Met deze samenvatting heb je uitgebreide en overzichtelijke uitleg van alle belangrijke informatie. Ik maak veel gebruik van plaatjes om concepten makkelijk uit te leggen. Ik heb complexe cognitie zelf in 1 keer gehaald!
Leerdoelen:
1. Hoe heeft cultuur invloed op je informatieverwerking? Nisbett
2. Welke cognitieve vaardigheden worden beïnvloed door culturen?
3. Hoe worden culturele verschillen wat betreft cognitie onderzocht? Galotti + Nisbett
4. Zijn de verschillen in cognitie tussen de culturen het resultaat van nature (hersenstructuren)
of nurture? Kitayama
SAMENVATTINGEN VAN GELEZEN TEKSTEN
Nisbett, Masuda - Culture and point of view
Westerlingen vs. Oost-Aziaten
▪ Focusobjecten ▪ Aandacht voor bredere
→ Analyseren perceptuele/conceptuele velden
→ Categoriseren → Relaties + veranderingen
→ Regels achter gedrag zoeken → Groeperen o.b.v. familiegelijkenis
▪ Formal logic (I.p.v. categorie)
▪ Causale attributies ▪ Causale attributies
→ Neigen enkel te focussen op object → Context
(vaak fout) ▪ Complexe sociale netwerken met voorgeschrev
▪ Minder beperkende sociale wereld rolrelaties
▪ Benadrukken individuele objecten zoals ▪ Benadrukken de groep i.t.t. individuele
mensen objecten (mensen)
▪ Vergelijkbaar met oude Grieken ▪ Vergelijkbaar met oude Chinezen
Cognitie- en perceptieprocessen blijken niet universeel
▪ Vergelijking oude Grieken en Chinezen: Grieken gebruikten logica, Chinezen niet
→ Grieken: vooruitgang in geometrie a.g.v. gebruik logica
➔ Zelfde als Westerlingen van nu
→ Chinezen: geen gebruik van logica, minder vooruitgang in geometrie, wel in algebra
➔ Zelfde als Oost-Aziaten van nu
Redenen voor verschillen:
Grieken Chinezen
→ Analytisch → Holistisch
INDEPENDENCE INTERDEPENDENCE
Relatief onafhankelijk Sociaal interdependent
→ Minder en minder complexe sociale relaties → Coördineren hun acties met die van anderen,
→ Waarden: individualisme en autonomie minimaliseren van sociale wrijving
→ Objecten zien als (zowel fysiek als sociaal) → The Self is afhankelijk van de context
gescheiden en apart → Waarden: emoties van objecten/mensen
→ Materie bestaan uit gescheiden → Actie gebeurt in veld van krachten
objecten/atomen → magnetisme en akoestiek
→ Materie is continue substantie
→ Wereld verandert voortdurend
Cognitieve verschillen
I. Causale attributies en voorspellingen
• Westerlingen: gebeurtenissen a.d.h.v. eigenschappen van het object
• Oost-Aziaten: leggen dezelfde gebeurtenissen uit m.b.t. interacties tussen het object
en het veld
• Oost-Aziaten gebruiken meer contextuele informatie dan Amerikanen bij maken van
causale attributies of voorspellingen
→ Brengt hun waarschijnlijker tot een correcte analyse
Onderzoek:
Verklaring voor moorden en sportevenementen
o Amerikanen: d.m.v. veronderstelde eigenschappen, vermogens of andere
kenmerken van het individu
o Chinezen: d.m.v. contextuele en historische factoren
Onderzoek:
Individueel zwemmende vis t.o.v. groep zwemmende vissen
o Amerikanen: individueel gedrag is gevolg van interne processen/factoren
o Chinezen: individueel gedrag is gevolg van externe factoren (andere vissen)
➔ Verschillen in causale attributie reflecteren metafysische verschillen die specifieke
regels overstijgen over specifieke domeinen die door de cultuur worden onderwezen.
II. Logica vs. Dialectiek (= redeneervorm waarbij een waarheid wordt gezocht tussen 2
tegenstrijdige statements)
• Chinezen: stellen middenweg voor, zullen eerder tegenstrijdige informatie accepteren,
vatbaarder voor ‘typicality effect’ in deductie, proberen waarheid aan beide zijden te
vinden → Sneller dingen in 1 categorie samenvoegen (denk aan kleur groen/blauw)
• Amerikanen: accepteren slechts 1 waarheid (de ene bewering afwijzen in voordeel van
de andere)
III. Categorisatie
• Oost-Aziaten categoriseren o.b.v. relaties en familiegelijkenis (koe en gras want koe
eet gras)
• Amerikanen gebaseerd zijn op lidmaatschap van regelcategorie (koe en kip)
Aandachts- en waarnemingsverschillen
I. Detectie en covariantie
Verwachting: Oost-Aziaten zijn beter in relaties tussen gebeurtenissen te detecteren
→ Chinezen zagen meer covariantie (klopte ook)
II. Veldafhankelijkheid: moeilijkheid om een object van zijn omgeving te scheiden
Field dependence (Aziaten!) = De neiging om de aandacht te richten op het veld.
→ Moeite met scheiden van object en veld waarin het voorkomt
Rod and Frame test (bepaling of streepje verticaal is, is afhankelijk van oriëntatie van
frame)
→ Chinezen worden meer beïnvloed hierdoor
III. Aandacht voor het veld
▪ Amerikanen noemden meer opvallende stimuli dan de Aziaten
▪ Aziaten hun prestaties worden beïnvloed door achtergrondmanipulatie
IV. Veranderblindheid (Change Blindness)
Change blindness = Wanneer een verandering in een visuele prikkel wordt geïntroduceerd
en de waarnemer het niet opmerkt.
▪ Amerikanen: detecteren eerder veranderingen in opvallende objecten dan Japanners
▪ Japanners detecteren eerder relationele- en omgevingsveranderingen
→ Kijken naar bredere beeld (field dependence)
V. Omgevingsfactoren (“affordances”) voor perceptie
→ Affordances = omgevingsfactoren die bijdragen aan iemands habituele patronen
Wanneer scènes bedoeld waren om op Amerikaanse omgevingen te lijken, vonden zowel
Amerikanen als Japanners het gemakkelijker om objectveranderingen te detecteren dan
veldveranderingen.
→ Vice versa voor Japanse omgevingen
VI. Esthetica in oost en west
▪ Aziatische schilderijen: zeer breed perspectief op de scènes die ze vertegenwoordigen
(vb. hoge horizon)
▪ Amerikaanse foto's: persoon neemt een groot deel van de totale ruimte in beslag (vb.
lage horizon)
→ Tegenovergestelde voor Japanse afbeeldingen
VII.Verandering vs. Stabiliteit
▪ Oude Grieken
→ Zagen stabiliteit in hun werelden (gaat voornamelijk naar een focusobject en wijst
het toe aan een abstracte, statische categorie, de wereld is stabieler).
▪ Ancient Chinese
→ Zagen verandering (let op een groter aantal objecten en hun relaties, de wereld
bevindt zich in een constante staat van verandering).
VIII. Perceptie van alledaagse gebeurtenissen
▪ Aziaten schrijven meer over emotionele inhoud
▪ Amerikanen schrijven meer over zichzelf
▪ Taalgebruik maakt geen verschil
Samenvattend
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller umfpnstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.