Samenvatting Uitgewerkte open vragen bijzondere weefselleer DGK
4 views 0 purchase
Course
Bijzondere weefselleer van de huisdieren II
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Een uitwerking van de open vragen die op het examen gesteld kunnen worden. Er zijn ongeveer 4 vragen niet helemaal uitgewerkt, maar de rest is wel super uitgebreid met soms eigen tekeningen.
,Inhoud
Integument.......................................................................................................................................................................4
1) Bespreek de verschillende celtypen in de epidermis. Geef de ligging, specifieke eigenschappen en functie........4
2) Bespreek de microscopische bouw van het lichaampje van Meissner en het lichaampje van Vater Pacini. Wat is
hun functioneel belang?..............................................................................................................................................6
3) Bespreek de microscopische bouw van de behaarde huid inclusief alle geassocieerde structuren van het
haartje. Vergelijk met de opbouw van een sinushaar.................................................................................................8
4) Bespreek de microscopische bouw van de nagel. Bespreek hoe de groei plaatsvindt.........................................10
5) Bespreek de microscopische bouw van de klauw en de relatie met de distale falanx. Beschrijf hoe de klauw
groeit..........................................................................................................................................................................10
6) Bespreek de microscopische bouw van de hoef. Bespreek de verschillende onderdelen en hoe deze groeien.
(niet uitgewerkt)........................................................................................................................................................10
7) Bespreek de microscopische bouw van de uier....................................................................................................11
Ademhalingsstelsel........................................................................................................................................................12
8) Bespreek de functionele histologie van de neus en de larynx..............................................................................12
9) Bespreek de microscopische bouw van alle onderdelen van de bronchiaalboom...............................................13
10) Bespreek het ademhalingsstelsel bij vogels. Vergelijk met de microscopische bouw van het
ademhalingsstelsel bij mammalia..............................................................................................................................14
11) Bespreek de functionele histologie van het vomeronasaal orgaan....................................................................14
12) Bespreek functionele histologie van de alveolaire wand en de bloed-lucht barrière........................................15
13) Bespreek de functionele histologie van respiratorisch epitheel. Op welke plaatsen in het ademhalingsstelsel
komt dit type epitheel voor?.....................................................................................................................................15
Spijsverteringsstelsel......................................................................................................................................................16
14) Bespreek de functionele histologie van de oesophagus. Wijd uit over de speciesverschillen...........................16
15) Bespreek de functionele histologie van het voormagencomplex van een koe...................................................17
16) Bespreek de functionele histologie van de maag. Bespreek in detail de verschillende celtypen van het
klierepitheel...............................................................................................................................................................18
17) Bespreek de functionele histologie van het abomasum.....................................................................................19
18) Bespreek de functionele histologie van het ileum en het colon.........................................................................20
Spijsverteringsklieren.....................................................................................................................................................21
19)Bespreek de functionele histologie van de lever. Vertrek van de algemene opbouw........................................21
20)Bespreek de functionele histologie van de pancreas...........................................................................................22
Excretiestelsel................................................................................................................................................................24
21) Bespreek de functionele histologie van een nierlichaampje...............................................................................24
22) Bespreek de functionele histologie van een nefron............................................................................................25
, 23) Bespreek de opbouw van de urinewegen. Geef gedetailleerd de functionele histologie weer van alle
componenten.............................................................................................................................................................26
Endocrien stelsel............................................................................................................................................................29
24) Bespreek de microscopische bouw en histofysiologie van de schildklier...........................................................29
25) Bespreek de microscopische bouw en histofysiologie van de parathyroidea....................................................30
26) Bespreek de microscopische bouw, bloedvoorziening en histofysiologie van de bijnier...................................32
27) Bespreek de microscopische bouw, bloedvoorziening en histofysiologie van de adenohypofyse....................36
28) Bespreek de microscopische bouw en histofysiologie van de neurohypofyse...................................................39
Vrouwelijk voortplantingsstelsel...................................................................................................................................40
29) Bespreek de functionele histologie van het oviduct...........................................................................................40
30) Bespreek de microscopische bouw en histofysiologie van het ovarium.............................................................41
31) Bespreek de follikelrijping ter hoogte van het ovarium......................................................................................42
32) Bespreek de functionele histologie van de uterus van een koe..........................................................................43
33) Bespreek de microscopische opbouw van een placentoom. (niet uitgewerkt)..................................................44
34) Bespreek de verschillende placenta-typen en hun microscopische bouw.........................................................45
Mannelijk voortplantingsstelsel.....................................................................................................................................47
35) Bespreek de functionele histologie van de epididymis.......................................................................................47
36) Bespreek de functionele histologie van de testis................................................................................................47
37) Bespreek de functionele histologie van de penis................................................................................................49
38) Bespreek de functionele histologie van de prostaat. Vergelijk met de andere accessoire geslachtsklieren.....50
39) Bespreek de spermatogenese en spermiogenese. (niet uitgewerkt).................................................................52
Oog.................................................................................................................................................................................53
40) Bespreek de functionele histologie van de retina. Bespreek de verschillende celtypen....................................53
41) Bespreek de algemene microscopische bouw van het oog. Geef schematisch weer waar alle onderdelen zich
bevinden....................................................................................................................................................................55
42) Bespreek de histologische kenmerken van de lens met ophangapparaat en de iris..........................................57
Oor.................................................................................................................................................................................59
43) Bespreek de microscopische bouw van de cochlea............................................................................................59
44) Bespreek de functionele histologie van het orgaan van Corti............................................................................61
45) Bespreek de functionele histologie van het evenwichtsorgaan. (niet helemaal uitgewerkt).............................62
, INTEGUMENT
1) BESPREEK DE VERSCHILLENDE CELTYPEN IN DE EPIDERMIS. GEEF DE LIGGING, SPECIFIEKE
EIGENSCHAPPEN EN FUNCTIE.
Epidermis = epitheellaag van de huid. → celproliferatie en -regeneratie!
Cellen:
Keratinocyten
Melanocyten
Cellen van Langerhans
Cellen van Merkel
Keratinocyten:
Ligging: Komen voor in elk stratum → maken overgrote deel van de epitheelcellen in de huid uit.
‒ Stratum basale:
▪ Bestaat uit een enkele laag kubische keratinocyten die de stamcellen vormen.
▫ Mitotische activiteit → duwen bovenliggende cellagen naar epitheeloppervlak.
▪ Keratinocyten bevatten cytokeratines en keratinefilamenten → verbinden desmosomen en
hemidesmosomen met elkaar.
▫ Vasthechting aan lamina basalis.
‒ Stratum germinativum = Onderste cellagen van huidepitheel die nog mitotische activiteit vertonen.
▪ Omvat stratum basale + onderste cellagen van stratum spinosum.
‒ Stratum spinosum:
▪ Keratinocyten bevatten spina (uitsteeksels) waarmee ze onderling verbonden zijn via desmosomen.
▫ Je ziet een trapladdereffect onder de LM.
▪ Aanvoer van nutriënten verloopt via diffusie door de wijde intercellulaire ruimte tussen de
keratinocyten.
‒ Stratum granulosum:
▪ Keratinocyten bevatten kenmerkende keratohyaliene korrels en membrane-coating granules.
▫ Korrels bevatten eiwit filaggrine → aggregatie tonofilamenten.
1. Functie: vormen van macrofibrillen → zorgen voor stevigheid.
▫ Ketaohyaliene korrels zijn voorlopers van het verhoorningsproces.
▫ Membrane-coating granules zorgen bij vrijstelling voor een lipideachtige laag.
1. Lipideachtige laag zorgt ervoor dat bovenliggende cellen afsterven.
▪ Cellen zijn volledig dood (niet in staat tot celdeling).
‒ Stratum lucidum:
▪ Enkel in dikke, haarloze huid terug te vinden.
▪ Wordt soms bij stratum corneum gerekend.
▪ Keratinocyten zijn sterk verhoornd en bevatten eleidinekorrels.
‒ Stratum corneum:
▪ Keratinocyten zijn dood en volledig gevuld met keratinefilamenten.
Functie: Tijdens verhoorningsproces zullen de tonofilamenten in de keratinocyten steeds meer keratine
bevatten. De cysteïne- en histidine residuen in keratohyaliene korrels vormen filaggrine. Filaggrine is
vervolgens verantwoordelijk voor de aggregatie van de tonofilamenten waardoor macrofibrillen worden
gevormd en de keratinocyten steeds steviger aan elkaar vast komen te zitten.
Specifieke eigenschappen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomivanhintum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.