100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inkomen juridisch $6.86   Add to cart

Summary

Samenvatting inkomen juridisch

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek "socialezekerheidsrecht begrepen' en de PP.

Preview 4 out of 31  pages

  • Yes
  • November 1, 2024
  • 31
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Inkomen juridisch
Hoofdstuk 1 inleiding in de sociale zekerheid
Het uitgangspunt van de Nederlandse sociale zekerheid is dat de overheid
een belangrijke rol speelt bij het opvangen van de verschillende sociale
risico’s -> verzorgingsstaat.

In de sociale zekerheid is er onderscheid tussen
werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen,
deze driedeling heeft te maken met:
- wie heeft er recht op de verzekering (personele werkingssfeer)
Wie is rechthebbend, wie kan er een beroep doen? Voor de WW is een
werkgever en
een werknemer nodig. Voor volksverzekeringen zijn ingezetenen van
Nederland nodig.
Voor sociale voorzieningen zijn rechtmatige verblijvers in Nederland
nodig.
- wie betaalt er (overheid, inwoners, werkgevers, werknemers)
- uitvoering (wie strekt de uitkering)
- voorwaarden (hoogte, duur, inkomens/vermogenstoets)

Werknemersverzekeringen zijn voor werknemers met een
arbeidsovereenkomst. De hoogte is afhankelijk van het laatst verdiende
loon. Wordt uitgevoerd door het UWV.

Volksverzekeringen wordt gefinancierd door iedereen die
inkomstenbelasting betaald. De hoogte van de uitkering is gerelateerd aan
het minimumloon.

Sociale voorzieningen komt voort uit belastingopbrengsten, uit
algemene middelen.

Hoofdstuk 2 kinderen
De Algemene Kinderbijslagwet is bedoeld als tegemoetkoming in de
kosten van opvoeding en verzorging van kinderen tot 18 jaar. Deze is
inkomensonafhankelijk.
De financiering gebeurt uit algemene middelen, belastingopbrengst.

Het kindgebonden budget heeft als doel ouders met weinig inkomen
financieel te ondersteunen. Deze is wel inkomensafhankelijk. De
alleenstaande ouder zonder fiscale partner ontvangt daarnaast de
alleenstaande-ouderkop, art. 2 lid 6 Wet kgb.
Het kindgebonden budget wordt per maand uitbetaald dor de
Belastingdienst.

Verzekerd voor de AKW is degene die Nederland is degene die in
Nederland woont dan wel in Nederland werkt en onder de loonbelasting
valt.
De SVB doet onderzoek naar zowel de juridische als de economische en de
sociale binding met Nederland. Bij juridische binding gaat het met name
om de Nederlandse nationaliteit of een geldige verblijfstitel op basis van

,de Vreemdelingenwet. Bij economische binding gaat het erom of men in
loondienst werkt of zelfstandige is, een huis huurt of eigenaar is van een
koophuis. En bij sociale binding gaat het om de aanwezigheid van familie
in Nederland.

Recht op kinderbijslag bestaat voor een eigen, aangehuwd (stiefkind) of
pleegkind, art. 4 lid 1 jo. art. 7 AKW. Het begrip eigen kind ziet niet alleen
toe op de biologische band maar is ook een juridisch begrip. Een man
staat in familierechterlijke betrekking tot een kind als hij gehuwd is met de
moeder op het moment van de geboorte van het kind, het kind heeft
erkend of heeft geadopteerd. Voor een vrouw is een eigen kind een kind
dat uit haar is geboren of een door haar geadopteerd kind, art. 4 lid 2
AKW.
Een pleegkind is een kind dat de verzekerde als eigen kind onderhoudt,
opvoedt en waarmee een nauwe, exclusieve relatie bestaat, art. 4 lid 3
AKW.

De wet maakt onderscheid tussen kinderen tot 18 jaar die thuis wonen en
kinderen tot 18 jaar die door de verzekerde worden onderhouden, art. 7 lid
1 AKW.
- voor een kind tot 18 jaar bestaat zonder meer recht op kinderbijslag als
dat kind tot het huishouden van de verzekerde behoort, art. 7 lid 1 sub a
AKW. Om te kijken of het kind bij het huishouden hoort, kijkt het SVB naar
het aantal nachten dat het kind per week thuis is. Een kind is uitwonend
als het minder dan 4 nachten thuis verblijft.

Voor uitwonende kinderen tot 18 jaar bestaat het recht op kinderbijslag als
de verzekerde aan de aanhoudeis voldoet. De verzekerde moet kunnen
aantonen dat hij voldoende bijdraagt in de kosten van de verzorging en
het onderhoud van het kind.

Woont een kind van 0 tot 18 jaar niet bij de verzekerde, dan moet de
verzekerde aan kunnen tonen dat hij minimaal een bepaald bedrag per
kwartaal bijdraagt aan de opvoeding en verzorging van het uitwonende
kins onder de 18 jaar om recht te hebben op kinderbijslag, art. 5 Besluit
uitvoering kinderbijslag.

Voor het recht op kinderbijslag voor een kind van 16 of 17 jaar moet ook
nog aan een extra voorwaarde worden voldaan. Het kind moet een
dagopleiding volgen die aan het einde daarvan een startkwalificatie
oplevert, of daarvan zijn vrijgesteld wegens een handicap, art. 7 lid 2
onder c en d AKW. Ook mag het kind niet meer dan 16 uur in 4 weken tijd
spijbelen. Als het verwijt is te maken aan de ouders, dan kan het recht op
kinderbijslag vervallen, art. 7 lid 3 en 4 AKW.

De hoogte van de kinderbijslag is een vast bedrag en is afhankelijk van de
leeftijd, art. 12 lid 1 en 3 AKW. Er zijn 3 leeftijdscategorieën:
- jonger dan 6 jaar (70%)
- 6 tot 12 jaar (85%)
- 12 tot 18 jaar (100%)

,In sommige situaties geld er dubbele kinderbijslag. Dat is wanneer het
kind niet thuis woont en de ouder/verzorger kan aantonen dat hij een
bepaald bedrag besteedt aan het onderhoud van het kind, art. 7 lid 6 AKW.
Het gaat dan om een kind dat uitwonend is in verband met ziekte of
gebrek, het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding. Ook als een
kind van 3 tot 18 jaar oud thuis woont en intensieve zorg nodig heeft, art.
7a lid 1 AKW.

De uitvoering wordt gedaan door de SVB, art. 14 AKW. De SVB keert 4 keer
per jaar, dus per kwartaal, rond de peildata de kinderbijslag uit. De
betaling kan ook ten hoogte een jaar teruggaan, art. 14 lid 3 AKW. Ouders
krijgen automatisch een aanvraagformulier toegestuurd na aangifte van
de geboorte van het eerste kind.

De peildatum is de eerste dag van het kwartaal. Op deze datum moet de
verzekerde voldoen aan de voorwaarden, art. 11 lid 1 AKW.

Bij gescheiden ouders is het niet de bedoeling dat de kinderbijslag aan
beide ouders wordt uitgekeerd. Woont het kind bij een van de ouders, dan
gaat diens recht voor, art 18 lid 4 AKW.

Als er ten onrechte kinderbijslag is verstrekt, dan zal de SVB de ten
onrechte ontvangen kinderbijslag terugvorderen. Als de betrokkene al zijn
verplichtingen is nagekomen en hij ook niet heeft kunnen weten dat de
uitkering ten onrechte werd verleend, dan zal de SVB niet overgaan tot
terugvordering op grond van het vertrouwens- en
rechtszekerheidsbeginsel.

Heeft de betrokkene niet aan zijn inlichtingenplicht voldaan, dan kan hij
naast een terugvordering ook een boete krijgen. De boete bedraagt ten
hoogste het benadelingsbedrag, maar is gemaximaliseerd, art. 17a AKW.
Een boete van 100% is alleen mogelijk bij opzet.

Hoofdstuk 3 zorg
Bij de WLZ gaat het om de kosten die samenhangen met de verzorging en
verpleging van mensen met een blijvende somatische, psychologische
aandoening of psychische stoornis of beperking en om mensen met een
blijvende verstandelijke, lichamelijke en/of zintuigelijke aandoening.

De WMO is een sociale voorziening die ondersteuning en begeleiding
biedt aan mensen die deze zorg niet zelf kunnen organiseren.

De Jeugdwet gaat over een aantal zaken die jongeren onder de 18 jaar
betreffen, zoals kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Het
gaat om de behandeling en niet om het verblijf.

De Zvw legt aan iedereen die in Nederland woont de verplichting op een
verzekering tegen ziektekosten af te sluiten. Voor kinderen tot 18 jaar zijn
de ouder verzekeringsplichtig, art. 2 lid 1 en 3 Zvw.

, De zorgverzekeraar heeft tegenover de verzekerde een zorgplicht op
grond van de verzekeringsovereenkomst. Deze zorgplicht houdt in dat de
verzekerde binnen een redelijke termijn zorg of de overige diensten moet
krijgen die hij nodig heeft, dan wel recht op een vergoeding daarvan, art.
11 lid 1 Zvw. In art. 10 Zvw staat omschreven wat er valt onder zorg en
overige diensten.

De Wlz-verzekerde is verplicht zich aan te melden bij een zorgverzekeraar.
De zorgverzekeraar is verplicht de persoon te accepteren, art. 3 Zvw. De
verzekeraars krijgen op grond van de wet een vereveningbijdrage, art. 32
e.v. Zvw.
Naarmate de leeftijd stijgt, stijgen de kosten voor de gezondheidszorg ook.

Er geld geen acceptatieplicht bij een aanvullende verzekering. Ook niet als
de verkeerde nog geen 5 jaar terug de premie niet heeft betaald of de
verzekeraar heeft misleid, art. 3 lid 4 Zvw. Een andere verzekeraar is
echter wel verplicht een contract aan te gaan.

Als iemand zich niet verzekerd, dan stuurt het CAK een brief naar de
onverzekerde met een aanmaning om zich binnen 3 maanden alsnog te
verzekeren, art. 9a Zvw. Als hij dat dan nog niet doet, is hij een
bestuurlijke boete verschuldigd van driemaal de standaard premie.

Artsen of instellingen zijn verplicht zorg te verlenen als deze medisch
noodzakelijk is. Onder voorwaarden kan een zorgaanbieder aanspraak
maken op een financiële vergoeding van het CAK voor oninbare kosten,
art. 122a Zvw. Het moet dan wel gaan om en patiënt die onverzekerd en
onverzekerbaar is.

In de wet is een basispakket vastgesteld, art. 10 Zvw en art. 2.4-2.15
Besluit zorgverzekering.

Soms is er een eigen bijdrage verschuldigd, art. 11 lid 3 Zvw. Dit is iets
anders dan het wettelijk eigen risico. De eigen bijdrage varieert per zorg
norm.

De zorg uit het basispakket kan op 2 manieren worden verleend: in natura
of door middel van restitutie, art. 11 Zvw jo art. 2.1 en 2.2 Bzv. In natura
betekend dat de zorgverzekeraar ervoor instaat dat de verzekerde de
benodigde zorg ontvangt. Een voorwaarde hiervan is dat de zorg adequaat
moet zijn.
In het algemeen is een restitutiepolis duurder dan een naturapolis. De
zorgverzekeraar hoeft niet in te staan voor tijdige beschikbaarheid van
adequate zorg. Een combinatie van beide is ook mogelijk, art. 11 lid 2
Zvw.
De zorgverzekeraar is verplicht ieder kalenderjaar een zorgpolis te
verstrekken, art. 9 Zvw.

Het is mogelijk om voor verpleging en verzorging een Zvw-
persoonsgebondenbudget aan te vragen bij de zorgverzekeraar. Het moet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthejager. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.86
  • (0)
  Add to cart