100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Oefententamen alle thema's | Differences between people - Personality Psychology $4.25
Add to cart

Exam (elaborations)

Oefententamen alle thema's | Differences between people - Personality Psychology

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit oefententamen bevat 30 vragen (multiple choice) over alle 7 thema's van Differences between people / Personality Psychology op de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Preview 2 out of 5  pages

  • October 30, 2024
  • 5
  • 2024/2025
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
Freud's Theorieën en Afweermechanismen

1. Welke functie vervult het id in Freud’s structurele model van de persoonlijkheid?
A. Morele waarden waarborgen
B. Onmiddellijke behoeftebevrediging zoeken
C. Planning en redeneren
D. Emotionele balans behouden
2. Neurotische angst ontstaat wanneer:
A. Het ego worstelt om de impulsen van het id onder controle te houden
B. Een persoon de morele code overtreedt
C. Er gevaar vanuit de externe wereld is
D. Het superego faalt in moreel toezicht
3. Wat is catharsis volgens Freud?
A. Het opbouwen van spanning zonder release
B. Het vrijkomen van emotionele spanning na het falen van afweermechanismen
C. Het proces van onderdrukking
D. Een bewuste reflectie op de kindertijd
4. Welk afweermechanisme houdt in dat men ongewenste impulsen toeschrijft aan
anderen?
A. Regressie
B. Projectie
C. Rationalisatie
D. Verplaatsing
5. In de psychoseksuele ontwikkeling wordt de focus op seksuele en agressieve drives
tijdelijk verminderd tijdens:
A. De orale fase
B. De anale fase
C. De latentieperiode
D. De genitale fase
6. Welk mechanisme zet negatieve impulsen om in sociaal geaccepteerde acties?
A. Sublimatie
B. Displacement
C. Verdringing
D. Verplaatsing
7. In Freud’s topografische model van de geest omvat het bewuste (conscious) niveau:
A. Alle niet-toegankelijke herinneringen
B. Impulsen en verlangens van het id
C. Actieve gedachten en gevoelens
D. Morele waarden
8. Denial is een afweermechanisme waarbij:
A. Een persoon onbewust gevoelens onderdrukt
B. Een persoon de realiteit ontkent
C. Negatieve impulsen worden geprojecteerd op anderen
D. De ego idealen worden gevormd



Persoonlijkheidstheorieën van Rogers en Bandura

, 9. Carl Rogers stelt dat incongruentie optreedt wanneer er een verschil is tussen:
A. Het ego en het superego
B. Het werkelijke zelf en het ideale zelf
C. Persoonlijke doelen en prestaties
D. Gedrag en sociale verwachtingen
10. Wat is het belangrijkste doel van onvoorwaardelijke positieve acceptatie in Rogers'
theorie?
A. De cliënt helpen zijn zelfbeeld te versterken
B. Het ideaalbeeld van de cliënt veranderen
C. Angst verminderen
D. Defensieve reacties uitlokken
11. Self-efficacy in Bandura's theorie verwijst naar:
A. Het vertrouwen in de eigen bekwaamheid om taken uit te voeren
B. Het naleven van externe normen en regels
C. De mate van zelfcontrole over instinctieve impulsen
D. De kracht van onbewuste motieven
12. Welk concept van Bandura houdt in dat mensen leren door te kijken naar andermans
gedrag?
A. Operante conditionering
B. Klassieke conditionering
C. Observational learning
D. Reflectief leren
13. Welke eigenschap beschrijft een fully functioning person volgens Rogers?
A. Verantwoordelijkheid ontlopen
B. Vasthouden aan vaste routines
C. Openstaan voor nieuwe ervaringen
D. Afhankelijk zijn van externe bekrachtiging



Big Five en andere Persoonlijkheidsmodellen

14. De eigenschap conscientiousness in de Big Five verwijst naar:
A. Emotionele stabiliteit
B. Openheid voor ervaringen
C. Motivatie en organisatietalent
D. Mate van introversie
15. Wat is het Flynn-effect?
A. De stijging in gemiddelde IQ-scores over generaties
B. De afname van IQ-scores bij veroudering
C. Een plotselinge daling in intelligentie bij stressvolle omstandigheden
D. Het ontstaan van intelligentieverschillen door culturele verschillen
16. In welk model wordt persoonlijkheid georganiseerd in hiërarchische niveaus met
extraversion, neuroticism, en psychoticism?
A. The Big Five
B. Eysencks hiërarchisch model
C. Catells 16 personality factor model
D. Theorie van Freud
17. Een persoon die hoog scoort op openness heeft waarschijnlijk:
A. Een voorkeur voor vaste routines

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikenobel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.25
  • (0)
Add to cart
Added