Hystologie/ Cytologie
Celorganellen
Mitochondriën
= Energiecentrales van de cel
Voorkomen
- In alle eukaryote cellen
- Kunnen tot 2/5 van cytoplasmavolume innemen
- Eivormige of langgerekte structuren, soms vertakt
- Zeer heterogene verdeling over cytoplasma bij verschillende celtypes, vaak ophoping in gebieden
waar veel energie verbruikt wordt (vaak bij actieve tranporten)
- Aantal mitochondriën is afhankelijk van energiebehoefte van de cel (kunnen splitsen en fusioneren)
Opbouw
- Twee membranen
o Binnen membraan: sterk geplooit = vorming van cristae mitochondriales
→ daar speelt zich de krebcyclus af (alle eiwitten, tranporters, …)
→ geplooit om meer opp te hebben zodat die meer energie kan maken
→ Als en cel meer energie nodig hebben gaan de mitochondrien delen en het opp meer plooien =
dynamisch gegeven
o Buiten membraan: zeer permeabel en omgeeft ganse mitochonrio
→ 2 momenten van doorgangkelijkheid: beina alle kleiene moleculen kunnen door het
buitenmembraan, maar het binnenmembraan zeer goed gereguleerd (protonengradienten kunnen
pas bestaan als het een niet permeabel membraan hebt)
- Tussen de 2 membranen zit een Intermembranaire ruimte
- Matrix = soep van enzymen die zo geconcentreed kan zijn dat er kristallen in neerslaan, zit ook DNA in
Apoptose (zelf willen sterven) is vaak gebaseerd op permeabiliteit van binnenmenbraan
→ als het permeabel wordt dan gaat de cel dood
LINK VAN BINNENMEMBRAAN MET KANKER:
Evenwicht apoptose celdeling (= actief meer cellen vs actief minder cellen maken)
→ onmiddelijke link naar kanker (= onbalans in dat evenwicht) meestal mitose niet meer geremt waardoor er te
veel zijn
Bijzonderheden
- Mitochondriën bevatten eigen circulair DNA en ribosomen (en ook enzymen om proteïnen te
synthetiseren)
- Mitochondriaal DNA en geassocieerde enzymen lijken sterk op deze die in bacteriën voorkomen →
mitochondriën kunnen dus instaan voor eigen onderhoud, groei en vermenigvuldiging
- Aantal en grootte van mitochondriën kan dus veranderen wanneer energiebehoefte van de cel
verandert
→ circulair DNA met rRNA stukken om ribosomen te maken
,Buitenmembraan
- Bevat vele transporteiwitten
- Is permeabel voor niet al te grote moleculen, inclusief kleine eiwitten → samenstelling
intermembraanruimte afspiegeling van omliggend cytoplasma (omdat er zoveel door het
buitenmembraan kan ziet het er hetzelfde uit als het cytoplasma)
- Bevat enzymen die conversie van bepaalde substraten bewerkstelligen
- Bevat enzymen voor vetsynthese / vetzuurmetabolisme
Binnenmembraan
- Sterk geplooid naar inwendige van mitochondrion = vergroting van oppervlak van deze membraan
tov mitochondriale inhoud of matrix
- Cristae mitochondriales bladvormig of buisvormig
- Bestaat voor 3⁄4 uit eiwitten (ademhalingsenzymen,ook transporteiwitten) → eigenlijk bijna pre
eiwitten
- Minder permeabel dan buitenmembraan → zorgt er voor dat je gradienten kan maken
- Hoe hoger de metabole activiteit van een cel, hoe meer uitgesproken de plooiing van de
binnenmembraan is
- Membraan is heel fluide
→ dat de cellen niet in elkaar zakken dat komt door het cytoskelet
→ als je ze weg haalt heeft de cel geen votm, gwn een fluide vetoog
→ Receptoren kunnen heel gemakkelijk bewegen over het celopp en over de membranen
→ kunnen versmelten, verplaatsen, bij elkaar gaan liggen, … (drijven in het vet rond)
→ kunnen alleen niet voorbij de tight junctions (= ikea zakje als er nog lucht in zit dan gaat het er niet uit,
sluit rubber op rubber )
Binnenmembraan bevat heel veel eiwitten en ATPsynthase moleculen
→ ziet er uit als een dynamo: kan draaien in 1 richting om ATP te vormen
→ maar je kan er ook stroom opzetten en het in de andere richting laten draaien
→ gebruiken om ATP te maken, maar ook omgedraait (net zoals NaK pomp kan omdraaien om ATP te maken, dan
zwellen de cellen = reversiebe
,Matrix
- Bevat enzymen van vetzuuroxidatie en van deel van
citroenzuurcyclus
- Ronde matrixkorrels = neerslagen van calcium- en
magnesiumzouten
- Hier gebeurt oxidatie van lipiden, oxidatie van pyruvaat en
de citroenzuurcyclus of Krebscyclus
Hoe geraken die eiwitten dan toch door de membranen in de matrix?
TOM kanalen in binnenste membraan → gebruiken target sequencese
→ herkent door tranporteiwit
Begeleid door andere eiwitten = schaperonen eiwitten bv HSP
Functie
- Mitochondriale activiteit produceert ongeveer 95% van de energie die nodig is voor het in stand
houden van een cel (heel klein deeltje door andere gradiënten)
- Vormen ATP door de afbraak van organische moleculen in reactieketen waarbij O2 verbruikt wordt
en CO2 aangemaakt wordt
- Metabolisme = katabolisme + anabolisme
Synthese van mitochondriale proteïnen
- Merendeel van mitochondriale proteïnen wordt buiten het organel gesynthetiseerd door
cytosolische ribosomen (niet gebonden aan endoplasmatisch reticulum)
- Opname door binding aan receptor proteïnen op het oppervlak van de mitochondriën via
herkenning van specifieke uptake-targeting sequences (= adres labels: geven aan door welke
membranen het moet, .. ) aan de nieuwe proteïnen
- Aanwezigheid van dubbele membraan vereist voor sommige proteïnen een sequentiële actie van 2
sequenties en 2 membraangebonden receptorsystemen
Ribosomen
Algemene kenmerken
- Ronde of langgerekte deeltjes
- Doorsnede van ongeveer 20 nm
- Bestaan uit 2 subeenheden van ongelijke grootte die samen klikken en
die tov elkaar kunnen bewegen
- Voornaamste bestanddeel = ribosomaal RNA (rRNA)
- Andere bestanddelen : tientallen verschillende eiwitten
- 2 vormen : membraangebonden (aan cytoplasmatische zijde van ER) of
vrije ribosomen
- Worden gevormd in nucleus
Ribosomen komen uit de nucleolus = regio in de kern waar rRNA wordt gemaakt
→ kort en langer stukje rRNA maken grote en kleine subunit
→ komen samen voor en vormen ribosomen, los of aan EPR
Ribosomen maken eiwitten
Dus als je veel eiwitten nodg hebt → veel ribosomen nodig → grote of meerdere nucleoli nodig
Welke cellen veel nodig?
- Degen die veel secresieproducten maken (zijn eiwitten)
- Meesten eiwitten die de cel nodig heeft is nodig voor celintegriteit → als je heel veel wilt delen
heb je ook veel eiwitten nodig
→ grote nucleolus is bewijs van doorgedreven deldeling = kanker!
, Functie
- Assemblage van aminozuren tot polypeptideketens
- Essentieel voor de instandhouding van de cel
Ribosomen komen meestal voor in groepjes = polyribosomen of polysomen
→ Bij elkaar gehouden door een streng messenger-RNA (mRNA)
→ ze gaan het mRNA afschrijven
Vorming van proteinen of de ribosomen
1) Initiatie:
o Verschillende initiatiefactoren
o Assemblage van functioneel en competent ribosoom
o mRNA moet met startcodon (AUG = methionine) gepositioneerd zijn in P-site (peptidylsite)
en moet gepaard zijn met initiator-tRNA
2) Elongatie:
o Verschillende elongatiefactoren (EF) spelen rol
o EF bindt met aminoacyl-tRNA, plaatst het op A-site
o Binding met tRNA in P-site
o Elongatie van peptide
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ranicallaerts. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.