100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Burgerlijk recht II Werkcolleges $3.75
Add to cart

Other

Burgerlijk recht II Werkcolleges

 186 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Preview 5 out of 21  pages

  • February 3, 2014
  • 21
  • 2012/2013
  • Other
  • Unknown
avatar-seller
Burgerlijk recht II Werkcolleges

geschreven door:

m1992




De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen

Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!




www.stuvia.com




Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen




WC1
Begrip verbintenis, bronnen der verbintenis, onderscheidingen van verbintenissen, natuurlijke
verbintenissen, onderhandelingsfase en totstandkoming.

Rechtshandeling: wil + verklaring, 3:33 - de verklaring moet iemand bereiken!
Heineken reclame ‘walking fridge’. Waarom is er hier geen sprake van een overeenkomst? (walk-in
tegenover walking) Er is geen wilsovereenstemming tussen partijen!

Verbintenis: vermogensrechtelijke relaties tussen twee of meer partijen, waarbij de ene partij tot een
prestatie gerechtigd is en de andere partij die prestatie verschuldigd is.
r.h. = wil + verklaring + aanbod
eenzijdig gerichte r.h.
wil + verklaring = aanvaarding
eenzijdig gerichte r.h.
wilsovereenstemming overeenkomst meerzijdige r.h.
bron van verbintenissen:
overeenkomst (week1t/m6)
wet: onrechtmatige daad 6:162 ongerechtvaardigde verrijking 6:212 onverschuldigde betaling 6:203
zaakwaarneming 6:198 ongedaanmaking 3:70
* dit is overigens geen uitputtende lijst *

Stel: je wilt een vliegticket naar Sydney boeken, je typt per ongeluk ‘Sidney’ in op internet. Hier is er
sprake van discrepantie tussen de wil en verklaring, het probleem zit nu bij eeń ́ partij. Vervolgens
wordt er dan op de artikelen 3:33 en 3:35 beroepen.
Civiele verbintenis rechtens afdwingbaar
natuurlijke verbintenis
rechtens niet afdwingbaar 1) wet: verjaring
kansspelen
faillissementsakkoord r.h.: gentleman’s agreement 2) dringend morele verplichting
Goudse Bouwmeester: niet onverschuldigd betaald, natuurlijke verbintenis is ook een rechtsgrond.

Casus 1
Marc Marks is licht geestelijk gehandicapt, werkt inmiddels 3 jaar lang bij Prudon B.V. Marc Marks
zegt op 6 oktober niet meer terug te komen en komt vervolgens op 12 oktober weer opdagen.
Inmiddels heeft Prudon B.V. een nieuwe hulp aangenomen.
Marc Marks zal zich beroepen op de artikelen 3:33 en 3:34.

Artikel 3:33
- Wil: Marc Marks had niet de bedoeling serieus ontslag te nemen. Marc Marks was boos omdat hij
geplaagd werd, als je boos bent dan zeg je gauw dingen die je niet bedoelt. Daarnaast is hij geestelijk
gestoord, de banen liggen niet voor het oprapen voor Marc. Marc werkt inmiddels 3 jaar bij Prudon
B.V., daar kun je uit afleiden dat het niet een persoon is die snel (en opeens) ontslag neemt. Hieruit
blijkt dat Marc veel nadeel heeft geleden, hier zou de werknemer rekening mee moeten houden;
onderzoeksplicht. Westhoff/Spronsen: hoe groter het nadeel, des te meer reden voor
onderzoeksplicht.
De werkgever had wel een onderzoeksplicht, Marc is licht geestelijk gehandicapt en woedend. De
werkgever heeft geen onderzoek gedaan. De gevolgen kon je niet overzien, de werkgever had iets
meer kunnen doen. Het is een afweging van de verschillende factoren. In deze casus meer naar het
voordeel van Marc.
> De opzegging is vernietigbaar.

3 Fasen: 1) 3:33 2) 3:35 3) 6:2 lid 2. In casu komen we niet toe aan artikel 6:2 omdat er geen sprake is
van gerechtvaardigd vertrouwen.
- Verklaring: ‘jullie zullen me niet meer terugzien’, dit wijst op ontslag

Artikel 3:34
- geestelijke stoornis: licht geestelijk gehandicapt (blijvend of tijdelijk)
- rechtshandeling onder invloed van de stoornis gedaan (causaal verband):
a) Stoornis belet redelijke belangenafweging. Wil wordt geacht te ontbreken ('Stoornis belette een
redelijke waardering van de betrokken belangen')




Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen




b) Verklaring is onder invloed van de stoornis gedaan. Wordt vermoed als de rechtshandeling nadelig
is voor de geestelijk gestoorde.

Bewijsvoordeel: indien nadelige gevolgen, dan ontstaat het bewijsvermoeden dat de verklaring onder
invloed van de stoornis is gedaan. Dit is wel eventueel te weerleggen.

In casu: eerder is gesteld dat Marc veel nadeel ondervindt aangezien hij niet makkelijk aan een
nieuwe baan komt. Hierdoor ontstaat dus het bewijsvermoeden dat de verklaring onder invloed van de
licht geestelijke stoornis is gedaan.

Lid 2: De rechtshandeling is vernietigbaar.

Kijk erna nog naar 3:35 Het gerechtvaardigd vertrouwen, vereisten:
- Verklaring
- Vertrouwen
- Gerechtvaardigd
Wanneer is dit? Hangt af van de omstandigheden van het geval.

Dus: Opzegging is vernietigbaar, dus als Marc hier een beroep op doet is de overeenkomst niet
beëindigd.

Nadeelsvereiste? In de casus is er al een nieuwe werknemer aangenomen. Komt aan bod als er wel
sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen.

Casus 2
• Vorderingsrecht: je hebt het recht om nakoming van een verbintenis te vorderen (2e deel van
definitie verbintenis) Rechtsvordering: kun je in rechte te gelde maken. Het vorderingsrechts is de
400 euro die Klaas van Cornelis vordert. Maar dit is geen rechtsvordering (toegang tot de rechter)
Want er is sprake van een kansspelovereenkomst, (7A:18250) Als je een vorderingsrecht hebt
maar geen rechtsvordering is het een natuurlijke verbintenis (6:3).
• In casu gaat het om een verbintenis met betrekking tot kansspelen. Dit is een natuurlijke
verbintenis, dit kun je niet in rechte afdwingen. Klaas heeft een vorderingsrecht, maar geen
rechtsvordering (kan het niet in rechte te gelde maken). Artikel 6:3 jo 7A:1825. Kan die natuurlijke
verbintenis omgezet worden in een rechtens afdwingbare verbintenis? (6:5)
• Er is niet onverschuldigd betaald, een natuurlijke verbintenis is ook een rechtsgrond. (blijkt uit 'het
systeem van de wet')

Casus 3
Het gaat hier om de vraag hoe lang je nog door kan onderhandelen voordat je je fatsoenlijk kan
terugtrekken? Het is een langdurige en ingewikkelde onderhandeling.

Plas/Valburg (r.o. 3.4.): 3 fasen van onderhandeling (pre-contractuele fase)
1) contractsvrijheid, terugtrekken wanneer je wilt. Aftreden van de onderhandelingen staat vrij.
2) kostenvergoeding. Afbreken mag, maar alleen als je ook het negatieve contractsbelang betaald
(gemaakte kosten).
3) afbreken is in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Afbreken mag wel, maar alleen als het
positieve contractsbelang wordt vergoed (Vergoed wat de situatie zou zijn als het contract wel was
gesloten; Gemaakte kosten en gederfde winst).

CBB/JPO (zie noot NTBR 2006, 13) r.o. 3.6. : Iets genuanceerder, terughoudender met fase 3.
Maatstaf voor de schadevergoedingsplicht. 'Afbreken tenzij op grond van het gerechtvaardigd
vertrouwen..'
Discussie of de drie situaties wel bestaan en niet gewoon twee.

> Pre-contractuele fase, er is nog geen overeenkomst er zijn onderhandelingen. Als het om deze fase
gaat, dan zijn er twee arresten van belang. Plas/Valburg en CBB/JPO.

Zolang er geen toestemming is van de derde dan is er nog geen vertrouwen zijn in de totstandkoming
van het contract. In de casus is die toestemming nog nodig van de gemeenteraad.




Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen




Gemeente is waarschijnlijk vrij om af te zien. berekeningen zijn veranderd. weeg factoren af, waar
mag je op vertrouwen of juist niet. Gemeente moet wel schade vergoeden.

WC2
Wilsgebreken; Ontbindende en opschortende voorwaarde, tijdsbepaling; Verbintenissen onder
voorwaarde of met tijdsbepaling;

Bedreiging art. 3:44 lid 2
- dreiging met enig nadeel ten aanzien van een persoon / goed
- onrechtmatig → op zichzelf (mishandeling)
→ als doel (chantage)
- objecte relevantie: het moet een redelijk oordelend mens kunnen beïnvloeden
- causaal verband tussen dreiging --- rechtshandeling

Bedrog art. 3:44 lid 3
- misleiden door middel van een kunstgreep
* onjuiste mededeling
* verzwijgen van een relevant feit
* andere kunstgreep (gemanipuleerde foto’s, etc.)
- opzet
- causaal verband tussen misleiding --- rechtshandeling

Misbruik van omstandigheden art. 3:44 lid 4
- bijzondere omstandigheden (persoon is kwetsbaar)
- misbruik
* bevorderen van rechtshandeling
* wetenschap van de bijzondere omstandigheden
* wetenschap had partij van gedrag moeten weerhouden
- causaal verband tussen misbruik --- rechtshandeling

Dwaling art. 6:228
+ Onjuiste voorstelling van zaken
+ Causaal verband tussen onjuiste voorstelling --- overeenkomst
+ Onjuiste voorstelling is ontstaan door:
* Inlichting wederpartij, Booy/Wisman
* Verzwijgen van relevante informatie, Van den Beek/Van Dartel
* Wederzijdse dwaling, Kantharos v. Stevensweert
+ Kenbaarheidsvereiste; wederpartij wist of behoorde te weten dat het punt waar over gedwaald werd,
essentieel was voor de dwalende. (vind je terug in lid onder die subjes; 'tenzij')
Lid 2 (uitzonderingen):
+ Het mag niet gaan om een uitsluitend toekomstige omstandigheid,
> Van Velde/Roozen: HR vond dat het hier ook geen uitsluitend toekomstig
omstandigheid. Ze dachten dat het anders in strijd was met het Europese recht. Het
juridische kader bestond al. r.o. 3.3.2.. Dus geen uitsluitend toekomstige omstandigheid.
(Booy/Wisman geldt eigenlijk nog steeds)
> Booy/Wisman: Is er sprake van een uitsluitend toekomstige omstandigheid in dit arrest?
Nee, want die eigenschappen van die hijskraan waren al aanwezig en niet veranderd.
Bij vergunningen meestal niet uitsluitend toekomstig omdat het vaak rust op eigenschappen die er al
waren.
+ Dwaling mag niet voor rekening dwalende komen op grond van aard/verkeersopvatting/andere
omstandigheden. Dit zijn bepaalde clausules in de overeenkomst (eigen risico, voetstoots),
verkopersdwaling>belangrijkste voor burgerlijk II! (kantharos v. Stevensweert, de zilveren beker die
veel waard was bleek achteraf), onervarenheid en ondeskundigheid blijft voor rekening van de
dwalende en bijvoorbeeld een onderzoeksplicht.

Onderzoeksplicht en spreekplicht, wat weegt het zwaarst? Hoofdregel: spreekplicht prevaleert. Tenzij
bijzondere omstandigheden (NJ 2008, 588)

Casus 1




Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen




a. Goedgeloof heeft twee gronden waarop hij een vordering tegen de verkoper zou kunnen instellen,
namelijk:
1. Bedrog, art. 3:44 lid 3
- misleiden door middel van een kunstgreep
* onjuiste mededeling
* verzwijgen van relevante informatie, Salie was op de hoogte van de exploitatie van sex-
etablissementen
* andere kunstgreep
- opzet, dit is lastig te bewijzen. Uit de casus komt niet duidelijk naar voren dat Salie opzet had op het
misleiden van Goedgeloof. Aan de andere kant is het wel aannemelijk aangezien Salie zijn woning
verkoopt vlak voordat er sex-etablissementen komen naast zijn huis. Het verzwijgen van een dergelijk
belangrijk feit is dus opzettelijk.
- causaal verband tussen de misleiding en de rechtshandeling: doordat Goedgeloof niet op de hoogte
is gebracht van zijn ‘nieuwe buren’, is hij overgegaan tot de rechtshandeling. Indien Goedgeloof had
geweten wat er naast hem zou worden geëxploiteerd, zou hij de woning niet hebben gekocht.

2. Dwaling, art. 6:228
- Onjuiste voorstelling van zaken: Goedgeloof wist niet dat er een sex-etablissement zou komen naast
zijn huis. Hij dacht een ‘normale’ woning te kopen in een ‘normale’ buurt.
- Causaal verband tussen onjuiste voorstelling en de overeenkomst: Goedgeloof is overgegaan tot
een koopovereenkomst omdat hij dacht een normale woning te kopen. Indien hij had geweten wat er
zou gebeuren, zou hij niet zijn overgegaan tot het kopen van het huis. (niet vereist dat hij helemaal
niet over was gegaan tot een overeenkomst, niet onder deze voorwaarden is voldoende (bijv. een
lagere prijs)).
- Onjuiste voorstelling van zaken is ontstaan door:
* Inlichting van de wederpartij
* Verzwijgen van belangrijke informatie door de wederpartij, Salie wist ten tijde van het sluiten van de
koopovereenkomst dat er een sex-etablissement zou komen, dit heeft hij niet vermeld aan
Goedgeloof.
* Wederzijdse dwaling
- Kenbaarheidsvereiste: Salie behoorde te weten dat het feit dat er een sex-etablissement zou komen
een belangrijk reden is voor Goedgeloof om de koopovereenkomst niet te sluiten.
- Het betreft hier geen uitsluitend toekomstige omstandigheid, het feit dat er een sex-etablissement
zou worden geëxploiteerd was al bekend ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst.
- De dwaling komt niet voor risico van Goedgeloof op basis van de aard van de overeenkomst,
verkeersopvattingen of omstandigheden van het geval. De mededelingsplicht gaat hier voor de
onderzoeksplicht.

Ontbinding zou eventueel een mogelijkheid zijn.

b. Indien Goedgeloof de opzet van Salie op het misleiden kan aantonen, dan is de kans op een
succesvol beroep op bedrog (3:44 lid 3) hoog. Een beroep op dwaling slaagt ook, deze heeft namelijk
wat ruimere normen.

Voordeel bedrog boven dwaling: Geen kenbaarheidsvereiste en bij dwaling heeft de wederpartij de
mogelijkheid de overeenkomst te wijzigen om te voorkomen de overeenkomst de vernietigen. (6:230)

Casus 2
a. Een opschortende voorwaarde zorgt ervoor dat de werking der verbintenis met het plaatsvinden van
de voorwaarde aanvangt. Dit betekent dat de verbintenis pas werking krijgt als Albert op 15 augustus
begint met bouwen (art. 6:22). Aanvang van de werking van de verbintenis is wat anders dan het tot
stand komen van de overeenkomst zelf. De overeenkomst komt tot stand op 1 juni.

b. De overeenkomst is tot stand gekomen op 1 juni. De verbintenis zal echter geen werking krijgen
aangezien Albert niet op 15 augustus begint met het bouwen van het tuinhuisje. Verbintenis krijgt
geen werking omdat de voorwaarde niet is vervuld. De overeenkomst komt later te vervallen omdat
het dan toch geen zin meer heeft. Overeenkomst bestaat wel maar brengt geen verplichtingen met
zich mee. Puur theoretisch blijft het bestaan.




Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller m1992. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.75
  • (0)
Add to cart
Added