100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting LEV Cyclus 1.8 (THK-1) $20.08   Add to cart

Summary

Samenvatting LEV Cyclus 1.8 (THK-1)

 50 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting betreft een uitwerking van alle colleges betreft Levensloop cyclus 1.8

Preview 4 out of 37  pages

  • February 11, 2020
  • 37
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Chiara Eenkhoorn – THK-1


Samenvatting cyclus 1.8 ‘LEV’
Thema: ‘Wisselgebit’

College 1 – Impactie (14-01-2019)
Impactie = een verstoring van de doorbraak, de tand zit nog in het bot.
® Er is sprake van een fysieke obstructie.

Dit is in tegenstelling tot retentie, hierbij is er geen sprake van een fysieke obstructie.

De doorbraak van elementen verschilt. Tussen het oplossen van de melkhoektand en de
doorbraak van de blijvende hoektanden zit een tijd van 135-995 dagen.

Impactie frequentie
Impactie kan op verschillende plaatsen in de mond optreden, de meest voorkomende
plekken zijn:
1. De derde molaren
2. Cuspidaten in de bovenkaak
3. Tweede premolaren
4. Centrale incisieven in de bovenkaak

Hoe vaak komt het voor? Het varieert van 0,8 tot 2%. Het komt vaker bij vrouwen dan
bij mannen voor. In 85% van de gevallen is de impactie palatinaal en in 15% van de
gevallen buccaal.

Waarom behandeling?
Een behandeling bij impactie van de cuspidaat in de bovenkaak is belangrijk, omdat:
• Cuspidaten zijn belangrijke (pijler)elementen.
• Door impactie kan er wortelresorptie bij de buurelementen optreden (I1 en I2).
Þ Deze resorptie stopt zodra de cuspidaat vrij ligt van de I2.
• Migraties
• Als ze lang in het bot zitten is er kans op een cyste.

De cuspidaat in de bovenkaak wordt het hoogst van alle elementen aangelegd, hierdoor
heeft het een langer eruptiepad.

Er zijn verschillende factoren die kunnen leiden tot een impactie zoals: frontaal trauma,
cyste, pathologische afwijkingen, ankylose, odontomen, boventallige elementen en
schisis.

Daarnaast zijn er ook twee theorieën van elkaar te onderscheiden, namelijk:
genetische/multifactoriële theorie en de geleidingstheorie.

Genetische/multifactoriële theorie
Impactie kan erfelijk zijn, het kan zijn dat bijvoorbeeld je vader/moeder er ook last van
had en het kind ook. Hierbij is er een complex verband tussen genotype en fenotype.

Het kan in combinatie met andere dentale afwijkingen voorkomen.




1

,Chiara Eenkhoorn – THK-1


Geleidingstheorie
Als bijvoorbeeld het buurelementen afwezig is, zal er
onvoldoende geleiding zijn voor de cuspidaat om op
de juiste positie door te breken, en zal deze
geïmpacteerd raken.

Onvoldoende geleiding langs de wortels kan optreden door:
• Agenesie (= niet hebben van) I2 of P1
• Afwijkende morfologie van de I2
• Klasse II/2 met een afwijkende positie van de I2

Diagnostiek
Hoe kun je impactie diagnosticeren? Dit kan op verschillende manieren, namelijk:
• Klinisch beeld; wat zie je met het blote oog?
• Palpatie; wat voel je?
• Röntgenologisch; wat zie je onder het tandvlees/in het bot?

Daarnaast is het van belang dat het gebit en de wisseling ervan goed in de gaten
gehouden wordt en of er sprake is van een asymmetrische doorbraak, een late
doorbraak, afwijkende doorbraakrichting en het familiair voorkomen van impacties.
® Het kan zo zijn dat de wisseling compleet is, maar de cuspidaat nog afwezig is en
ook niet te voelen is (= niet palpabel).

Röntgen
Door middel van röntgenfoto’s kan er duidelijk(er) beeld gegeven worden van waar en
in welke hoek het element zich bevindt. Dit kan door middel van:
• Een OPG
Þ De röntgenbundel komt vanachter, waardoor het object dichterbij de bron
groter afgebeeld wordt.
§ Groter afgebeeld? Element ligt palatinaal.
§ Kleiner afgebeeld? Element ligt buccaal.
Þ Een OPG overschat de angulatie en onderschat de proximiteit tot de
midline.
• Cone Beam CT (CBCT)
Þ Geeft een 3D beeld; hierin is beter te zien in welke hoek het element zich
bevindt en geeft een beter beeld van resorptie.

Behandeling
Een impactie kan op verschillende manieren behandeld worden:
• Extractie van de melkcuspidaat: hierdoor wordt er ruimte gecreëerd voor de
blijvende cuspidaat.
• Chirurgisch vrijleggen van het element.
• Chirurgische repositie van het element.
• Chirurgische verwijdering van het element.




2

,Chiara Eenkhoorn – THK-1


Extractie van de melkcuspidaat
Dit wordt alleen gedaan als er nog geen wortelresorptie bij de buurelementen aanwezig
is. daarnaast moet de wortel van de cuspidaat nog niet volledig afgevormd zijn.
® Wortel niet volledig afgevormd? Kans op zelf doorbreken van het element is
groter.

Of dit werkt hangt ook af van in welke hoek het geïmpacteerde element zich bevindt.

Chirurgisch vrijleggen
Er zijn verschillende manieren voor het vrijleggen van elementen, namelijk:
• Gesloten eruptietechniek (dmv goldchain)
• Open eruptie/gemodificeerde venstertechniek
• Apicaal gerepositioneerde flap

Bij de gesloten eruptietechniek wordt het element vrij gelegd en
wordt er een attachment op het element geplakt. De flap wordt
teruggehecht en de goldchain van de attachment wordt aan de
beugel vastgemaakt.
® Dit is geschikt voor zowel buccaal als palatinaal gelegen
cuspidaten.

Bij de open eruptietechniek wordt het geïmpacteerde element blootgelegd. De flap
wordt niet teruggehecht en de wond wordt afgedekt met ‘peripac’. Het element blijft
zichtbaar in de mondholte. Nadat het element iets erupteerd, kunnen er blokjes aan
het element geplakt worden, zodat deze in de tandenrij gezet kan worden.
® Met name geschikt voor palatinaal gelegen cuspidaten.

Bij een apicale resorptie van de flap wordt er incisaal van de
glazuur-cementgrens een opening gemaakt. Het element wordt
blootgelegd en er wordt een attachment aan het element gezet. Deze
wordt vastgezet aan de beugel, waardoor het element terug in de
tandenrij gezet kan worden.
® Met name geschikt voor buccaal gelegen cuspidaten.

Chirurgische repositie
Als de patiënt geen orthodontie wil ondergaan, kan ervoor gekozen worden voor
chirurgische repostie. Dit is het meest gunstig als de wortel voor 50-75% is afgevormd
en er moet voldoende ruimte beschikbaar zijn in de tandenrij.

Een chirurgische repositie geeft wisselende resultaten.




3

, Chiara Eenkhoorn – THK-1


College 2 – Gebitsontwikkeling, doorbraak en wisseling dentitie (16-01-2019)
Voor het tentamen is het belangrijk dat je de praktische zin snapt van de
gebitsontwikkeling met als leidraad deze powerpoint.

Gebitselementen ontwikkelen zich vanuit kiemlagen. Voor het gebit zijn er twee
basisstructuren, namelijk:
• Ectodermale cellen: vormen de ameloblast en vormt uiteindelijk glazuur.
• Mesenchymale cellen: vormen de odontoblasten en vormt uiteindelijk dentine,
pardontaal ligament, cement en de pulpa.

Al in de zesde week na de bevruchting begint de ontwikkeling van de tanden bij het
embryo.

Vanuit het basaalmembraan wordt gecommuniceerd met de andere cellen die te maken
hebben met de gebitsontwikkeling.
® Dit wordt later de glazuur-dentine grens. Gebeurd door proliferatie van het
mesenchymale weefsel.

Tijdens de tandontwikkeling ontstaan er twee ‘banden’:
• Dental lamina; zal de elementen vormen
• Vestibular lamina; vormt de mondholte, tussen de lippen/wangen en elementen.


Ameloblasten


Glazuur

Glazuur-dentine grens (GDG)

Dentine

Odontoblasten

H1 Vorming van gebitselementen
De cellen specialiseren zich in een bepaalde functie (= differentiatie).

Morfogenese (macroscopisch) = zorgt voor de morfologie van de elementen, dit is
genetisch bepaald en is bij (bijna) iedereen gelijk.

Hoe gaat dat bij molaren?
= de mineralisatie begint bij de mesiobuccale knobbel.
Het proces van de vorming verloopt in 5 stappen, namelijk:
1. Interstitië le groei: glazuurepitheel sturend.
2. Mineralisatie: de toekomstige kroon mineraliseert.
3. Coalescentie (!): samensmelten van de knobbelpunten, het occlusievlak is
gemineraliseerd.
4. Glazuurafzetting: de kroon neemt in breedte toe.
5. Vorming van bi- of trifurcatie (= twee/drie splitsing): gebeurt alleen bij molaren.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chiaraeenkhoorn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $20.08. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$20.08
  • (0)
  Add to cart