100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Reader Inleiding Staatsrecht $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Reader Inleiding Staatsrecht

3 reviews
 301 views  14 purchases
  • Course
  • Institution

Het betreft hier een uitgebreide samenvatting van de reader behorende bij het tentamen Inleiding Staatsrecht aan de Open Universiteit. Denk hierbij o.a. aan de kiesstelsels van het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Frankrijk. Belangrijke informatie is opgenomen, belangrijke passages/termen/onderwer...

[Show more]

Preview 3 out of 17  pages

  • February 11, 2020
  • 17
  • 2019/2020
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: ockerssamantha • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Studiebol12 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: info2199 • 4 year ago

avatar-seller
Bas Dammers
31 oktober 2019

Reader Inleiding Staatsrecht
Tekst 1 - Het lezen, analyseren en samenvatten van juridische teksten
Voordat je start met het lezen van een tekst is het van belang te weten of het gaat om een betogende
of een niet-betogende tekst. De volgende begrippen zijn van belang:
1. Het leesdoel: wat wil ik bereiken met het lezen van deze tekst? (bv. rechtsvraag rechtszaak)
2. Betogende of niet-betogende tekst: wil de schrijver een lezer ergens van overtuigen, dan gaat het
om een betogende tekst. In een betoog verdedigt een auteur een bepaald standpunt door dit te
onderbouwen met meerdere redeneringen die afzonderlijk weer bestaan uit argumenten en een
conclusie. Een betoog is een juridisch betoog als beweringen te herleiden zijn tot rechtsbronnen,
eveneens als iemand een standpunt inneemt over een juridisch onderwerp. Een niet-betogende
tekst stelt een bepaald onderwerp op een beschrijvende en informatieve wijze aan de orde. Dit soort
teksten worden ook wel informatieve teksten genoemd. De teksten kunnen tot doel hebben een
beschrijving of verklaring te geven.Teksten met een beschrijvend doel bevatten een weergave van een
bepaalde zaak of verslag van gebeurtenissen (bv. beschrijvende overzicht van de rechtsontwikkeling).
Vaak zijn juridische teksten een combinatie van een betogende en een niet-betogende tekst.

Andere belangrijke begrippen:
1. Bewering: een bewering is een mededeling die stellend geformuleerd is, ook wel oordeel
genoemd. De juistheid ervan kan door de lezer in twijfel worden getrokken. Een bewering kan nooit
vragend zijn.
2. Standpunt: het standpunt is de bewering waar het in het betoog uiteindelijk om gaat. Het
standpunt wordt in het betoog verdedigd door middel van de andere beweringen.
3. Redenering: een redenering is een geheel van beweringen waarbij één bewering de conclusie is
terwijl de andere beweringen de argumenten zijn waarmee de conclusie wordt onderbouwd.
4. Conclusie: de conclusie is de bewering die in een redenering wordt verdedigd door een of meer
ondergeschikte beweringen.
5. Argumenten: argumenten zijn de beweringen waarmee de conclusie van een redenering wordt
onderbouwd.

STAP 1: De eerste stap bij het lezen van een tekst is het doornemen van die tekst. Je leest
oppervlakkig kleine of grote delen, zodat je snel de opbouw, het onderwerp en de vraag die
centraal staat, ontdekt. De vormgeving en opbouw geven een indicatie voor het onderwerp en de
centrale vraag van de tekst. Een tekst kun je ontleden in bijzondere tekstonderdelen:
1. Titel: de titel van een artikel of boek verschaft je vaak een indruk van het onderwerp van de tekst.
Soms is dit echter niet het geval, de schrijver wil je belangstelling opwekken
2. Flaptekst en voorwoord: de flaptekst (voor/achterkant boek) geeft vaak informatie over de
auteur en zijn doelstelling, het voorwoord doet dit ook (soms ook over opzet boek)



READER INLEIDING STAATSRECHT 1

,3. Inhoudsopgave: de inhoudsopgave geeft je inzicht in de opbouw van de tekst. Daarnaast kun je
uit dit tekstdeel ook afleiden wat het onderwerp is, welke deelonderwerpen er zijn en wat de centrale
vraag is. Soms ontbreken deze gegevens (ook kopjes, titels etc.), kijk dan naar de opbouw van alinea’s
om achter belangrijke gegevens te komen
4. Inleiding: de inleiding is het eerste hoofdstuk of eerste alinea van een tekst. Een goede inleiding
verschaft duidelijkheid over het onderwerp, de centrale vraag en de opbouw van de tekst
5. Conclusie en samenvatting: ook het lezen van een conclusie en samenvatting hoort bij de
eerste stap. In een samenvatting vind je de hoofdzaken van de tekst, in een conclusie vind je het
antwoord op de probleemstelling/hoofdvraag (centrale vraag afleiden)

Een belangrijk onderdeel bij het doornemen van een tekst is het vinden van de centrale vraag. De
centrale vraag van een betogende tekst vind je door de vraag te zoeken die past bij het antwoord
dat in het standpunt besloten ligt. Je zoekt dus eerst het standpunt. In een betogende tekst vind je
aanwijzingen voor argumentatie: indicatoren (want, omdat, in de eerste plaats etc.). Met die
indicatoren zoek je welke bewering wordt verdedigd. Je zoekt dus eerst het onderwerp en het
standpunt. Je formuleert dan de vraag die bij dat standpunt past: de centrale vraag.

Ook uit een niet-betogende tekst kun je een centrale vraag afleiden. Die centrale vraag is een
informatieve of beschrijvende vraag. Je zoekt eerst naar het thema of onderwerp van de tekst om
vervolgens jezelf de vraag te stellen waar de tekst over gaat.

Je rondt het doornemen van een tekst af door kort te noteren wat je leesdoel, het onderwerp en de
centrale vraag van de tekst is. Ook geef je aan hoe de tekst is opgebouwd.

STAP 2: Je gaat verder met het bestuderen van de tekst. Je wilt de tekst volledig begrijpen. Bij het
analyseren ga je nauwkeurig de structuur van de tekst ontleden.

Bij een betogende tekst breng je ook de argumentatiestructuur in kaart. Kennis van de
argumentatiestructuur toont je op welke wijze het standpunt is verdedigd en welke argumenten er
zijn. Bij het analyseren van een betogende tekst kunnen indicatoren en signaalwoorden behulpzaam
zijn. Uit indicatoren kun je afleiden dat de beweringen die hierop volgen argumenten voor het
standpunt kunnen zijn. Met signaalwoorden wordt vaak een toelichting of uitleg aangekondigd
(bv. bijvoorbeeld, met andere woorden etc.). Signaalwoorden helpen bij het analyseren van niet-
betogende teksten om hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden.

Er zijn drie argumententatiestructuren: een meervoudige, een nevenschikkende en een
onderschikkende argumentatie
1. Enkelvoudige argumentatie: het standpunt wordt door slechts één argument ondersteund.
Ontkrachting hiervan is voldoende om het standpunt onderuit te halen
2. Meervoudige/onafhankelijke argumentatie: ieder argument ondersteunt afzonderlijk het
standpunt. Ontkrachting van een argument is niet voldoende om het standpunt onderuit te halen




READER INLEIDING STAATSRECHT 2

, 3. Nevenschikkende/afhankelijke argumentatie: meerdere argumenten ondersteunen
gezamenlijk het standpunt. Als een van de argumenten wordt ontkracht, is dit voldoende om het
standpunt onderuit te halen
4. Onderschikkende argumentatie: meerdere argumenten ondersteunen het standpunt, waarbij
het ene argument als ondersteuning dient voor het volgende standpunt. Het is meestal voldoende om
een van de argumenten te ontkrachten, waardoor het standpunt niet langer aanvaardbaar is

Bij het bestuderen van een niet-betogende tekst ga je bij de reeds ontdekte centrale vraag hoofd- en
bijzaken van elkaar onderscheiden.

Je sluit de bestudering van een tekst af met het kort noteren van de resultaten van de tekstanalyse.
Van een betogende tekst noteer je de argumentatiestructuur. Van een niet-betogende tekst noteer je
de hoofdlijnen en puntsgewijs de hoofd- en bijzaken.

STAP 3: Je kunt verder met het kritisch lezen van de tekst.

Bij een betogende tekst ga je kijken of de redeneringen deugdelijk zijn. Je kijkt:
- of de redeneringen geldig zijn;
- en beziet of de inhoud van de argumenten/premissen waar is
Een redenering is alleen deugdelijk als de redenering geldig is én als de premissen waar zijn. Pas als
de redeneringen op deugdelijkheid zijn beoordeeld, kan een oordeel worden gegeven over het betoog.

Een drogreden is een redenering die deugdelijk lijkt, maar niet deugdelijk is: de redenering lijkt
geldig of de premissen lijken waar, maar dat is niet het geval (bv. verdediging standpunt met
argument dat eigenlijk over een ander onderwerp gaat). Veelvoorkomende droogredenen:
1. Cirkelredenering: het standpunt wordt niet bewezen doordat het argument een bewering van
gelijke strekking bevat. Zoals: ‘Iedere jurist moet argumenteren om te overtuigen. Dat kan niet
anders, want om te overtuigen moet iedere jurist nu eenmaal argumenteren.’
2. Irrelevante argumentatie (ignoratio elenchi): als irrelevante informatie wordt aangevoerd,
spreken we van irrelevante argumentatie. Er wordt een ander standpunt verdedigd dan het standpunt
dat in de redenering is aangevoerd (verschuiving)
3. Stroman: er is sprake van de stroman als het standpunt dat naar voren is gebracht, wordt
aangevallen terwijl dat wordt vertekend of verdraaid. De discussie gaat niet meer over het eigenlijke
standpunt, maar over het verdraaide standpunt
4. Argumentum ad hominem: als men niet ingaat op het standpunt, maar in plaats daarvan een
aanval te doen op de persoon die het standpunt inneemt. Maar, niet elke aanval op de persoon is een
argumentum ad hominem: soms is een aanval op de persoon noodzakelijk gelet op het karakter van
de discussie (bv. advocaat die de verklaring van een getuige ter discussie stelt vanwege verleden)
5. Ambiguïteit: als in een redenering aan een of meer woorden verschillende betekenissen worden
toegekend. Wanneer van die dubbelzinnigheid gebruik wordt gemaakt, is de redenering niet
deugdelijk (bv. snelle jongens: gladde jongens, maar ook hardlopende jongens)
6. Te haastige generalisering: als vanuit een of slechts enkele voorbeelden te snel een algemene
conclusie wordt getrokken, die wel eens alleen het gevolg van vooroordelen kan zijn

READER INLEIDING STAATSRECHT 3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller basdammers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  14x  sold
  • (3)
  Add to cart