Deze samenvatting van de stof van VWO5, wordt gebruikt tijdens het schoolexamen in VWO6 en gaat voornamelijk over het wereldvoedselvraagstuk, landbouw, handelspolitiek en de ecologische voetafdruk.
Aardrijkskunde Samenvatting VWO5
Hoofdstuk 1:
Paragraaf 1:
Wereldvoedselvraagstuk: de vraag hoe we iedereen op aarde op een duurzame
manier van voldoende voedsel van goede kwaliteit kunnen voorzien.
De wereldwijde productie van voedsel is de vorige eeuw sterk toegenomen.
Belangrijke factoren die hieraan hebben bijgedragen zijn schaalvergroting,
mechanisering, irrigatie, kruising en selectie van gewassen en het gebruik van
kunstmest, bestrijdingsmiddelen, krachtvoer en antibiotica. Hierdoor nam de
productiviteit in de landbouw en veeteelt enorm toe.
Volgens de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) is er
voedselzekerheid als iedereen op elk moment zowel fysiek als economisch toegang
heeft tot voldoende voedsel (voedsel dat genoeg energie levert, genoeg
voedingsstoffen bevat, voedselveiligheid moet goed zijn en het moet aansluiten bij de
culturele voorkeuren). Om dit te bereiken moeten de voedselvoorraden genoeg en
stabiel zijn.
Mensen die te weinig energie binnen krijgen, lijden aan kwantitatieve honger
(kwantitatieve ondervoeding). Als het voedsel wat mensen binnen krijgen, te weinig
voedingsstoffen bevat is er sprake van kwalitatieve honger (kwalitatieve
ondervoeding).
Paragraaf 2:
In de periferie is er geen voedselzekerheid. Voor een deel komt dat door het
koloniale verleden. De beste landbouwgronden werden door de overheersers in
gebruik genomen als plantages. Ook nu nog vindt op deze plantages vooral
exportgeoriënteerde landbouw met handelsgewassen plaats. Dit schaadt de
binnenlandse productie van voedselgewassen.
Vervoerskosten zijn tegenwoordig nagenoeg verwaarloosbaar, dus landen kunnen
beter gebruik maken van hun comparatieve voordelen. Dit zijn de omstandigheden
die ervoor zorgen dat een land vergeleken met andere landen bepaalde producten
beter en goedkoper kan produceren (kennis, loonpeil, infrastructuur bijv.). Hierdoor is
regionale specialisatie ontstaan.
Doordat in vrijwel alle landen voedsel- en andere gewassen worden verbouwd voor
de wereldmarkt, kun je spreken van een geglobaliseerde landbouw. De productie,
verwerking, distributie en verkoop van gewassen vinden plaats in een wereldwijd
netwerk. Multinationale ondernemingen spelen hierbij een centrale rol: zij maken
strategische keuzes over productielocaties en afzetmarkten.
Omdat veel landen hun binnenlandse markten willen beschermen, hanteren zij een
handelspolitiek die gebaseerd is op protectionisme. Hiervoor worden vooral
importheffingen en landbouwsubsidies ingezet. De subsidies hebben in
, centrumlanden geleid tot overproductie. Regelmatig is er sprake van dumping van
voedsel op de wereldmarkt.
Paragraaf 3:
In de periferie wordt per hectare veel minder voedsel geproduceerd dan in
centrumlanden. Hiervoor zijn diverse natuurlijke en maatschappelijke oorzaken aan
te wijzen, maar het kernprobleem is armoede. Een groot deel van de
plattelandsbevolking in de periferie is voor de voedselvoorziening afhankelijk van
traditionele landbouw, die een lage en onzekere opbrengst kent. Ze hebben de
kennis niet om efficiënter/ grootschaliger te produceren.
Ook de consumptie van voedsel is ongelijk: terwijl bijna 800 miljoen mensen honger
lijden, hebben bijna twee miljard volwassenen overgewicht. Daarnaast gaat ruim een
derde van het geproduceerde voedsel verloren of wordt verspild.
Voedselgewassen hebben te maken met een sterke concurrentie om de ruimte. Veel
gewassen worden gebruikt als veevoer of als biobrandstof. Ook de productie van
genotmiddelen gaat ten koste van de voedselproductie. Regelmatig is er sprake van
verdringing: kleine boeren moeten wijken voor de aanleg van plantages. In veel
landen in de (semi) periferie zijn de grondbezit verhoudingen zeer scheef. Door de
toegenomen vraag naar goedkope landbouwgrond vindt bovendien landgrabbing
plaats ten behoeve van grootschalige commerciële landbouw.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sachalohman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.93. You're not tied to anything after your purchase.