Dit is een samenvatting van het boek "Algemene economie en bedrijfsomgeving". Zelf zit ik in mijn eerste jaar Business Studies waarin ik in de tweede periode het vak Algemene Economie heb gevolgd. Dit boek is de 5e druk (ISBN 978-90-01-88941-8), geschreven door Wim Hulleman en Ad Marijs en komt van...
Hoofdstuk 1. De onderneming en algemene economie
Welvaart = het beschikken over goederen en diensten voor de bevrediging van behoeften.
Schaarste = de spanning tussen behoeften en middelen.
Economisch handelen = het streven naar maximale welvaart met behulp van schaarse middelen.
Binnen de algemene economie onderscheiden we de volgende onderdelen:
- Meso- en micro-economie > bestuderen de kenmerken van markten en bedrijfstakken
waarmee ondernemingen te maken hebben, de vraag naar goederen en het aanbod ervan,
en de veranderingen die plaatsvinden in vraag en aanbod als de prijzen veranderen.
- Macro-economie > totale consumptie, de investeringen van alle bedrijven, de import en de
export van de bedrijven en de overheid van dat land.
- Monetaire economie > gaat over geld en de rol van banken in de economie. Onderdelen zijn
de omvang van de kredietverlening en de hoogte van de rente.
- Internationale economische betrekkingen (IEB) > bestudeert de buitenlandse handel van
landen, internationale kapitaalstromen en monetaire betrekkingen tussen landen.
Bedrijfsomgeving = alle ontwikkelingen in de omgeving van een onderneming die invloed hebben op
de resultaten van een bedrijf.
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen de omgevingsfactoren op basis van de mate waarin de
onderneming de onderneming de omgeving kan beïnvloeden. Dan ontstaat deze indeling:
- Directe omgevingsfactoren > de verschillende schakels in de bedrijfskolom, zoals
leveranciers, distributieschakels en afnemers.
Voortdurend contact tussen het bedrijf en de schakels.
De aard van de concurrentie verschilt per markt.
- Indirecte omgevingsfactoren > werknemers- en werkgeversorganisaties, de overheid,
publieke opinie en media.
Geringe invloed, maar omgekeerd kan de invloed van de indirecte omgeving op de
onderneming heel groot zijn.
Ook de sociale omgeving en de technologie zijn van belang in de concurrentiestrijd.
, - Macro-omgevingsfactoren > bestaat uit conjuncturele ontwikkelingen, de ontwikkeling van
wisselkoersen, prijzen van grondstoffen en demografische ontwikkelingen.
Vrijwel onbeheersbare factoren.
De waardestijging van een variabele noemt men de nominale stijging. De volumeverandering noemt
men de reële stijging van de variabele. De nominale verandering is gelijk aan de reële verandering +
de prijsstijging.
Bbp = Av * ap
- Bbp = productie (van een onderneming)
- Av = het aantal werknemers
- Ap = arbeidsproductiviteit, de productie per werknemer
Gbbp = GAv + Gap
- G = groei in procenten
L = Lwn * Av
- L = de totale loonsom
- Lwn = de loonsom per werknemer
- Av = de hoeveelheid werknemers
GL = GLwn + GAv
- G = de relatie groei
LKp.e.p. = Lwn / ap
- LKp.e.p. = loonkosten per eenheid product
- Lwn = loon per werknemer
- Ap = arbeidsproductiviteit
GLKp.e.p. = Glwn – Gap
- G = groei
Hoofdstuk 2. Markten
Het geheel van de betrekkingen tussen vragers en aanbieders inzake een bepaald product noemen
we de markt van dat product. De belangrijkste functie van markten is de prijsvorming. Consumenten
vergelijken prijzen zodat zij optimaal kunnen inkopen waar ze de behoefte aan hebben.
Bij de beschrijving van bepaalde markten stuiten we op twee problemen: de geografische grenzen
van de markt en de definitie van een product. Voor sommige producten is er een wereldmarkt met
prijzen voor alle vragers en aanbieders. Lokale markten zijn heel klein zoals detailhandelsbedrijven en
horecabedrijven. De relevante markt is het deel van de markt dat een bepaalde onderneming
bedient.
Een bedrijfstak bestaat uit ondernemingen die dezelfde soort producten maken met dezelfde soort
grondstoffen en productieprocessen. Deze producten zetten ze op verschillende markten af. Grote
ondernemingen kunnen gebruikmaken van voordelen die kleine ondernemingen niet hebben en
hebben daardoor een betere concurrentiepositie. Het voordeel van kleine ondernemingen is dat
deze zich makkelijker kunnen aanpassen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller caspervandenbos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.