Aardrijkskunde VWO6 - Samenvatting over klimaatsystemen, hydrologische kringloop, landdegradatie en de stralingsbalans
2 views 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Deze samenvatting is geschikt voor het eindexamen van VWO6 en doelt voornamelijk op klimaatsystemen, hydrologische kringloop, landdegradatie en de stralingsbalans.
Hoofdstuk 2 – Platentektoniek, gebergtevorming, klimaatgebieden en
landdegradaties
Paragraaf 1:
De aarde is 4,6 miljard jaar oud, maar het eerste leven op aarde is pas in de laatste
600 miljoen jaar tot ontwikkeling gekomen. De geschiedenis van de aarde wordt
samengevat in de geologische tijdschaal. Deze bestaat uit verschillende tijdvakken:
Carboon, Perm, Trias, Jura, Krijt, Paleogeen, Neogeen, Kwartair.
In het verleden hebben de continenten aan elkaar vastgezeten: het supercontinent
Pangea. In het Trias is Pangea uit elkaar gevallen in kleinere continenten.
De geologie gebruikt het actualiteitsbeginsel, waarbij je vanuit gaat dat de fysische
processen die nu plaatsvinden in het verleden op dezelfde manier hebben
plaatsgevonden.
Paragraaf 2:
De aarde is opgebouwd uit lagen die elk een verschillende dichtheid hebben. Aan het
begin van de geologische tijdschaal was de aarde in zijn geheel vloeibaar. De
zwaardere delen zijn door zwaartekracht naar het midden van de aarde gezakt.
De aardkern heeft de hoogste dichtheid en bestaat voornamelijk uit ijzer. De
aardkorst (buitenste laag) heeft de laagste dichtheid. Tussen de aardkern en de
aardkorst bevindt zich de aardmantel. De buitenste laag van de mantel en de
aardkorst bestaan uit vast gesteente en vormen samen de lithosfeer (platen die ten
opzichte van elkaar bewegen). Deze drijven op de asthenosfeer (het plastische
gedeelte van de aardmantel). De mesosfeer (het binnenste gedeelte van de mantel)
bestaat uit vast gesteente en de aardkern is opgebouwd uit een vaste ijzeren
binnenkern en een vloeibare buitenkern.
In de plastische asthenosfeer zorgt de warmte voor een lagere dichtheid en dus een
transport van gesteente: de convectiestromen. Deze stroming van taai vloeibaar
gesteente in de asthenosfeer zorgt voor de beweging van de platen waaruit de
lithosfeer bestaat. Het zo ontstane systeem van plaatbewegingen noem je
platentektoniek. De convectiestromen (en de platen) bewegen met een snelheid van
enkele centimeters per jaar.
De lithosfeer bestaat uit losse platen die op drie verschillende manieren van elkaar
kunnen bewegen. Zo ontstaan 4 verschillende soorten plaatgrenzen:
- Divergente plaatgrens: ontstaat als twee platen uit elkaar bewegen boven een
opstijgende convectiestroom. Uit de scheuren die in de korst ontstaan, kan
magma aan de oppervlakte komen en zo ontstaan vulkanen. Uiteindelijk
ontstaat een mid-oceanische rug doordat er een langgerekt gebergte met
vulkanen langs de grens van twee divergerende platen op de bodem van de
oceaan komt.
- Convergente plaatgrens: ontstaat als twee convectiestromen naar elkaar toe
bewegen. Oceanische korst heeft een grotere dichtheid dan de continentale
korst en is daardoor zwaarder. Er kunnen twee verschillende plaatgrenzen
, ontstaan. 1. Twee continentale platen bewegen naar elkaar toe. Ze duwen
elkaar omhoog en zo ontstaat een plooiingsgebergte. 2. Subductie: de
zwaardere oceanische plaat duikt door de dalende convectiestroom onder de
lichtere continentale plaat. Een deel van de naar beneden duikende plaat
smelt op grotere diepte en stijgt op als magma. Deze magma komt in
explosieve vulkanen aan de oppervlakte. Subductie vindt ook plaats wanneer
beide convergerende platen oceanisch zijn. De naar beneden duikende plaat
trekt een stuk plaat mee van de plaat waarmee hij onderduikt. Zo ontstaat een
diepzeetrog (een langgerekte diepte in de oceaan, parallel aan de
convergente plaatgrens).
- Transforme plaatgrens: twee lang elkaar bewegende platen.
Paragraaf 3:
Vulkanisme is een verzamelnaam voor alle verschijnselen die te maken hebben met
het uittreden van magma bij een uitbarsting (eruptie).
Er zijn twee soorten erupties. Een explosieve eruptie ontstaat bij een hoge gasdruk
en taai en stroperig magma, waardoor de lava met grote kracht naar buiten wordt
gedrukt. Explosieve vulkanen kunnen de pyroklastica (al het losse materiaal dat door
een vulkaan wordt uitgestoten) vele kilometers de atmosfeer in blazen. Er ontstaat
stratovulkanen met steile hellingen. Een explosieve eruptie komt vaak voor bij
convergerende platen. Bij divergerende platen of hotspots vinden meestal effusieve
erupties plaats. Door deze relatief rustige uitbarstingen met relatief vloeibaar magma
ontstaan brede schildvulkanen met flauwe hellingen. Als de bovenste laag te zwaar
is en instort of de explosie is zo heftig dat de top van de vulkaan weg wordt
geblazen, ontstaat er een caldera vulkaan.
Gesmolten continentale korst is veel stroperiger dan gesmolten oceanische korts.
Magma dat vooral uit continentale korst bestaat, zorgt dus voor explosievere
uitbarstingen.
Vulkanisme ontstaat bij opstijgend magma in de aardmantel. Dit gebeurt op
verschillende plaatsen:
- Bij een divergente plaatgrens bewegen twee platen van elkaar af → scheuren
in de aardkorst → lage druk en het vloeibare magma → effusief vulkanisme →
schildvulkaan.
- Subductiezone: een oceanische plaat duikt onder een continentale plaat.
- Hotspot: ligt boven een geïsoleerde kolom opstijgend, heet gesteente, die
vanaf de onderzijde van de aardmantel opstijgt. Op plaatsen waar het magma
door breuken in de bovenliggende plaat heen komt, ontstaan schildvulkanen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sachalohman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.