100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Toetsstof Nederlands thema 7, Pabo 2 $4.10   Add to cart

Summary

Samenvatting Toetsstof Nederlands thema 7, Pabo 2

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Toetsstof Nederlands thema 7, Pabo 2 samengevat.

Preview 3 out of 16  pages

  • October 30, 2024
  • 16
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Nederlands toetsstof thema 7


Artikel – Onderwijs in taalbeschouwing, handvatten voor taalontwikkelend onderwijs

Taalbeschouwing betekende nog grammaticaonderwijs: zinnen ontleden en woordjes
benoemen.
Na een discussie leidde dit tot enkele veranderingen:
1. Grammaticaonderwijs moest beperkt worden tot die begrippen die nodig zijn voor
het spellingsonderwijs;
2. Zinsontleding maakte plaats voor zinsbouwonderwijs;
3. Het taalbeschouwingsonderwijs werd verruimd met talrijke onderwerpen, zoals
onbeleefd taalgebruik, gevoelswaarde, emoties in teksten herkennen, verwachtend
taalgebruik, thuistaal/schooltaal, reclametaal, aanspreekvormen, woordrelaties;
4. Taalbeschouwing moest geïntegreerd worden in het overige taalonderwijs.


In de bovenbouw staat gemiddeld drie kwartier per week in het rooster voor grammatica. De
kennis en vaardigheden van de leerlingen aan het einde van het basisonderwijs voldoen
onvoldoende aan de gewenste niveaus.

Hoe komt het dat ons taalbeschouwingsonderwijs zo weinig effectief lijkt te zijn?
Sijstra noemt het ontbreken van een systematische leerlijn als het grootste probleem.
Daarnaast vindt zij dat er te weinig wetenschappelijk onderzoek wordt verricht.
Marianne Verhallen richt haar kritiek op de taalmethodes: ‘Doorgaans wordt de inhoud van
de taalles bepaald door de taalmethode en kritische lezing van taalmethodes leert dat de
meeste opdrachten en oefeningen een sterk toetsend en geen taalontwikkelend karakter
hebben.
Zij pleit voor meer taalontwikkelend onderwijs: onderwijs dat zich structureel richt op de
ontwikkeling van de taal van elk kind.

Taaltoetsende oefeningen zijn niet zinloos. Als je ze gebruikt in de controlefase om te toetsen
of kinderen de doelen bereikt hebben, zijn dergelijke oefeningen zeer effectief. Het probleem
is dat deze oefeningen meestal al in de leerfase gebruikt worden om kinderen nieuwe
leerstof aan te bieden. In deze leerfase zouden we juist taalontwikkelende oefeningen
moeten gebruiken.
Taaltoetsende oefeningen leveren in de leerfase nauwelijks een bijdrage aan de
taalontwikkeling.

Om te weten of een oefening taaltoetsend is, gebruik je zes dimensies:
1. Open of gesloten
Een gesloten oefening is een oefening die je maar op één manier kunt uitvoeren.
Een open oefening biedt meer ruimte voor onderzoek. Als je de instructie volgt, krijg
je altijd het goede antwoord bij een gesloten oefening.
Het voordeel is dat elk kind een succeservaring krijgt. Een nadeel hiervan is dat het
kind zelf niet kritisch hoeft na te denken.



1

,2. Betekenisvolle tekst of losse woorden
Taal komt bijna nooit in losse, opgesomde woordjes voor. Taalverschijnselen vinden
altijd plaats in een betekenisvolle context. Op school is dat anders, met name in de
taalmethode. In veel oefeningen bestaat het taalaanbod uit losse woordjes die niets
met elkaar te maken hebben. Bovendien zijn deze losse woorden niet ingebed in een
betekenisvolle context.
Om te zorgen voor een betekenisvolle context, ga je op zoek naar aardige teksten en
je past deze aan of maakt er zelf één.

3. Vorm, betekenis en functie
We kijken naar het voorbeeld van het taalverschijnsel ‘het verkleinwoord’.

Vorm
Het verkleinwoord bestaat uit een zelfstandig naamwoord met een suffix
(achtervoegsel). We kennen verschillende achtervoegsels, waarvan de belangrijkste
zijn: -je, -pje, -tje, -etje en -kje. Niet alleen zelfstandig naamwoorden kunnen
verkleind worden, ook bijvoeglijke naamwoorden (groen-groentje) en bijwoorden
(zacht-zachtje), maar als ze eenmaal verkleind zijn, zijn ze allemaal zelfstandig
naamwoord.

Betekenis
De hoofdbetekenis van het verkleinwoordje is ‘een woord waarvan de uitgang
aangeeft dat het als klein moet worden gezien’.

Sommige woorden hebben twee verkleinwoorden, ieder met een eigen betekenis;
bloempje *kleine bloem en bloemetje (boeket bloemen).

Functie
Hier kijken we vooral in welke situaties we het verkleinwoordje gebruiken.

4. Voorzeggen of reflectie
Als het denkproces impliciet blijft, wordt het denkproces niet voorgedaan, maar
worden kinderen ook niet gestimuleerd hardop te reflecteren.

Als er sprake is van expliciete reflectie, worden kinderen wel uitgedaagd om hun
denkproces of ontdekkingen te verwoorden.

5. Deductief of inductief
Een deductieve oefening geeft kinderen een regel met een voorbeeld. Daarna volgen
er oefenzinnen waarbij de kinderen de regel moeten herhalen. Deductieve
oefeningen zijn in die zin gericht op imitatie: de regel nadoen die is voorgedaan.

Inductieve oefeningen werken precies andersom. Kinderen krijgen een aantal
voorbeeldzinnen met daarin een bepaald taalprobleem. Zij worden vervolgens
uitgedaagd om zelf de regel uit de voorbeelden af te leiden. Inductieve oefeningen
zijn veel meer gericht op onderzoek en reflectie.



2

, 6. Toetsend of ontwikkelend
Hoewel herhalen een belangrijk didactisch principe is, is machinaal herhalen waarbij
je met je ogen dicht het trucje dat is voorgedaan kunt nadoen, vrij zinloos.


Om oefeningen taalontwikkelender te maken, zodat ze meer uitdaging bieden voor de
taalontwikkeling van kinderen, kunnen we gebruikmaken van de dimensies.
Maak oefeningen uit de taalmethode:
- Meer open
- Passend in een betekenisvolle context
- Een combinatie van vorm, betekenis en functie
- Meer gericht op expliciete reflectie
- Meer inductief
- Meer ontwikkelend



Artikel – Taal leren, werken met taalfrappanten

Het gaat bij taalbeschouwing om de reflectie op taal die kinderen durven te expliciteren. Als
zij kunnen aangeven hoe zij tot een (schijnbare) nieuwe samenstelling komen, volgens welke
‘regels’ ze dat doen en waarom zij denken dat dit een bestaanbaar woord is, hebben we al
veel gewonnen. Verhallen en Van der Walst noemen dit ‘taalontwikkelend’ onderwijs.

Taalfrappenten zijn woorden of zinnen die jou als persoon om de een of andere reden
opvallen.
Je komt dagelijks taalfrappanten tegen: op je werk, thuis, in de krant, op school.
Taalfrappanten zijn in hoge mate subjectief. Wat de één opvallend vindt, had de ander
misschien niet eens opgemerkt. Het kunnen taalfouten zijn (versprekingen, pleonasmen,
incongruenties), maar vooral ook taalparels, zoals een mooie woordspelling, een klinkende
alliteratie, opvallend woordgebruik, een nieuwvorming, verbeeldende zin of grappige kop.


Wat heb je aan een verzameling taalfrappanten?
Je stimuleert daarmee je taalgevoeligheid.

Om met taalvondsten inspirerend taalbeschouwingsonderwijs te maken, stimuleren we
studenten om het lesmodel ‘Lus’ te gebruiken.
Dit model bestaat uit verschillende stappen:
Stap 1 → iemand merkt een taalverschijnsel op.
Stap 2 → andere voorbeelden noemen, telkens met een zin erbij.
Stap 3 → voorbeelden vergelijken.
Stap 4 → regel formuleren. De leerlingen bedenken een regel voor de woorden uit het derde
rijtje.
Stap 5 → regel vergelijken. Voorbeelden die niet aan de regel voldoen, zijn vaak de
aanleiding voor een nieuwe lus.



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisabercx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.10. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.10
  • (0)
  Add to cart