49
8.3 Bedreigingen van fysieke groei en motorische ontwikkeling ...................................................... 49
8.3.1 Slaap ..................................................................................................................................... 49
8.3.2 Voeding................................................................................................................................. 49
8.3.3 Ziekten in de peuter- en kleuterpubertijd ............................................................................ 50
8.3.4 Ongelukken: veiligheid voorop ............................................................................................. 50
8.3.4 Lichamelijke en geestelijke mishandeling ............................................................................ 50
Hoofdstuk 9 De cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd .................................................. 51
9.1 De intellectuele ontwikkeling ...................................................................................................... 51
9.1.1 Piagets stadium van preoperationeel denken ..................................................................... 51
9.1.2 De informatieverwerkingstheorie van cognitieve ontwikkeling .......................................... 52
9.1.3 Vygotsky’s visie op cognitieve ontwikkeling: oog voor de rol van cultuur ........................... 53
9.2 De taalontwikkeling ..................................................................................................................... 54
9.2.1 Linguïstische vooruitgang in de peuter- en kleutertijd ........................................................ 54
9.2.2 Egocentrisch taalgebruik ...................................................................................................... 55
9.2.3 Armoede en taalontwikkeling .............................................................................................. 55
9.3 De invloed van school en media .................................................................................................. 56
9.3.1 Vroege normen van onderwijs en opvang ........................................................................... 56
9.3.2 Leren via media: televisie en gaming ................................................................................... 57
3
Tessa Boode
,Hoofdstuk 10 De sociale ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de peuter- en kleutertijd
............................................................................................................................................................... 58
10.1 Een antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’ .................................................................................. 58
10.1.1 De persoonlijkheidsontwikkeling: conflicten oplossen ...................................................... 58
10.1.2 Het zelfbeeld in de peuter- en kleutertijd .......................................................................... 58
10.1.3 Genderidentiteit: het ontstaan van mannelijkheid en vrouwelijkheid .............................. 58
10.2 Vrienden en familie: het sociale leven van peuters en kleuters ............................................... 59
10.2.1 Het ontstaan van vriendschappen ..................................................................................... 59
10.2.2 De regels van het spel ........................................................................................................ 59
10.2.3 De theory of mind van peuters en kleuters: begrijpen van anderen denken .................... 60
10.2.4 Het gezinsleven van peuters en kleuters ........................................................................... 60
10.3 Morele ontwikkeling en agressie .............................................................................................. 60
10.3.1 Het ontstaan van moreel besef: goed en fout in de maatschappij .................................... 60
10.3.2 Agressie en geweld bij peuters en kleuters: oorzaken en gevolgen .................................. 61
Hoofdstuk 11 De fysieke ontwikkeling in de schooltijd ........................................................................ 62
11.1 Het groeiende lichaam .............................................................................................................. 62
11.1.1 De fysieke ontwikkeling ...................................................................................................... 62
11.1.2 De invloed van voeding ...................................................................................................... 62
11.1.3 Kinderobesitas .................................................................................................................... 62
11.2 De motorische ontwikkeling en de veiligheid van schoolkinderen ........................................... 63
11.2.1 Motorische vaardigheden: voortdurende verbetering ...................................................... 63
11.2.2 On- en offline bedreigingen voor de veiligheid van schoolkinderen ................................. 64
11.3 Kinderen met speciale behoeften ............................................................................................. 64
11.3.1 Zintuigelijke problemen en spraakproblemen ................................................................... 64
11.3.2 Specifieke leerproblemen .................................................................................................. 65
11.3.3 ADHD; Attention deficit hyperactivity disorder ................................................................. 65
Hoofdstuk 12 De cognitieve ontwikkeling in de schooltijd ................................................................... 66
12.1 De intellectuele en taalkundige ontwikkeling ........................................................................... 66
12.1.1 De cognitieve ontwikkeling volgens Piaget ........................................................................ 66
12.1.2 Informatieverwerking in de schooltijd ............................................................................... 66
12.1.3 Vygotsky’s visie op cognitieve ontwikkeling en klassikaal onderwijs ................................ 67
12.1.4 Taalontwikkeling: de betekenis van woorden.................................................................... 67
12.1.5 Tweetaligheid ..................................................................................................................... 67
Hoofdstuk 13 De sociale ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de schooltijd............... 68
13.1 De ontwikkeling van het eigen ik .............................................................................................. 68
4
Tessa Boode
, 13.1.1 De psychosociale ontwikkeling en zelfkennis in de schooltijd: vlijt versus
minderwaardigheid ....................................................................................................................... 68
13.1.2 Eigenwaarde: hoe kinderen een beeld van zichzelf ontwikkelen ...................................... 69
13.2 Relaties: vriendschappen in de schooltijd ................................................................................. 70
13.2.1 Stadia van vriendschap: een veranderende kijk op vrienden ............................................ 70
13.2.2 Individuele verschillen bij vriendschap: wat maakt een kind populair? ............................ 70
13.2.3 Gender en vriendschap: segregatie van de seksen in de schooltijd .................................. 70
13.2.4 Interetnische vriendschappen: integratie binnen en buiten het klaslokaal....................... 71
13.2.5 Pesten op school en online ................................................................................................ 71
Hoofdstuk 14 De fysieke ontwikkeling in de adolescentie .................................................................... 72
14.1 Fysieke rijping ............................................................................................................................ 72
14.1.1 Groei in de adolescentie: het snelle tempo van de fysieke rijping .................................... 72
14.1.2 Puberteit: Het begin van de seksuele rijping ..................................................................... 72
14.1.3 Beeld van het eigen lichaam: reacties op fysieke veranderingen in de adolescentie ........ 73
14.1.4 Vroege en late rijping: gevolgen......................................................................................... 73
14.1.5 Hersenontwikkeling en denken: de opmaat voor cognitieve groei ................................... 73
14.2 Stress en manieren om ermee om te gaan ............................................................................... 74
14.2.1 De oorzaken van stress: reageren op de uitdagingen van het leven ................................. 74
14.2.2 Omgaan met stress............................................................................................................. 74
14.3 Bedreigingen voor het welzijn van adolescenten ......................................................................... 75
14.3.1 Voeding: een gewichtige zaak ............................................................................................ 75
14.3.2 Drugs................................................................................................................................... 75
14.3.3 Alcoholgebruik en -misbruik............................................................................................... 75
14.3.4 Tabak: de gevaren van roken ............................................................................................. 76
14.3.5 Seksueel overdraagbare aandoeningen ............................................................................. 76
Hoofdstuk 15 De cognitieve ontwikkeling in de adolescentie .............................................................. 77
15.1 De intellectuele ontwikkeling .................................................................................................... 77
15.1.1 Het formeel-operationele stadium van Piaget en adolescentie ........................................ 77
15.1.2 De informatieverwerkingstheorie: geleidelijke veranderingen in vermogens .................. 78
15.1.3 De adolescent als het middelpunt van het universum....................................................... 78
15.2 De morele ontwikkeling ............................................................................................................ 79
15.2.1 Kohlbergs theorie van morele ontwikkeling ...................................................................... 79
15.2.2 Gilligans theorie van morele ontwikkeling ......................................................................... 80
Hoofdstuk 16 De sociale ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de adolescentie .......... 81
16.1 Identiteit: een antwoord op de vraag ‘Wie ben ik?’ ................................................................. 81
16.1.1 Zelfbeeld: beschrijving van het ik ....................................................................................... 81
5
Tessa Boode
, 16.1.2 Eigenwaarde: beoordeling van het ik ................................................................................. 81
16.1.3 Identiteitsvorming in de adolescentie: verandering of crisis? ........................................... 81
16.1.4 Marcia’s theorie van identiteitsontwikkeling ..................................................................... 83
16.1.5 Religie en spiritualiteit ........................................................................................................ 84
16.1.7 Depressie en zelfmoord: psychische problemen in de adolescentie ................................. 84
16.2 Relaties: familie en vrienden ..................................................................................................... 85
16.2.1 Familiebanden: veranderende relaties binnen het gezin................................................... 85
16.2.2 Ouder-kind conflicten in de adolescentie .......................................................................... 85
16.2.3 Relaties met leeftijdgenoten: het belang van ‘erbij horen’ ............................................... 86
16.2.4 Populariteit en druk van leeftijdgenoten in de adolescentie ............................................. 86
16.2.5 Criminaliteit in de adolescentie.......................................................................................... 87
16.3 Verkering, seksueel gedrag en tienerzwangerschap ................................................................. 87
16.3.1 Verkering: jongen ontmoet meisje in de 21e eeuw ........................................................... 87
16.3.2 Seksuele activiteiten tijdens de adolescentie .................................................................... 87
16.3.3 Seksuele geaardheid: heteroseksualiteit en homoseksualiteit .......................................... 88
16.3.4 Tienerzwangerschappen .................................................................................................... 88
6
Tessa Boode
, Hoofdstuk 1 Een inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie (of levenspsychologie) is de wetenschappelijke studie naar patronen van
groei, verandering en stabiliteit vanaf de conceptie tot aan de ouderdom. Onderzoekers houden zich
het meest bezig vanaf de geboorte tot een adolescentie, waarin de ontwikkelingen het snelst
opvolgen.
Aan de hand van leeftijd heb je het over ontwikkelingsfasen.
Aan de hand van gebieden heb je het over ontwikkelingsgebieden.
1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied
Onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen is te verdelen in vier centrale thema’s:
- Fysieke ontwikkeling: Kijkt naar de invloed van de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de
zintuigen en de behoefte aan eten, drinken en slaap op ons gedrag. Tijdens de pubertijd gebeurd er
veel, het seksuele rijpingsproces.
- Cognitieve ontwikkeling: Kijkt naar intellectuele vermogens, waaronder leren, geheugen, het
oplossen van problemen en intelligentie. Hoe het gedrag wordt beïnvloed door groei en verandering.
- Sociale ontwikkeling: Kijkt naar de ontwikkeling en de verandering van sociale relaties en
interacties met anderen.
- Persoonlijkheidsontwikkeling: Kijkt naar de duurzame eigenschappen die de ene persoon van de
andere onderscheiden.
Op blz. 9 tabel 1.1 staan een aantal voorbeelden van vraagstukken per thema.
1) De prenatale periode (de periode van conceptie tot geboorte)
2) De baby- en peutertijd (van geboorte tot drie jaar)
3) De kleutertijd (van drie tot zes jaar)
4) De schooltijd (van zes tot twaalf jaar)
5) De adolescentie (van twaalf tot twintig jaar)
Door ontwikkelingsspecialisten wordt er een nieuwe ontwikkelingsperiode voorgesteld:
- Opkomende volwassenheid (late tienerjaren tot midden twintig)
Conceptie: bevruchting.
Als ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben, is het belangrijk om te beseffen dat
zij het over gemiddelden hebben. Tijdstip waarop kinderen gemiddeld genomen mijlpalen bereiken.
Psychologen moeten er ook rekening mee houden dat het ene mens sneller volgroeid dan de ander.
Bovendien kan cultuur, etnische afkomst en ras de ontwikkeling beïnvloeden.
Ieder mens behoort tot een specifieke cohort. Belangrijke sociale gebeurtenissen, zoals oorlogen,
economische groei en crisis, hongernoden en epidemieën, hebben een bepaalde invloed op alle
leden van een cohort.
Cohort: Een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren.
Normatieve gebeurtenissen: Zijn gebeurtenissen die zich voor de meeste mensen binnen een groep
op dezelfde manier voltrekken.
Deze kunnen biologisch, sociaal of cultureel bepaald zijn. Bv. Het bereiken van de puberteit aan het
7
Tessa Boode
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessaboode. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.78. You're not tied to anything after your purchase.