100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
HC 2 Mededingingsrecht uitgebreid $3.21   Add to cart

Class notes

HC 2 Mededingingsrecht uitgebreid

 57 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide aantekeningen van HC 2 van het vak Mededingingsrecht van . Document omvat ook het deel van HC 2 dat aan het begin van HC 3 behandeld is.

Last document update: 4 year ago

Preview 2 out of 10  pages

  • February 4, 2020
  • February 12, 2020
  • 10
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
HC 2: vervolg inleiding op het vak, economie en algemene beginselen van
mededingingsrecht
Economie van de mededinging – II
 Analytische helderheid door nadenken over het soort schade aan de mededingingà Schadetheorie
/ ToH
 Drie onderling verbonden vragen waarbij het SCP-paradigma inzicht kan bieden
 Structure (hoeveel actoren, toetredingsbarrières)
 Conduct (prijsstelling, onderlinge afstemming van gedrag)
 Performance (hoeveel consumentenwelvaart)
 Hoe past Metro I hierin?

Arrest Metro I gaat over selectieve distributie. Je moet bekijken wat het effect hiervan is op de
marktstructuur, het gedrag en uiteindelijk de staties van de markt. Selectieve distributie leidt ertoe dat
er dus minder winkels zijn waar je bepaalde spullen kan kopen. Er is een geringer aantal. Dit zullen
ook bepaalde soort winkels zijn. Het zijn distributeurs die geselecteerd zijn op bijzondere
vaardigheden om het product te kunnen verkopen. Metro-arrest gaat over radio’s. Deze winkel heeft
een speciale luisterruimte om CD’s te kunnen luisteren. In deze omgeving is een speciale pre-sale
service aanwezig. Dat is het effect van selectieve distributie.

Wat doet dat met de marktstructuur? Er zijn minder aanbieders. Daarnaast
toetredingsbarrières: er worden voorwaarden gesteld om verkoper te kunnen worden van het product
bij selectieve distributie. De importeur zal zeggen dat er selectieve distributie is en aan welke
voorwaarden je moet voldoen als je dit product wil gaan verkopen. Bijv. personeel moet elke 5
maanden op een scholingstraining komen. Deze voorwaarden maken het allemaal duurder om deze
radio’s te gaan verkopen. Je moet denken als onderneming; wat als ik als onderneming deze spullen
wil verkopen, wat doet dat dan met mij? Je kan je ook verplaatsen in de importeur die aan selectieve
distributie wil gaan doen. Wat wil je dat de winkels gaan doen? Wat zijn de eiser die ik daaraan ga
stellen?

Wat gebeurt er met het gedrag als je weet dat er minder winkels gaan verkopen? Exclusieve
winkels verkopen alleen. Deze winkels weten zeker dat ze niet zomaar concurrente zullen krijgen die
datzelfde merk mag verkopen. Dit zorgt voor hogere prijzen en minder concurrentie. Je krijgt de
radio’s bijv. in je winkel voor 500. Je wil verkopen voor 1000. Je weet ook dat dit misschien te veel is.
Je laat je prijsstelling dan afhangen van de mate van concurrentie. Als er 9 mensen zijn die ook die
radio’s verkopen, dan is de kans groot dat de consument de aanbieders tegen elkaar uit gaat spelen/
naar een ander korting gaat regelen. Het aantal verkooppunten heeft dus invloed op de prijsstelling.
Stel dat er 3 aanbieders zijn die voortdurend tegen elkaar worden uitgespeeld. Dan ga je misschien
afspraken maken met elkaar (we geven bijv. max 10% korting). Dit is makkelijker af te spreken met 3
aanbieders. De kans op kartelvorming is dus groter.

De importeurs die de radio’s leveren hebben een prikkel om ervoor te zorgen dat de aanbieders niet te
veel op de prijs concurreren. Als jij niet kan verkopen voor 1000, maar voor 800 is je winst minder.
Wat doe je dan? Dan ga je naar de importeur en vraag je of je de radio voor 450 kan krijgen. Je wil de
inkoopprijs verlagen. De importeur krijgt deze vraag van al zijn winkeliers als er te veel concurrentie is.
De importeur heeft dus een prikkel om ervoor te zorgen dat er niet al te veel selectieve distribiteurs zijn
en de importeur heeft de prikkel om ervoor te zorgen dat geen van de aanbieders al te veel gaat stunten
met de prijs. Kijk eens om je heen; winkeliers zeggen in de praktijk dat ze zich aan de advies-
verkoopprijs moeten houden.

Als gewone winkels deze radio’s ook mochten verkopen dan zouden de prijzen lager zijn. De prijzen
worden hoger door selectieve distributie. Maar aan de andere kant; de hoge prijs stelt de winkelier in
staat om veel pre-sale/after-sale service te geven aan de consument. Het extra inkomen dat hij krijgt
kan hij hier (deels) voor aanwenden. Er wordt hierdoor waarde toegevoegd aan het product. Dit is een
vergroting van de consumentenwelvaart. Het is heel ingewikkeld om een relatie aan te tonen tussen
marktstructuur en de mate van innovatie. Een onderneming met hoge winstgevendheid is vaak ook
relatief innovatief. Het is geen 1 op 1 verband. Als je niet winstgevend bent, heb je in ieder geval niet de
luxe tot innovatie. Innovatie is ook een vorm van consumentenwelvaart.




1

, Metro I: het Hof zegt hier dat selectieve distributie leidt tot een zekere starheid der
prijsstructuren. Weinig prijsconcurrentie in een selectieve distributiestelsel. In ruil daarvoor krijg je
concurrentie op kwaliteit (pre-sale en after-sale) en je krijgt meer innovatie. In Metro I zie je een hele
brede schadetheorie waarin het Hof kijkt naar de effecten op de markstructuur (hoeveel
ondernemingen zijn er). In deze zaak wilde Metro toetreden tot de markt van het verkopen van die
radio’s en hij kreeg een toetredingsbarrière opgeworpen in de vorm van het selectieve
distributiecontract. Het Hof concludeerde dat er hier inderdaad sprake was van een schade aan de
mededinging. Metro: dit moet je in strijd met de mededinging achten Hof, want dit tast de
marktstructuur aan en het leidt tot slecht gedrag. Hof: je hebt een punt, maar er moet ook gekeken
worden naar de effecten op de kwaliteit. De waarde die wordt toegevoegd voor de consument. Dit
arrest en een tal andere arresten laten zien dat het Hof een hele brede schadetheorie hanteert en
niet alleen kijkt naar consumentenwelvaart maar naar het hele plaatje: effect op de structuur, het
gedrag en op de prestaties van de markt. Deze 3 categorieën zijn belangrijk en komen steeds terug!

The Battle for the Soul of Antitrust (E. Fox)
 Is het nu recht of economie? En is het dan privaat of publiekrecht?
 Hangt mededinging nu af van de hoeveelheid concurrenten?
 Indien ja, is het beschermen van concurrenten dan ook een doelstelling van het
mededingingsrecht (in plaats van of naast consumentenwelvaart)?
 Chicago à Nee, dus minimal antitrust
 Chicago staat ook in de VS onder druk (bijv. Amazon’s Antitrust Paradox)
 Definitief antwoord is niet te geven, maar gevoel voor deze vragen is vereist

Waar draait het nu om in mededinging? Draait het om slechtere effecten voor de
marktstructuur? Draait het om bepaald slecht gedrag? Of draait het om die consumentenwelvaart? Dit
noemde E. Fox The Battle for the Soul of Antitrust. Wat willen we precies beschermen met het
mededingingsrecht? Bij de meeste rechtsgebieden is duidelijk wat je wil beschermen met het recht
(verkeersveiligheid, milieu). Bij mededinging is het niet zo duidelijk; er zijn 3 factoren waar je naar
kijkt. Wat is de ziel van het mededingingsrecht? Is het recht of economie? Wahl zegt dat het
uiteindelijk economie is. Het is een economische grootheid die bepaalt of je juridisch moet ingrijpen of
niet. Dan is het recht dat eigenlijk toegepast zou moeten worden door economen, niet door juristen.
Dus het Hof en de advocaten zouden economen moeten zijn als het aan Wahl ligt, of juristen met een
forse economische training. Vedder: het gaat hier om regels in een EU-verdrag. Het is gewoon recht,
maar wel recht met een dosis economie. Wat is de rol van economie in dit rechtsstelsel. Is het privaat
of publiekrecht? EU-recht is een beetje privaat en een beetje publiek. Voor een groot deel is het
mededingingsrecht privaatrechtelijk (waar het gaat om ondernemingen), maar het overgrote deel
van handhaving ervan is publiekrechtelijk. Het beschermingsdoel is ook publiekrechtelijk: eerlijke
concurrentie. Het mededingingsrecht is dus een hybride rechtsgebied. Dat het privaat en
publiekrechtelijk is, kan nog weleens lastig zijn bij de handhaving. De rechter is bijv. bij privaat
leidend en bij publiekrecht is de rechter actief. Bij privaat heb je een stelplicht en bewijslast die anders
is bij publiekrecht.

Als je bepaald hebt of het privaat of publiekrechtelijk is of een eigen rechtsgebied, wanneer ga je
ingrijpen? Als de marktstructuur verslechterd en het aantal concurrenten daalt? Soms doen we dat,
bijv. bij bepaalde grote fusies. Die moeten goedgekeurd worden door Brussel. Dan wordt gekeken
wat de fusie doet met het aantal concurrenten. Als dit aantal te laag wordt, dan wordt de fusie
verboden. Bijv. als in NL de enige twee aanbieders van postbezorging willen fuseren. Dan blijft er maar
1 over. Een deel van het mededingingsrecht grijpt dus enkel en alleen in om het aantal concurrenten.
Kan je dat verabsoluteren? Kan je dan zeggen; dus het mededingingsrecht beschermt concurrenten?
Nee. Want er zijn ook zaken waarin wel werd toegestaan dat een onderneming van de markt verdween
door een monopolist. Soms is dit misbruik van economische machtpositie.

We beschermen concurrentie. Om dit te begrijpen moeten we een stukje terug in de geschiedenis. In
de jaren ’50 was er Harvard-school. Harvard (SCP-paradigma): aan de hand van de marktstructuur en
het aantal ondernemingen kunnen wij voorspellen of de markt goed of slecht gedrag gaat vertonen en
daarmee goed of slecht gaat functioneren. Hier is heel veel empirisch bewijs tegen gekomen. Er is niet
1 op 1-relatie tussen de marktstructuur, het gedrag en de prestaties. Chicago-school ’80: we moeten
ons alleen met de markt bemoeien en interfereren als de mededingingsautoriteit kan aantonen dat er
schade is aan de consumentenwelvaart. Dat is heel moeilijk om aan te tonen, kan alleen bij hele harde
duidelijke kartels. De rest lost zichzelf op. Wat zijn de vooroordelen van monopolisten? Hoge prijzen
hanteren. Of lage prijzen om een concurrent van de markt te krijgen en dan weer hoge prijzen.



2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller no1234. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
  Add to cart