100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst DP Engels en Nederlands $6.87
Add to cart

Summary

Samenvatting Begrippenlijst DP Engels en Nederlands

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is de begrippenlijst van het hele boek van Disorders of Childhood, 4e editie. Zowel in het Engels als vertaald naar het Nederlands.

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 14
  • October 30, 2024
  • 16
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Begrippen hoofdstuk 1:
- Statistische deviantie = vergeleken met de verdeling in een bepaalde steekproef,
verwijst statistische deviantie naar de relatieve zeldzaamheid van bepaalde emoties,
cognities en/of gedragingen.
- Socioculturele normen = de overtuigingen en verwachtingen van bepaalde groepen
over welke emoties, cognities en/of gedragingen ongewenst of onacceptabel zijn.
- Definities van geestelijke gezondheid = theoretische of klinisch gebaseerde
begrippen van stress en disfunctie.
- Psychopathologie = intense, frequente en aanhoudende maladaptieve patronen van
emotie, cognitie en gedrag die gepaard gaan met aanzienlijke stress en beperkingen in
het functioneren.
- Ontwikkelingspsychopathologie = intense, frequente en aanhoudende maladaptieve
patronen van emotie, cognitie en gedrag, beschouwd binnen de context van normale
ontwikkeling, resulterend in de huidige en potentiële beperking van baby's, kinderen
en adolescenten.
- Ontwikkelingsepidemiologie = frequenties en patronen van verspreiding van
stoornissen bij zuigelingen, kinderen en adolescenten.
- Prevalentie = alle huidige gevallen van een type (of typen) stoornis.
- Incidentie = nieuwe gevallen van een bepaald type (of meerdere typen) stoornis in
een bepaalde tijdsperiode.
- Belemmeringen voor zorg = factoren die de toegang tot geestelijke gezondheidszorg
belemmeren, waaronder structurele belemmeringen zoals het ontbreken van
beschikbare zorgverleners, onhandig gelegen voorzieningen, vervoersproblemen,
onvermogen om te betalen, ontoereikende verzekeringsdekking of beide; individuele
belemmeringen zoals het ontkennen van problemen of gebrek aan vertrouwen in het
systeem; en sociaal-culturele belemmeringen zoals het stigma rond psychopathologie
of psychische aandoeningen.
- Stigmatisering = negatieve houdingen (zoals beschuldigen of overdreven bezorgdheid
over gevaarlijkheid), emoties (zoals schaamte, angst of medelijden) en gedrag (zoals
spot of isolatie) gerelateerd aan psychopathologie en psychische aandoeningen.
Begrippen hoofdstuk 2:
- Dimensionale modellen van psychopathologie = modellen die de nadruk leggen op
de manier waarop typische gevoelens, gedachten en gedragingen geleidelijk ernstigere
problemen worden, die vervolgens kunnen verergeren en klinisch diagnosticeerbare
stoornissen kunnen worden.
- Categorische modellen van psychopathologie = modellen die de nadruk leggen op
discrete en kwalitatieve verschillen in individuele patronen van emotie, cognitie en
gedrag.
- polygene = modellen van psychopathologie die de nadruk leggen op biologische
processen, zoals genen en neurologische systemen, als de kern van de menselijke
ervaring. Fysiologische modellen verklaren de ontwikkeling van psychopathologie,
het verloop ervan en de behandeling ervan in termen van biologische factoren.

,- Connectoom = het systeem van zenuwbanen, vaak weergegeven als een kaart van de
zenuwverbindingen in de hersenen.
- Mentaliseren = het vermogen om anderen en zichzelf te begrijpen in termen van
interne mentale toestanden.
- Gevoelige (of kritieke) periodes = tijdsperioden waarin de omgeving een bijzonder
krachtige en langdurige impact heeft.
- Neurale plasticiteit = het vermogen van de hersenen om flexibel te reageren op
fysiologische en omgevingsgerelateerde uitdagingen en beledigingen.
- Genotype = de genetische samenstelling van een cel, een organisme of een individu.
- Fenotype = de waarneembare kenmerken van een individu.
- Gedragsgenetica = de studie van de gezamenlijke effecten van genen en omgevingen.
- Moleculaire genetica = de studie van de manier waarop verschillen in de structuur of
expressie van DNA-moleculen resulteren in variatie.
- Genome-wide association studies = een onderzoeksmethode waarbij snel markers in
het genoom van veel mensen worden gescand om genetische variaties te vinden die
verband houden met een bepaald fenotype (zoals een ziekte of stoornis).
- Erfelijkheid = het percentage fenotypische verschillen tussen individuen dat kan
worden toegeschreven aan genetische verschillen in een bepaalde populatie.
- Effecten van genen per omgeving per tijd (G x E x T) = de dynamische
wisselwerking tussen genen, de omgeving en tijd (gevoelige periodes) die leidt tot
waarneembare kenmerken.
- Interacties tussen genen, omgevingen en tijd (G x E x T) = het interactieve effect
tussen genetische, omgevings- en tijds- (of ontwikkelings-) factoren, inclusief de
effecten van vroege tegenspoed op genetische expressie.
- Epigenetica = het effect van ervaring en omgeving op de regulatie van genexpressie.
De resulterende veranderingen in genexpressie kunnen over generaties heen worden
doorgegeven.
- Risico-allelen = genetische varianten die algemene processen (bijvoorbeeld cognitieve
of emotionele functies) bij veel aandoeningen verstoren.
- Polygene modellen = een etiologisch model van aandoeningen gebaseerd op het
cumulatieve en additieve effect van meerdere genen.
- Diathese-stressmodel = een model dat de nadruk legt op de combinatie van
onderliggende aanleg (risicofactoren die verband houden met bijvoorbeeld structurele
afwijkingen of vroegtijdig optredend trauma) en aanvullende factoren (zoals verdere
fysiologische of omgevingsinvloeden) die leiden tot de ontwikkeling van
psychopathologie.
- Differentiële vatbaarheid = de hypothese dat sommige individuen gevoeliger zijn
dan anderen voor zowel negatieve (risicobevorderende) als positieve
(ontwikkelingsbevorderende) omgevingsomstandigheden.
- Psychodynamische modellen = psychologische modellen die de nadruk leggen op
onbewuste cognitieve, affectieve en motivationele processen; mentale representaties
van het zelf, anderen en relaties; de subjectiviteit van ervaringen; en een
ontwikkelingsperspectief op individuele aanpassing en maladaptatie.

, - Gedragsmodellen = psychologische modellen die de nadruk leggen op het
waarneembare gedrag van het individu binnen een specifieke omgeving.
- Klassieke conditionering = een vorm van associatief leren waarbij bepaalde stimuli
worden gekoppeld aan andere stimuli, wat resulteert in het op betrouwbare wijze
uitlokken van een reactie.
- Operante conditionering = een vorm van leren waarbij consequenties (negatief of
positief) leiden tot veranderingen (vermindering of toename) in gedrag.
- Observationeel leren = een vorm van leren die plaatsvindt door anderen te
observeren, te onthouden en/of te imiteren.
- Bekrachtiging = het idee dat positieve en negatieve consequenties leiden tot
gedragsveranderingen; een cruciaal onderdeel van alle leerprocessen.
- Cognitieve modellen = een psychologisch model dat zich richt op de componenten en
processen van de geest en de mentale ontwikkeling.
- Ontwikkelingscognitieve neurowetenschap = een integratief vakgebied dat een
holistischere benadering biedt om de cognitieve vermogens van kinderen te begrijpen.
- Humanistische modellen = psychologische modellen die de nadruk leggen op
persoonlijk betekenisvolle ervaringen, aangeboren motivaties voor gezonde groei en
de doelbewuste creatie van het zelf door het kind.
- Positieve psychologie = een vakgebied binnen de psychologie dat zich richt op
positieve subjectieve ervaringen, positieve individuele eigenschappen en positieve
instellingen en dat het welzijn van het individu, het gezin, de maatschappij en de
gemeenschap wil bevorderen.
- Positieve jeugdontwikkeling = positieve jeugdontwikkeling (PYD) richt zich op het
bevorderen van een gezonde ontwikkeling bij adolescenten en benadrukt de sterke
punten van jongeren, de plasticiteit van de ontwikkeling en veerkracht.
- Gezinsmodellen = een model dat benadrukt dat de beste manier om de
persoonlijkheid en psychopathologie van een bepaald kind te begrijpen, is door de
dynamiek van een bepaald gezin te begrijpen.
- Gedeelde omgeving = de aspecten van het gezinsleven en de functie die door alle
kinderen in het gezin worden gedeeld.
- Niet-gedeelde omgeving = de aspecten van het gezinsleven en de gezinsfunctie die
specifiek en onderscheidend zijn voor elk kind.
- Socioculturele modellen = modellen die de nadruk leggen op het belang van de
sociale context, inclusief geslacht, ras, etniciteit en sociaaleconomische status, in de
ontwikkeling, het verloop en de behandeling van psychopathologie,
- Geboortecohort = personen geboren in een bepaalde historische periode die
belangrijke ervaringen en gebeurtenissen delen.
Begrippen hoofdstuk 3:
- Ontwikkelingspaden = trajecten die de aanpassing, maladaptatie of beide van
kinderen weerspiegelen in de context van groei en verandering gedurende een heel
leven.
- Equifinaliteit = verwijst naar ontwikkelingspaden waarbij verschillende beginpunten
en omstandigheden tot vergelijkbare uitkomsten leiden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sytskerouppe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.87
  • (0)
Add to cart
Added