Samenvatting Change Management 7e druk - Tentamen Verandermanagement
46 views 4 purchases
Course
Verandermanagement (BDK31VRG.02_2425)
Institution
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Changemanagement
Samenvatting van alle hoofdstukken uit het boek, gemaakt aan de hand van de toetsmatrijs van Windesheim, de ondersteunende PowerPoint over het tentamen en het boek Change Management.
Samenvatting Change Management – Tentamen Verandermanagement
Hoofdstuk 1 – Het Integraal Organisatie- en Veranderingsmodel (het IOV-model)
Weten dat de kern van het IOV-model uit 10 elementen bestaat
Het ontwerpen en implementeren van nieuwe ‘fits’ wordt vergemakkelijkt als de
manager het IVO-model gebruikt.
Van een ‘fit’ is sprake wanneer op een geven moment alle voorwaarden om een
organisatie succesvol te kunnen laten functioneren goed bij elkaar passen en/of
op elkaar zijn afgestemd.
In de kern bestaat het model uit de volgende tien elementen:
Organisatiekunde geeft antwoord op de vraag
wat er verandert en waarom:
1. De ‘fit’
2. Niveaus van verandering
3. Verandervermogen
Veranderkunde geeft antwoord op de vraag
hoe de veranderingen ingevoerd worden
4. Veranderstrategieën
5. Vormgeven aan het veranderproces
6. Instrumentatie van het veranderproces
7. De leider als veranderaar
8. Functionele relaties
9. Evaluatie
10.Veranderplan
Weten dat het IOV-model verwijst naar 3
bestaansvoorwaarde
De drie bestaansvoorwaarden zijn:
1. Het bestaansrecht
Dit betekent dat de organisatie in staat is die producten en/of diensten te
leveren die de afnemers wensen en waarvoor ze bereid zijn zoveel geld te
geven dat de organisatie kan voortbestaan.
2. De inrichting
Dat houdt in dat de organisatie beschikt over zodanige competenties en
middelen dat het bestaansrecht wordt gewaarborgd.
3. De leefbaarheid
Dat wil zeggen dat de mensen in de organisatie gemotiveerd zijn en blijven
om bij te dragen aan het voortbestaan van de organisatie.
Herkennen de samenhang in het IOV-model tussen de Bestaansvoorwaarden, de
huidige en gewenste ‘fit’ en externe omgeving
• Er is sprake van ‘Fit’, wanneer de 3 Bestaansvoorwaarden in de huidige
situatie goed op elkaar zijn afgestemd.
• Door ontwikkelingen in de externe omgeving kan de onderlinge
afstemming in de Huidige ‘Fit’ verstoord raken. Er ontstaat dan een
verandernoodzaak.
• Diagnose van de huidige ‘Fit’ stelt de ernst van de verandernoodzaak vast
en achterhaalt wat de organisatiekundige problemen zijn in de huidige
situatie die ongewenst is geworden.
• Om de Bestaansvoorwaarden opnieuw op elkaar af stemmen, ontwerpt de
organisatie een veranderplan voor de Gewenste situatie in de toekomst.
, • De Veranderingskloof verwijst naar de discrepantie (het omvangs-
verschil qua sterkte) tussen de Huidige ‘Fit’ en de Gewenste ‘Fit’.
• In het veranderplan staan weergegeven de maatregelen (interventies),
die gefaseerd uitgevoerd worden om de Gewenste situatie daadwerkelijk te
realiseren.
• Het realiseren van de Gewenste ‘Fit’ is een veranderkundige uitdaging die
plaatsvindt op drie veranderniveaus.
Weten dat het IOV-model op 3 verschillende niveaus toegepast wordt
We onderscheiden drie niveaus van verandering:
1. Het strategisch beleid <-> Richten
Omvat het geheel aan maatregelen dat we op het terrein van de
bestaansvoorwaarden dienen te nemen om invulling te geven aan de
uitgangspunten. Het geeft richting aan die de onderneming opgaat.
2. De functies en de ordening daarvan <-> Inrichten
Als we weten waarheen we willen gaan, zullen we vervolgens dienen te
beschikken over de middelen om dat mogelijk te maken. Kortom, hoe
richten we de organisatie in om het gewenste doel te halen?
3. Het functioneren of het gedrag <-> Verrichten
Wat vraagt de nieuwe situatie aan ander gedrag van de medewerkers in
vergelijking met de oude situatie? Welke competenties worden er nu
gevraagd en welke competenties dienen te worden afgezworen?
Hoofdstuk 2 – Organisatieverandering: de huidige en de gewenste ‘fit’
Herkennen in het 7S-model subsystemen en aspectsystemen
Subsystemen verwijzen naar afzonderlijke, identificeerbare organisatiedelen met
specifieke functies en taken.
Aspectsystemen zijn overkoepelende elementen die de gehele organisatie
beïnvloeden, maar niet zelfstandig opereren als aparte eenheden.
Kunnen verschillende indelingen van organisatieverandering duiden
Spontane en bewust gestuurde veranderingen
Onbewuste (spontane) veranderingen
Het overgrote deel van de veranderingen in organisaties vindt plaats zonder dat
iedereen in de organisatie zich daarvan bewust is. Het betreft veranderingen die
voortkomen uit de persoonlijke drijfveren van mensen.
Bewust gewilde en gestuurde veranderingen
Men wil het functioneren van de organisatie verbeteren om de organisatie beter
te kunnen laten voortbestaan.
Organisatieverbetering versus organisatievernieuwing
,Organisatieverbetering <-> evolutionaire ontwikkeling
Betrokkenen willen het steeds beter doen. Ook al ging het vandaag goed, morgen
kan het beter.
Kenmerkend voor organisatieverbetering is dat iedereen erbij betrokken is, en er
stapsgewijs verbetering plaatsvindt.
Organisatievernieuwing <-> revolutionair karakter
Bij organisatievernieuwing is de volgorde: eerst anders, dan beter.
Organisatievernieuwingen doen zich schoksgewijs voor, zijn ingrijpend en tijdelijk.
Preventieve en curatieve veranderingen
Preventieve veranderingen
Wil zeggen dat je gaat veranderen om organisatorische problemen te voorkomen.
- Verbeteren (nog beter maken) en vernieuwen (radicale koerswijziging)
Curatieve veranderingen
Wil zeggen dat je gaat veranderen om organisatorische problemen te genezen.
- Aanpassen (paar kleine tussenstapjes) en reorganiseren (forse ingreep
nodig)
Kunnen de formule E = K x A verduidelijken via verschillende voorbeelden
E=KxA
- E= Effectiviteit
- K= Kwaliteit
- A= Acceptatie
Effectiviteit verwijst naar de mate waarin een bepaalde verandering, proces,
systeem of actie succesvol is in het bereiken van zijn beoogde doelen of
resultaten. Met andere woorden, het meet hoe goed iets werkt in het bereiken
van het gewenste effect.
Kwaliteit verwijst naar de eigenschappen van een veranderproces, dienst of
systeem die bepalen hoe goed het voldoet aan de gestelde normen, specificaties
of verwachtingen. Het omvat aspecten zoals betrouwbaarheid, duurzaamheid,
nauwkeurigheid en bruikbaarheid.
Acceptatie verwijst naar de mate waarin een bepaalde verandering wordt
aanvaard, goedgekeurd of omarmd door degenen die erbij betrokken zijn. Het
kan worden beïnvloed door factoren zoals perceptie tevredenheid en
gebruiksgemak.
, Voorbeeld:
Een organisatie besluit over te stappen op een flexibel werkbeleid.
Er worden flexibele werktijden met thuiswerkmogelijkheden ingevoerd die door IT-technologie en
met ergonomische middelen ondersteund worden. De medewerkers zijn tevreden met de balans
tussen werk en privé en maken actief gebruik van de mogelijkheden. De organisatie ziet een
toename in medewerkerstevredenheid, een afname in ziekteverzuim en een hogere
productiviteit.
Kunnen de vier verschillende omgevingstypen onderscheiden
De mate van complexiteit en stabiliteit leidt tot vier omgevingstypen, waarbij is
aangegeven hoe onzeker die omgeving voor het management is.
Stabiel Instabiel
De omgeving verandert zelden en blijft gedurende lange tijd Veranderingen komen vaak en vooral abrupt voor.
Frequentie verandering
hetzelfde.
marktvolatiliteit Er zijn weinig schommelingen in de markt of industrie Marktcondities veranderen snel en onverwacht
Bedrijven onderhouden langdurige relaties met klanten en Relaties zijn afwisselend en kort.
Relaties
leveranciers.
Simpel Complex
Er zijn slechts een paar omgevingsfactoren die de Er zijn veel verschillende omgevingsfactoren die de
aantal verschillende variabelen
bedrijfsvoering beïnvloeden. bedrijfsvoering beïnvloeden.
Processen en procedures zijn gestandaardiseerd en goed Bedrijf is afhankelijk van geavanceerde technologieën en
Technologie
gedefinieerd. methoden om bedrijfsprocessen te ondersteunen.
Betrouwbare processen en output, waardoor een stabiele Vaak zijn er langdurige en complexe ontwikkelings- en
Processen
productie en levering mogelijk zijn. productieprocessen.
Kunnen aan de hand van kenmerken uit het IOV-model twee tegengestelde
organisatietypologieën van Mintzberg duiden & Kunnen aan de hand van
kenmerken uit het IOV-model afleiden in welk soort externe omgeving een
organisatie zich bevindt & Kunnen aangeven welke bestaansvoorwaarden
aangepast dienen te worden voor het realiseren van een succesvolle
organisatieverandering
Twee verschillende types organisaties:
Model A: Weinig vrijheid voor medewerkers.
Model B: medewerkers beschikken zeer grote vrijheid.
Bedrijven die door middel van het toepassen van digitale technologieën in alle
facetten van hun bedrijfsvoering nieuwe markten aanboren en/of bestaande
ontwrichten. Deze bedrijven werken vaak met zelfsturende, flexibele teams
zonder teammanagers of HR-Managers, het zijn netwerkorganisaties. Menselijke
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotterebers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.