Hoorcollege 1: Criminologie:
bestuderen van criminaliteit
Van Dijk c.s.
Week
Hoofdstuk 1 en
36 Hoorcollege 2:
3.
Strafrechtspleging en
criminaliteitsbeleid
Van Dijk c.s.
Hoorcollege 3: Criminografie:
Week Hoofdstuk 2.
meten van criminaliteit
37 Collegeclip:
UvNL
Hoorcollege 4: Etiologie:
biologische en psychologische
verklaringen voor criminaliteit
Van Dijk c.s. Werkgroep 1: Het
Week
Hoofdstuk 4 en meten van
38 Hoorcollege 5: Etiologie:
5. criminaliteit
sociologische en economische
verklaringen voor criminaliteit
Van Dijk c.s.
Hoorcollege 6: Werkgroep 2: Het
Week Hoofdstuk 6.
Criminaliteitspreventie strafrechtelijke
39 Collegeclip:
systeem
UvNL
Hoorcollege 7: Penologie: Werkgroep 3:
Week Van Dijk c.s.
bestraffen van criminaliteit Verklaring gedrag
40 Hoofdstuk 7.
jeugddelinquent
Hoorcollege 8: Victimologie: Van Dijk c.s.
Werkgroep 4:
Week slachtofferschap van Hoofdstuk 8.
Straffen
41 criminaliteit Collegeclips:
jeugddelinquent
UvNL (3x)
,Week 36
Hoofdstuk 1
1. Ouderen en laagopgeleide vinden het vaakst dat criminaliteit toeneemt
2. Persoonlijke onveiligheid gevoel neemt toe
a. Hangt niet los van politieke voorkeuren -> sterk bij aanhangers van de
PVV
Al decennia meerderheid de rechter te slap
3. Neerwaartse vergelijking – de aantrekkelijkheid van criminele horrorverhalen
berust op het aangename gevoel dat men er zelf beter aan toe is dan het
slachtoffer
4. Gevoel van morel verontwaardiging zijn vooral sterk als het slachtoffer
weerloos en onschuldig is -> bv met kinderen
a. Creëert een roep om vergelding -> bv ‘Robert M doodstraf’
5. Durkheim: criminaliteit juist door het oproepen van negatieve emoties een
positieve sociale functie vervult
a. Door gevoel te delen bevestigen leden hun normbesef
b. En collectieve besef van morele superioriteit
6. Het leggen van een relatie tussen etnische minderheden of asielzoekers en
criminaliteit kan gemakkelijk vreemdelingenhaat verergeren
7. Misdaad fascineert
a. Bij een deel van toeschouwers die zich met daders identificeren, roept
deze identificatie vervolgens weer schuldgevoelens op
i. Leiden tot roep om strenge bestraffing
b. Identificatie met daders kan ook gevoelens van mededogen oproepen
c. De identificatie met daders als slachtoffer kunnen collectieve frustraties
ten grondslag liggen -> bv. BLM
8. Het is taak van criminologen om een evenwichtige en human reactie bij te
dragen op misdrijven
a. Probeert zo veel mogelijke zakelijke informatie te verzamelen en dit
systematisch te beoordelen
9. Geen algemeen verband tussen de komst van komst van asielzoekers en het
aantal gepleegde misdaden
10. Een criminoloog is iemand die zich beroepshalve toelegt op de bestudering
van misdaad en straf, maar daarbij er feitelijk naar kijkt, niet met
hoogopgelopen emoties.
11. Definitie: de criminologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de
bestudering van de aard en achtergronden van menselijke gedragingen
die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de
overheid en de overige maatschappij daarop reageert.
a. Mala in se: naar hun aard moreel verwerpelijk (moord, verkrachting,
etc.)
b. Mala prohibita: door de overheid verboden op praktische gronden
(verkeersovertredingen)
12. Geschiedenis:
a. Codex Hammurabi: 1750 voor Christus
b. Grieken
c. Romeinen: beperkt tot misdrijven tegen de staat of openbare orde
, d. Karel de Grote: diefstal en geweld werd beschouwt als een inbreuk op
de rechten van de leenheer
e. Middeleeuwen Europa: van accusatoir naar inquisitoir
f. Renaissance: menselijke waardigheid belangrijker, effectievere
bestrijding van criminaliteit (dwangarbeid, gevangenissen)
g. Verlichting: geen wreed of overmatige straffen (klassieke school)
i. Beginselen van Beccaria: legaliteitsbeginsel, gelijkheidsbeginsel
en proportionaliteitbeginsel.
h. Positivistische school: de werkelijkheid door wetenschappelijk
onderzoek valt waar te nemen en te verklaren
i. Behandelen en het voorkomen van herhaling
ii. Bestreden idee van gelijke straffen
i. Italiaanse antropologieschool
i. Antropologie: studie van mens
ii. Lombroso: criminele mensen zijn een terugval in het
evolutieproces
iii. Past goed in de rassenideologie van de nazi’s
j. Franse milieuschool
i. Napoleon: gezorgd voor justitiële statistiek
k. Socialistische criminologie: relatie tussen criminaliteit en economische
condities
l. Nieuwe richting: hervorming in strafrecht, introductie criminalistiek
(1900)
i. Utrechtse school probeerde leerstuk van de vrije wil te
combineren met deterministische theorieën en in de
strafrechtpraktijk toe te passen
1. Dader verantwoordelijk maar ook omstandigheden van
dader betrekken
2. Strafrecht gezien als uiterste middel met een sterk accent
op behandeling en resocialisatie en minder op straffen als
vergelding
m. Veramerikanisering
i. Bv. maatschappelijke omgeving, anomie- of straintheorie
ii. Engels lingua franca van criminologie
n. Nieuwe zakelijkheid: enquêtes, invoering van nieuwe vormen
politieoptreden, criminaliteitspreventie, meer rechten voor slachtoffers
13. Aandachtsgebieden binnen de criminologie:
a. Beschrijvende criminologie
i. Omvang, aard, spreiding en ontwikkeling van de criminaliteit
ii. Cijfermatig
b. Oorzaken van crimineel gedrag en criminaliteit
i. Etiologie
ii. Gelegen in de persoon en de dader en of zijn maatschappelijke
achtergrond en situatie
c. Reacties op criminaliteit: penologie
i. De effectiviteit van gerechtelijke straffen en maatregelen
ii. Informele/formele reacties
iii. Politiewetenschap, forensische wetenschap
d. Criminaliteitspreventie
e. Victimologie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannemariehazelaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.44. You're not tied to anything after your purchase.