Prehistorie
Je kan deze periode correct situeren op de tijdsband.
● … - 3500 v.C.
Je kan uitleggen hoe en wanneer de aarde ontstaan is.
● ± 14 miljard jaar geleden
● een oerster dat uiteenspatte → wordt oerknal of Big Bang genoemd
● zo ontstonden er miljarden sterren, 1 van die sterren = onze zon
● rond de zon → allerlei gassen en deeltjes
→ vormdde 4,6 miljard jaar geleden een gloeiende bol: de aarde
● aarde koelde langzaam af in wolk van waterdamp die neerviel en meren, zeeën en
oceanen creëerden
● in het water = het eerste leven
op land = eerste dieren zijn insecten en schorpioenen
→ later kwamen de zoogdieren en vogels
Je kan aangeven wanneer de dinosauriërs in onze streken leefden en hoe ze uitgestorven
zijn.
● 150 miljoen jaar geleden
● sommige waren vleeseters, andere planteneters
● 65 miljoen jaar geleden → meteoriet tegen de aarde gebotst
→ die botsing veroorzaakte zo veel stof dat de zon jarenlang werd verduisterd
→ de temperatuur daalde en de reuzenreptielen stierven uit
Je kan omschrijven hoe de eerste mensen leefden.
● mensapen = primitieve mensen
● 40 miljoen jaar geleden in het Afrikaanse regenwoud leefde een zoogdier: de
voorouder van de mens
→ bewoon zich voort op handen en voeten
● toen het klimaat droger werd → regenwoud werd grasland
→ daar gingen de mensapen rechtop lopen
● de mensapen leerden steeds beter hun handen te gebruiken, maakte werktuigen
van keien, takken en beenderen
● om te overleven → zowel vlees als planten eten
● ze bleven niet altijd op dezelfde plaats, ze zwierven rond als jagers en
voedselverzamelaars
Je kan de 5 mensensoorten in de juiste volgorde weergeven.
, 1. Australopithecus
2. Homo habilis
3. Homo erectus
4. Neanderthaler
5. Homo sapiens
Je kan uitleggen hoe ze in de prehistorie vuur maakten.
● door twee stokken tegen elkaar aan te wrijven
● door met twee stenen (vuursteen en ijzerhoudend gesteente) op elkaar te slaan een
vonk te creëren
Je kan aangeven waarom de mens boer werd i.p.v. zwerver.
● eerste mensen zwierven rond in familie op zoek naar wortels en vruchten
→ ze sliepen in eenvoudige tenten of grotten
→ voor de jacht maakte ze wapens
● in de koude ijstijden werd er gebruik gemaakt van vuur
→ techniek verbeterde telkens om een vuur brandend te kunnen houden
● 12 000 jaar geleden warmde de aarde op
● op vruchtbare gronden naast rivieren leerde de mensen hoe ze graan konden
oogsten, ze kweekten dieren en bouwde hutten op goed gelegen plaatsen
Je kan uitleggen wat de eerste mensen deden met een dood rendier.
● een rendier was een begeerde prooi
● het dier diende als eten, kleding, tentmateriaal en als werktuig
→ zie afbeelding
Extra:
● de mens leerde ook met behulp van klei en vuur hoe ze potten moesten bakken
● belangrijkste grondstof voor werktuigen = steen
→ Bv. vuursteen werd ontgonnen, gepolijst en geslepen tot bijlen, pijlpunten en
sikkels
● mens had ook oog voor kunst
→ in grotten en grafwanden werden dieren en taferelen geschilderd
→ potten kregen versieringen
→ edelmetaal werd verwerkt tot juwelen
,Je kan aangeven waar de eerste boeren in ons land leefden.
● 100 000 jaar geleden woonden er al mensen in België
→ ze maakte gebruik van de grotten in het zuiden van ons land om te schuilen voor
de koude
● eerste boeren = rond 5500 v.C. toen het klimaat zachter was
→ de vroegste boeren leefden in Haspengouw
→ daar vonden ze water en vruchtbare grond
Je kan uitleggen wat silex is en waarvoor het dient.
● silex = een reden om hutten en een dorp te bouwen door de aanwezigheid
● silex = Vuursteen of keisteen, ook silex of flint (flinterdun), is een gesteente dat vaak
in klompen in kalksteen wordt aangetroffen en meestal bruin of grijs van kleur is.
Dergelijke klompen worden in de geologie concreties genoemd
Oudheid
Je kan deze periode correct situeren op de tijdsband.
● ca. 3500 v.C - 500
Je kan aangeven hoe de rivier De Nijl in het oude Egypte het werk bepaalde.
● Juli - oktober: Nijl stroomt over, werken voor de farao
● November - maart: Nijl is gezakt, zaaitijd
● April - juni: droge tijd, bevloeiings - en oogsttijd
, Je kan volgende begrippen verklaren: farao, hiërogliefen, mummie, farao en sarcofaag.
● Farao: hoofd van het land
● Hiërogliefen: Egyptisch schrift
● Mummie: dood lichaam van de farao
● Sarcofaag: doodskist
Je kent de begrippen: Acropolis, heerbaan, Belgica, Colosseum, Circus Maximus,
gladiatorengevecht, amfitheater.
● Acropolis: gebouw in Athene
● Heerbaan: een pad gemaakt uit kasseien
● Belgica: deel van het Romeinse rijk
● Colosseum: plaats waren gewelddadige spelen werden gehouden
● Circus Maximus: plaats waar paardenrennen werden gehouden
● Gladiatorengevecht: gevechten tussen slaven of tussen slaven en dieren
● Amfitheater: ovaal open gebouw
Je kan de problemen in het Oude Rome vergelijken met die van de grootstad vandaag.
2000 jaar geleden woonden er in Rome evenveel mensen als vandaag in Brussel. Meer
dan één miljoen Romeinen binnen één stadsmuur zorgde voor problemen die wij nu ook
kennen: afval, verkeersopstoppingen en werkloosheid
Je kan deze figuren schetsen in de Romeinse oudheid: Julius Caesar, Ambiorix.
● Julius Caesar: 1ste ee uw v.C. = veroverde onze streken
● Ambiorix: 1ste eeuw v.C. = leidde een opstand van Galliërs tegen de Romeinen
Middeleeuwen
Je kan deze periode correct situeren op de tijdsband.
● ca. 500 - 1500
Je kan uitleggen hoe en wanneer er een einde kwam aan het Romeinse rijk. Je kan de rol
van de Noormannen in deze tijd situeren.
● Door Germaanse invallen in het begin van de middeleeuwen
→ volgende eeuwen: onveiligheid nam toe, vooral door plunderingen van de
Noormannen
● de wegen en steden raakten in verval
● bescherming = door burchten en versterkte abdijen
● kerk en christelijke godsdienst = een belangrijke rol
● ca. jaar 1000 = rust keerde terug
● oversteekplaatsen van rivieren en aan kruispunten kwamen steden (door de
ambachtslui en handelaars)
Je kan de rol van de abdijen en de Kerk in deze periode verwoorden. Je kan de rol van de
steden Gent en Brugge uitleggen.
● bevolking woonde op het platteland → rond de burchten en abdijen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caropeeterscp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.73. You're not tied to anything after your purchase.