Inleiding in de kunstgeschiedenis III afbeeldingen hoofdstuk 24
All for this textbook (1)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Kunstgeschiedenis
Inleiding in de kunstgeschiedenis II
All documents for this subject (17)
4
reviews
By: ezzie • 2 year ago
By: renskekasma • 3 year ago
By: frederiquerolandholst • 3 year ago
By: xhannahdr • 4 year ago
Seller
Follow
robinalberts1
Reviews received
Content preview
Inleiding in de Kunstgeschiedenis II
Aantekeningen colleges
College I – 29 oktober 2018
Giotto & de Wedergeboorte van de kunst
Giotto di Bondone (ca. 1267 – 1337).
Was een herdersjongen en leefde op een heuvel vlak buiten Florence. Zijn vader
was een boer.
Giotto paste vaak op de schapen van zijn vader – dit werk was nogal saai.
o Nam een steen en begon daar met een kooltje de schapen van zijn
vader op na te tekenen.
Op een dag kwam de bekende schilder Cimabue langs Giotto en de schapen.
Hij was onder de indruk van het werk van Giotto en vroeg aan de vader
van Giotto of hij Giotto mee mocht nemen naar de stad (Florence).
o Volgens Cimabue zou Giotto een enorm grote schilder kunnen
worden.
Dit verhaal is één van de grootste mythes, opgeschreven door
Vasari (de eerste echte kunsthistoricus, onze grootvader).
Dit was de geboorte van de Westerse natuurgetrouwe kunst.
De wedergeboorte in de kunst rond 1300 kwam door twee factoren:
1. Men ging tekenen naar de natuur.
2. Er waren goede leermeesters.
Giotto’s grote claim was goed te kunnen tekenen, omdat hij heel goed naar de
natuur keek en naar de natuur werkte. Hij keek naar wat het is dat je wil
verbeelden. In de kunst van de Middeleeuwen verandert er niets, maar wordt er
afgegaan van de natuurgetrouwheid (volgens Vasari):
Schapen bijvoorbeeld, hebben geen contour meer en ondervinden modellering.
Er werd gebruik gemaakt van stylismes, eerst werd alles getekend als
een soort van strip.
Nu wordt alles getekend naar de natuur – de wedergeboorte in de kunst.
Giotto grijpt volgens Vasari weer terug op de Oudheid. Ook in de oudheid werd
veel naar de natuur gekeken.
Bespreken in dit college:
I. Inzicht in de ontwikkeling van de stijl van de Italiaanse kunst van de 13 e
en 14e eeuw.
II. Begrip van de opzet van een 14e-eeuws decoratieprogramma.
I. Inzicht in de ontwikkelingen van de stijl van de Italiaanse kunst van
de 13e en 14e eeuw.
De Wedergeboorte in de kunst had een aantal oorzaken, waaronder werken
naar de natuur (1).
Dit ontstond in Italië rond de 14e eeuw. Franciscus van Assisi (paneel van
altaarstuk, ca. 1235) werd vaak afgebeeld met gaten in zijn handen – de
stigmata’s.
Wilde zo naar het leven van Jezus leven, dat hij druk voelde op de punten
waar Jezus was gekruisigd, dus in zijn handen.
Hij werd ook vaak afgebeeld met een touw met drie knopen, die stonden voor
de drie geloftes.
Onderdanigheid, kuisheid en armoede – de drie geloftes waar je aan
moest voldoen als je wilde intreden tot het klooster. Vooral de armoede
was van belang in het klooster.
1
,Franciscus werd ook vaak predikend voor vogels afgebeeld. Hiermee wilde men
zeggen dat hij zo goed kon vertellen, dat zelfs de vogels naar hem toe kwamen
om hem aan te horen.
Franciscus was enorm bezig met de natuur en de mensen bij de
Christelijke boodschap te betrekken.
Hij overleed in 1226 en werd twee jaar later, in 1228, heilig verklaard. Er is een
kerk voor hem gebouwd, die bestaat uit twee delen: de San Francesco (1228 –
1253) in Assisi.
Ze hebben zijn lichaam ingebouwd, uit de angst dat het gestolen zou
worden.
De kerk bestaat, zoals eerder benoemd uit twee delen:
De onderkerk is Romaans, met halfronde bogen – het is erg donker,
weinig ramen.
o De bovenkerk is juist in de gotische stijl gebouwd.
Het verschil in stijl is ook een apotheose van meer licht, zodra
je boven (dus in de bovenkerk) komt, maar ook zie je de
verandering van stijl in de kunst van deze tijd.
De grotere bovenkerk heeft meer licht en meer wandruimte, waardoor er
meer plaats is voor schilderingen en deze ook beter belicht worden (wijkt af
van traditionele, Frans-Gotische kerken).
Als tweede oorzaak voor de Wedergeboorte, was de internationale oriëntatie
(2) van belang.
Als je kijkt naar de ligging van Italië, zie je dat het heel gecentreerd binnen
Europa ligt. Contact met Frankrijk werd gekregen over de Alpen en via de
bedelordes.
Franciscus van Assisi sticht de orde: de San Francesco is het hoofd van de
kerk. De broeders van de orde gaan Europa over om mensen bij hun geloof
te betrekken.
Er is ook veel contract over zee: Italië was een echte handelsnatie. Vanaf Venetië
ging men naar Egypte, maar ook naar Frankrijk.
Het Islamitisch gebied werd door de Abassiden bereikt (Caïro).
Vasari heeft gezegd dat Giotto naar Assisi ging en daar een tijd heeft
geschilderd.
Dit werd voorafgegaan door de scholing van Giotto bij Cimabue, in
Florence.
o Heeft hier dan ook een kruisiging geschilderd voor de San Francesco
– er ontbreekt veel kleur, aangezien dit één van zijn eerste
fresco’s was.
Giotto wist nog niet dat niet alle pigmenten geschikt zijn voor de fresco,
waaronder bijvoorbeeld loodwit, wat een chemische reactie aangaat en zwart
wordt.
In de rest van het schip van de San Francesco worden scenes uit het leven
van Franciscus afgebeeld.
o Franciscus is bereid om door het vuur te gaan voor zijn geloof in het
bijzijn van de Sultan van Egypte.
De Sultan gelooft hem niet, maar Franciscus doet het toch –
dwingt op deze manier respect af van de Sultan.
Als derde oorzaak voor de Wedergeboorte, waren de bedelordes (3) enorm van
belang.
De bedelordes zorgden er namelijk voor dat de kunstenaars in contact konden
komen met de internationale wereld, waardoor er grotere opdrachten konden
2
,worden aangenomen, waarbij kunstenaars o.a. samen gingen werken. Er vond
enorm veel netwerking plaats.
Bedelordes leven zich in, in de verhalen die verteld worden en belangrijk
zijn.
Veel schilders uit het Byzantium kwamen over zee naar Italië en brachten de
hofcultuur met zich mee.
De hofcultuur was een gefossiliseerde versie van die van de Romeinen.
o Er werd veel chrisografie toegepast – schrijven in goud.
Madonna op troon (ca. 1280 – 1290) – Cimabue.
Bij Cimabue zijn werk zijn er veel Byzantijnse tradities te zien.
Vasari noemde deze Byzantijnse tradities ook wel de ‘maniera Greca’,
ofwel de Griekse Manier: Cimabue nam de plooien over van de Griekse
stijl, eveneens als de chrisografie. Ook nam hij de gezichten over, waarbij
er een duidelijke ‘v’ te zien is tussen de wenkbrauwen.
Madonna op troon (ca. 1310) – Giotto
Giotto zijn Madonna, is in vergelijking met die van Cimabue, veel meer 3D.
Giotto voegt in zijn werk diepte toe, waardoor er ruimtewerking
ontstaat.
o In de borsten en in de nek voegt hij veel meer ‘beweging’ toe.
Ook maakt hij over het algemeen veel meer gebruik van modellering.
Door de manier waarop het licht invalt, maakt hij de Madonna een echte
vrouw van vlees en bloed. Ook de overlapping van de man die door de
opening in de zijkant van de troon kijkt, zorgt voor dieptewerking. De
anatomie schijnt ook door onder de kleding.
De vierde oorzaak van de Wedergeboorte in de kunst, was het hebben van een
goede leermeester (4).
Giotto nam enorm veel trucjes over van Cimabue, maar wel met veel wedijver.
Meestal streven leerlingen er naar, om beter te worden dan hun
leermeester. Giotto wilde dit dus ook. Je leermeester ‘kleurt wat je ziet
aan de werkelijkheid om je heen’ en zorgt bij jou voor een bepaald
wereldbeeld.
Arenakapel (1203 – 1304) – Padua (IT).
In de Arenakapel zijn allerlei scenes van het leven van Christus en Maria
afgebeeld, eveneens als het Laatste Oordeel. De onderrand lijkt wel een
lambrisering met grisailles.
Giotto bedenkt deze geschilderde beelden (de grisaille) – hij beeldt Fides
(geloof) en Caritas (barmhartigheid) uit.
Dat Giotto grisailles schilderde, was niet voor niets. Hij had dit overgenomen van
het werk van de beeldhouwer Giovanni Pisano.
De Madonna met Kind (1305) van Giovanni Pisano doet enorm denken aan
de Maagd van Parijs.
De Camposanto was het kerkhof van Pisa en betekent letterlijk het ‘heilige
veld’. Aan de randen van dit veld staan allerlei sarcofagen, met daarin
overblijfselen van Romeinen.
3
, Giovanni Pisano heeft hier dus kunnen zien, hoe er in de Romeinse tijd
sarcofagen werden gemaakt. Hierdoor is Giotto weer beïnvloed voor zijn
grisailles.
o Pisano kijkt dus ook naar de Oudheid – belangrijk voor de
Wedergeboorte.
De leermeester van Giovanni Pisano, was zijn vader: Nicola Pisano.
Ook belangrijk voor de Wedergeboorte in de kunst, was de Oudheid (5).
Er was een grote band met de Oudheid, doordat Giotto in een land werkte waar
de resten van de Oudheid nog overgebleven waren.Op deze manier kon hij de
Oudheid goed bestuderen en op zijn eigen manier de stijl van de Oudheid weer
introduceren.
Nicola Pisano was de eerste stap naar de oudheid, door de reliëfs die hij
gebruikte in zijn eigen beeldhouwwerken. De reliëfs van zijn zoon,
Giovanni, waren veel drukker dan die van Nicola zelf.
Giovanni Pisano zijn gebeeldhouwde Maria zag er uit als een trotse moeder.
Ze had zelfs een klein lachje op haar gezicht en vertoonde expressie en
emoties.Dit was enorm vernieuwend, aangezien bij Nicola Pisano de
moeder meer een matrone was.
Het werk van Giovanni Pisano zorgde dan ook voor een narratieve revolutie.
Het gaat verder dan de natuur – je moet iets kunnen inbeelden en
vervolgens ook weer kunnen uitbeelden: Giotto was hier ook enorm sterk
in en zette in zijn Madonna op troon dan ook een trotse moeder neer.
Het narratieve aspect in de kunst (6) droeg op zijn beurt dan ook bij aan de
Wedergeboorte van de kunst: alles binnen de kunst heeft een functie,
bijvoorbeeld het vangen van blikken etc.
Madonna en kind – Giotto (ca. 1310 – 1315), voorbeeld kenmerken
wedergeboorte:
I. Werken naar de natuur: Giotto weet heel goed een natuurgetrouwe
roos, met doornen, af te beelden. De doornen hebben ook nut – ze
verwijzen naar de passie van Christus. Maria geeft Jezus een roos met
doornen, om zo te laten zijn dat hij later in zijn leven ook zal moeten
lijden.
II. Internationale oriëntatie: de aureool achter het hoofd is ook een
inventie. Deze is afgeleid van een schaal uit, waarschijnlijk, Egypte. Het
Oosten was het heilige land en geeft dus zodoende een heilige
betekenis aan het schilderij.
III. Bedelordes: als je kijkt naar hoe Jezus de vinger van Maria vasthoudt,
zie je dat er veel aandacht is voor tederheid binnen het schilderij.
IV. Goede leermeester: je ziet dat Giotto de trucjes van Cimabue heeft
gebruikt, maar deze wel heeft vernieuwd in zijn eigen stijl.
V. Oudheid: je ziet dat er binnen de ruimtelijkheid van dit werk naar de
oudheid is gekeken.
VI. Narratieve realisme: er zijn in het schilderij maar twee figuren, toch
weet je precies welk verhaal er verteld wordt: je ziet een roos, Maria
kijkt droef – zodoende weet je wat het kind Jezus te wachten staat.
Als laatste oorzaak van de Wedergeboorte in de kunst, hebben we nog de
stedelijke rivaliteit (7).
Er kwam rond de 14e eeuw een enorme opkomst van handelssteden in Italië.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinalberts1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.79. You're not tied to anything after your purchase.