100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie Financiële zelfredzaamheid $4.46   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie Financiële zelfredzaamheid

14 reviews
 1298 views  22 purchases
  • Course
  • Level

Bedrijfeconomie samenvatting over het onderwerp Financiële zelfredzaamheid. Deze samenvatting is voor leerlingen uit 4/5 Havo en 4/5/6 Vwo.

Preview 2 out of 14  pages

  • February 6, 2020
  • 14
  • 2018/2019
  • Summary
  • Secondary school
  • 4

14  reviews

review-writer-avatar

By: bramvandenbelt33 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ankevanhilvoorde • 1 year ago

review-writer-avatar

By: bramvandenbelt • 3 year ago

review-writer-avatar

By: hoogeveenanna • 3 year ago

review-writer-avatar

By: rosannavanmuijden • 3 year ago

review-writer-avatar

By: V28 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: mereldebruin94 • 3 year ago

Show more reviews  
avatar-seller
Financiële zelfredzaamheid 1tm7.

Nieuwe studiefinanciering = afschaffing van de ‘gratis’ basisbeurs en invoering van het
sociaal leenstelsel

Sociaal leenstelsel = in het hoger onderwijs tegen gunstige voorwaarden geld lenen van de
overheid ter financiering van de studie.

Deze wijziging kwam omdat er crisis was en het oude studiefinanciering niet langer
betaalbaar was. En er moest ook nog meer geld in het onderwijs geïnvesteerd worden.

Een opleiding is een investering omdat, je geld leent (betaalt) voor een studie waar je later
weer werk door kan krijgen en meer geld kunt verdienen.

Als samenleving wil je graag horen tot de sterkte kenniseconomieën en zo je BNP verhogen.

Keuze opleiding kiezen:
1. Aangetrokken voelen tot de opleiding.
2. Interesse.
3. Talenten.
4. Arbeidsperspectief.
5. De beloning.
6. De prijs van de opleiding.

Het is moeilijk een opleiding te kiezen want is he arbeidsperspectief over 4 of 5 jaar
hetzelfde, is kans werk vinden na de opleiding groter of kleiner. Daarbij is de beloning niet
afhankelijk van de opleiding.

Invloed beloning = vraag en aanbod arbeidsmarkt, de ontwikkelingen van de sector, je eigen
prestaties.

Zorgverzekering = verzekering voor ziektekosten.
Zorgtoeslag = tegemoetkoming van de overheid in de kosten van de zorgverzekering.
Schadeverzekering = stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd
risico.

Schadeverzekeringen:
1. Zorgverzekering.
2. Inboedelverzekering.
3. Opstalverzekering.
4. Reisverzekering.
5. Arbeidsongeschiktheidsverzekering.
6. Aansprakelijkheidsverzekering.
7. Autoverzekering.

, Zorgverzekering = verzekering voor ziektekosten.
Inboedelverzekering = verzekering tegen schade aan je spullen (door brand, water, inbraak
en storm).
Opstalverzekering = verzekering voor de woning tegen schade door brand storm en inbraak.

Een opstalverzekering is verplicht voor iedereen met een koopwoningen een hypotheek.

Aansprakelijkheidsverzekering (AVP) = verzekering die de verzekerde beschermt tegen
aansprakelijkheid tot een bepaald bedrag. (Letselschade en zaakschade).

Zorgverzekering is voor iedereen verplicht en autoverzekering voor een auto eigenaar de
andere verzekeringen zijn eigen keus.

Levensverzekering = een verzamelnaam voor de verzekeringen die te maken hebben met
het leven en/of de dood van de verzekerde.
1. Uitvaartverzekering = verzekering voor de dekking van de uitvaart kosten (begrafenis
enz).
2. Lijfrenteverzekering = verzekering die gedurende de voorgesproken periode of
levenslang telkens hetzelfde bedrag uitkeert aan de verzekerde. (Levenslange LRV
verzekert het zogenaamde langlevenrisico.
3. Overlijdensrisicoverzekering = verzekering voor het risico van overlijden.

Lenen.

Studiefinanciering = studievoorschot, aanvullende beurs en studenten ov-chipkaart.
Studievoorschot = een lening die studenten tegen voordelige voorwaarden kunnen afsluiten
bij de overheid. (Is niet verplicht) (maximaal 1025.08).

Het krijgen van een aanvullende beurs is afhankelijk van het inkomen van je ouders ene het
aantal boers en zussen die al wel of nog geen studiefinanciering hebben aangemaakt.
Als een student een aanvullende beurs heeft en niet binnen 10 jaar zijn studie afgrond moet
hij de aanvullende beurs terugbetalen.

Consumptief krediet = een door de consument afgesloten lening voor consumptieve
doeleinden (kopen van een fiets of auto of levensonderhoud).
Kredietnemer/ geldnemer = een persoon of organisatie die een lening (krediet) heeft
afgesloten bij een kredietverstrekker.
Kredietgever = verstrekt leningen aan kredietnemers. (Bv: bank).
Kredietkosten = de totale kosten van een lening (krediet).
Persoonlijke lening = een lening aan een consument voor de aanschaf van duurzame
consumptiegoederen. (Het geleende bedrag in één keer wordt uitbetaald en daarna door de
lener in een vaststaand aantal termijnen wordt terugbetaald.)
Aflossingsbestanddeel = het aftelossen bedrag.
Rentebestanddeel = de rente die je betaalt over het aftelossen bedrag.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hugoarntz. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83430 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.46  22x  sold
  • (14)
  Add to cart