Sociaal Wetenschappelijk Kader 1: Pedagogisch en psychologisch denken (1000SWK119)
All documents for this subject (25)
Seller
Follow
maygouda
Content preview
Hoofdstuk 1: Geest, gedrag en wetenschap
• Psychologie: Wetenschappelijke studie van gedrag en mentale processen.
• Experimentele psychologie: Onderzoeksgebied binnen psychologie dat
gebruikmaakt van gecontroleerde experimenten om mentale processen en gedrag te
begrijpen.
• Toegepaste psychologie: Het gebruik van psychologische kennis om praktische
problemen op te lossen in diverse contexten.
• Perspectieven in de psychologie:
o Biologisch perspectief: Benadering die de invloed van biologische
processen op gedrag en mentale processen onderzoekt.
o Cognitief perspectief: Benadering gericht op mentale processen zoals
waarneming, geheugen en denken.
o Behavioristisch perspectief: Benadering die gedrag verklaart aan de hand
van leerprincipes zoals conditionering.
o Whole person-perspectieven:
§ Psychodynamisch perspectief: Benadering die de invloed van
onbewuste processen en vroege ervaringen benadrukt.
§ Humanistisch perspectief: Benadering die de nadruk legt op
menselijke groei en zelfactualisatie.
§ Psychologie van karaktertrekken en temperament: Onderzoek naar
consistente gedragskenmerken en persoonlijke eigenschappen.
o Ontwikkelingsperspectief: Bestudeert hoe mensen zich ontwikkelen
gedurende hun leven.
o Sociocultureel perspectief: Onderzoekt hoe sociale interacties en
cultuurgedrag beïnvloeden.
Hoofdstuk 2: Biopsychologie
• Biopsychologie: Studie van hoe biologische processengedrag en mentale
processen beïnvloeden.
• Evolutie: Proces waarbij soorten zich over generaties heen ontwikkelen.
• Natuurlijke selectie: Mechanisme van evolutie waarbij individuen met gunstige
kenmerken meer overlevings- en voortplantingskans hebben.
• DNA, genen en chromosomen: Dragers van erfelijke informatie; genen zijn stukjes
DNA, en chromosomen bevatten de genetische informatie.
• Genotype: De genetische samenstelling van een individu.
• Fenotype: De observeerbare eigenschappen van een individu, bepaald door genen
en omgeving.
, • Plasticiteit: Vermogen van het brein om zich aan te passen door ervaringen en
herstel.
• Zenuwstelsel: Bestaat uit het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg) en
het perifere zenuwstelsel (alle overige zenuwen).
• Sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel: Onderdeel van het autonome
zenuwstelsel; het sympathische deel activeert, terwijl het parasympathische deel
ontspant.
• Endocriene stelsel: Systeem van klieren dat hormonen produceert en reguleert.
• Drie lagen van de hersenen:
o Hersenstam (‘reptielenbrein’): Basale functies zoals hartslag en
ademhaling.
o Limbisch systeem (‘zoogdierenbrein’): Betrokken bij emoties en geheugen.
o Cerebrale cortex: Verantwoordelijk voor hogere denkfuncties zoals
redeneren en taal.
• Prefrontale cortex: Gebied van de hersenen dat betrokken is bij planning,
beslissingen en sociaal gedrag.
• Spiegelneuronen: Neuronen die actief worden bij het observeren en uitvoeren van
handelingen, en mogelijk empathie bevorderen.
Hoofdstuk 3: Sensatie en perceptie
• Stimulatie: Het prikkelen van zintuigen door externe stimuli.
• Sensatie: Het proces waarbij sensorische receptoren en zenuwen reageren op
stimuli.
• Perceptie: Het interpreteren en organiseren van sensorische informatie.
• Sensorische adaptatie: Verminderde gevoeligheid voor constante stimuli.
• Absolute drempel: De minimale intensiteit die nodig is om een stimulus op te
merken.
• Verschildrempel: Kleinste waarneembare verschil tussen twee stimuli.
• Wet van Weber: Relatie tussen de intensiteit van de stimulus en de minimaal
waarneembare verandering ervan.
• Signaaldetectietheorie: Beschrijft hoe we beslissingen nemen over het wel of niet
waarnemen van stimuli.
• Bottom-up verwerking en top-down verwerking: Bottom-up betreft verwerking
vanaf de sensorische input naar interpretatie, top-down begint met verwachtingen die
de waarneming beïnvloeden.
• Veranderingsblindheid: Het niet opmerken van veranderingen in een visuele scène.
• Illusie: Verkeerde interpretatie van een werkelijke stimulus.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maygouda. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.