Doel: op een kritische manier leren omgaan met testen.
H1: EFFICIËNTIE, STANDAARDISATIE EN OBJECTIVITEIT
OVERZICHT
1. Efficiëntie
2. Standaardisatie en objectiviteit
2.1 Standaardisatie bij afname
2.2 Standaardisatie bij scoring
1) EFFICIËNTIE
à Hebben we wel een test nodig?
à Is de test een efficiëntere manier om een bepaald psychologisch construct te meten?
• Testconstructeur heeft verzameling van opgaven geselecteerd of geconstrueerd die optimaal een
appèl doen op de te meten eigenschap.
o Observatiesschema’s ontwikkelen, om iets te vertellen over een bepaald construct.
o Dit is de beste manier om het psychologisch construct in kaart te brengen.
• Diagnosticus creëert een testsituatie waarin bijkomstigheden en storende invloeden zo veel mogelijk
worden geweerd.
• Voorbeeld 1: intelligentietest
o Bestaat uit taken die voor hun oplossing een beroep doen op diverse belangrijke aspecten van
intelligentie
§ Taken creëren die zoveel mogelijk op onze intelligentie beroepen.
o Geeft in enkele uren tijd vrij volledig beeld van intelligentie, terwijl vergelijkbare observatie
van gedrag ‘in vivo’ meerdere dagen in beslag zou nemen
• Voorbeeld 2: persoonlijkheidsvragenlijst
o Aan respondent wordt gevraagd zich een voorstelling te maken van groot aantal situaties en
hoe hij/zij er typisch op reageert
o Via zelfrapportering respondent krijgt men op korte tijd indruk van belangrijkste
persoonlijkheidskenmerken, in plaats van langdurige observatie
1
PD - Sessie 8
,2) STANDAARDISATIE EN OBJECTIVITEIT
à Alles op een zo secuur mogelijke manier afnemen en scoren.
• Testonderzoek is een complex proces want grote verschillen tussen:
o Testsituaties
o Onderzochte personen
o Proefleiders
o Tests
è Deze kunnen het resultaat vertekenen.
è Om deze variabiliteiten te kunnen uitschakelen, gaan we standaardiseren.
• Belang van standaardisatie
o Bij zowel afname als scoring
o Voorwaarde voor vergelijkbaarheid van testprestaties of -scores
§ Vergelijken met een normgroep.
2.1 STANDAARDISATIE BIJ AFNAME
Bvb: Hoe moeten de blokjes liggen? Afhankelijk of je links- of rechtshandig bent, …
• Testsituatie
o Instructie goed uitgewerkt
§ De handleiding geeft informatie over hoe je de tekst kan kaderen bij het kind.
§ Wanneer mag je doorvragen? Op welke manier mag je doorvragen? …
o Proefleider houdt zich aan instructie
o Opvallende of specifieke omgevingsinvloeden worden geweerd (temperatuur, geluid,
helderheid van licht, lichtinval, ventilatie, schrijfcondities)
§ Bvb: Als het heel warm is, zoek dan een iets frisser lokaal.
o Storingen tijdens testafname worden voorkomen
§ Bvb: Zorg dat er niemand anders kan binnenkomen (kan resultaat beïnvloeden)
• Proefpersoon
o Vermoeidheid, emotionele opwinding, …
§ Intelligentie- en aandachtstesten zo vroeg mogelijk plannen
§ Als een patiënt emotioneel over zijn toeren is heeft het geen zin de test af te nemen.
o (Vermeende) verwachting proefleider inlossen
§ Proefleider mag geen verwachtingen voorop stellen waaraan proefpersoon denkt te
moeten voldoen. De proefpersoon gaat deze anders willen inlossen.
o Sociale wenselijkheid
§ “Er is geen goed of fout antwoord”, wees zo eerlijk mogelijk, “wat denk/voel jij?”
o Vertrouwdheid met specifieke test of testonderzoek in algemeen
§ Hij kan minder vertrouwd zijn met de specifieke test of onderzoek in het algemeen.
§ Als je de test goed kent, dan zal je over het algemeen beter scoren.
o Motivatie
§ Willen ze het goed doen of niet?
§ Bvb: vroeger dienstplicht in het leger à instabiliteit veinzen op persoonlijkheidstest.
o Angst
§ Sommigen willen het zodanig goed doen, omdat ze bang zijn om een bepaalde
diagnose te krijgen.
2
PD - Sessie 8
, • Proefleider
o Interactie met proefpersoon (vooral bij individuele afname)
§ Je moet de interactie organiseren, ongeacht of je de sympathie voelt voor het kind.
o Onervarenheid (m.b.t. specifieke test of testonderzoek in algemeen)
§ Als je voor het eerst een test afneemt, gaat het gepaard met heel wat spanning.
§ Je bent nog heel veel bezig met het observeren van de proefpersoon: hoe moet ik dit
nu noteren, waar moest ik afbreken, …
2.2 STANDAARDISATIE BIJ SCORING
è De scoring moet zo objectief mogelijk gebeuren.
• Wordt ook wel ‘objectiviteit’ genoemd:
Onafhankelijkheid van storende invloeden vanuit de persoon van de waarnemer, beoordelaar of
interpretator
o Bij een objectief testonderzoek maakt het niet uit wie de beoordelaar is
§ Wie de test ook afneemt, ze moeten tot hetzelfde resultaat komen.
o Objectiviteit impliceert openheid en reproduceerbaarheid van de evaluatieprocedure
• Vanuit deze omschrijving kan de overeenkomst tussen beoordelaars beschouwd worden als een maat
van objectiviteit
• Tests verschillen van elkaar in de mate waarin ze (kunnen) beantwoorden aan de eis van objectiviteit
o Heel objectief: verwerking van antwoorden bij schriftelijke meerkeuzetests
o Weinig objectief: interpretatie van antwoorden bij observatietests en projectieve technieken
• Hoe groter de inbreng van de beoordelaar in het proces van verwerking van gegevens, hoe groter de
kans op subjectieve beïnvloeding
o Waarom doen we niet gewoon alles objectief?
è Spanningsveld met relevantie
§ Sommige dingen kan je niet meten met meerkeuzevragen of observaties, …
o Indien men verder wil gaan dan objectief controleerbare gedragsaspecten gebruikt men best
exact voorgeschreven verwerkingsprocedure
• Onderscheid tussen:
A) Reacties op items met open – vraagvorm
B) Reacties op geprecodeerde items
A) Scoring van reacties op items met openvraagvorm
• Reacties kunnen verbaal (bvb: WISC) of niet – verbaal (bvb: gedragsobservatie – zie foto) zijn
• Door de openvraagvorm is er risico op subjectiviteit en lage overeenkomst tussen beoordelaars
o Zinvolle uitspraken en voorspellingen onmogelijk
o Lage betrouwbaarheid en validiteit
• Manieren om risico te verminderen:
o Gebruik van coderingsysteem (= stelsel van regels en voorschriften dat volledig, duidelijk en
ondubbelzinnig is)
o Goede instructies van de beoordelaars + gelegenheid tot training
3
PD - Sessie 8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dorienferson. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.