100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding staats- en bestuursrecht $5.34   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding staats- en bestuursrecht

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van alle te leren stof van staats- en bestuursrecht. Ik heb ook een meer uitgebreide versie, maar deze samenvatting is perfect als refresher en om de belangrijkste punten tot je te nemen.

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • Alle stof te leren voor het tentamen
  • November 1, 2024
  • 5
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inleiding staats- en bestuursrecht – korte samenvatting
Soorten recht
 Privaatrecht: relaties tussen (rechts)personen onderling met gelijke partijen.
 Publiekrecht: rechtsregels met betrekking tot handelen van de overheid. Publiekrecht
is op te delen in strafrecht, bestuursrecht en constitutioneel recht (=staatsrecht),
waarover dit vak gaat.

Staatsrecht
Functies van het staatsrecht:
 Constitueren: het instellen van overheidsambten.
 Attribueren en delegeren: het toekennen van regelgevende – en
bestuursbevoegdheden en deze aan overheidsambten delegeren.
 Reguleren: voorwaarden en grenzen stellen aan de uitoefening van de
bevoegdheden.
 Legitimeren: bijdragen aan de aanvaarding van burgers en aan het vertrouwen in de
staat.

Delegatie van bevoegdheden volgens de Grondwet:
 Niet mogelijk: ‘bij wet’; ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’.
 Wel mogelijk: ‘bij of krachtens de wet’; ‘de wet regelt’; ‘regels’; ‘regeling’.

De democratische rechtstaat
Kenmerken van een staat: legitiem gezag, bevolking en grondgebied erkend door andere
staten.

Beginselen van de (democratische) rechtstaat:
 Legaliteitsbeginsel: alle overheidsoptreden moet een wettelijke grondslag hebben. Dit
bestaat sinds het Meerenberg arrest, waarbij een psychiatrische kliniek geen
patiëntenregister bij wilde houden ook al werd dat verplicht. De rechter besloot dat
dit geen AMvb was maar slechts een intern voorschrift, waardoor het alleen voor
ambtenaren gold en Meerenberg dus in het gelijk werd gesteld. Ze waren in
overtreding, maar zonder gevolgen. Dit was het startschot van het legaliteitsbeginsel.
 Machtenscheiding: wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht.
Deze staat in Nederland niet in de Grondwet.
 Grondrechten: fundamentele rechten en vrijheden van de inwoners die de overheid
moet respecteren en realiseren. Deze staan in de Grondwet. Dit kunnen basisnormen
zijn, klassieke vrijheidsrechten (negatief overheidsbeleid), sociale grondrechten
(positief overheidsbeleid) gelijkheidsnormen en discrminatieverboden, politieke
participatierechten en rechtsbescherming.
 Rechterlijke controle: het recht van de burger op een onafhankelijke rechter, ook
tegen de overheid.
 Democratie: actief en passief kiesrecht, meerderheidsbesluitvorming en politieke
grondrechten.

Staatsvormen en opvattingen
Enkele opvattingen en stromingen:
 Theocratisch: de vorst regeert in de naam van God en staat boven de wet.

,  Natuurrechten: rechten die je hebt van nature, zelfs als ze niet in de grondwet staan,
zoals recht op verzet tegen de tiran (=vorst die niet optreedt ten behoeve van het
algemeen belang).
 Feodale staat: eerste keer dat wederzijdse rechten en plichten werden opgeschreven
i.p.v. slechts natuurrechten: een vorst ruilt grond en domeingoederen met
leenmannen tegen geld (belasting) om zo militaire macht en geld te verwerven.
 Absolute staat: één vorst heeft alle drie de machten in handen.
 Constitutionalisme: overheidsbevoegdheden zijn verspreid (tegenovergestelde van
absolutisme).
 Democratische rechtstaat
 Politiestaat: de overheid treedt op naar eigen goeddunken (gaat in tegen
legaliteitsbeginsel).
 Totalitaire staat: geen grens aan overheidsinterventie.
 Klassieke liberale rechtstaat: het recht beschermt de individuele vrijheid en bindt dus
ook de overheid.
 Eenheidsstaat: één grondwet, alle ambten behoren tot een en hetzelfde centrale
overheidsverband en de staat is verdeeld in meerdere territoriale
overheidsverbanden met zelfstandige bevoegdheden, met de centrale overheid als
toezichthouder  dit type bestaat niet meer in West-Europa.
 Federale staat = bondsstaat: een staat bestaande uit deelstaten met elk een eigen
grondwet, aan elkaar gebonden door een overkoepelende grondwet, welke bewaakt
wordt door een constitutioneel hof  Duitsland en de Verenigde Staten.
 Confederatie = statenbond: zwakkere vorm van feodalisme met een samenwerking
gebaseerd op een verdrag in plaats van de grondwet, waarbij de ambten geen
rechtstreekse invloed op de burgers hebben en de staten zich altijd kunnen
terugtrekken  de EU is een zeer sterke variant.

Belangrijke opvattingen ten aanzien van de klassieke liberale rechtstaat:
 Locke: maatschappelijk contract  mensen zijn individuen met vrijheden die een
deel van hun natuurlijke vrijheid opgeven aan de staat.
 Montesqieu: De l’esprit des lois  mensen zijn geneigd om macht te misbruiken en
dus moeten de machten gescheiden worden in de Trias Politica.
 Rousseau: sociaal contract, volonté générale  de overheid moet het algemeen
belang nastreven.

Typen wetten
 Wet in materiële zin = AVV (algemeen verbindende voorschriften)  een algemene
wet, herhaaldelijk toepasbaar en op meerdere personen van toepassing met een
externe werking.
 Wet in formele zin: een wet die tot stand is gekomen door een samenwerking tussen
de regering en de Staten-Generaal, vaak tevens een wet in materiële zin.
 AMvb = algemene maatregel van bestuur: een regel vastgesteld door de regering en
de Ministerraad en die zo in het Staatsblad terechtkomt. Vaak zijn dit Koninklijke
Besluiten en regels in materiële zin.
 Positief recht: opgeschreven recht.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller simchakruithof. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.34
  • (0)
  Add to cart