Deze samenvatting is zeer uitgebreid over de bovenstaande onderwerpen. Per paragraaf staat er een mini-samenvatting die de stof van die paragraaf nogmaals samenvat. In de gehele samenvatting is er gebruik gemaakt van screenshots van afbeeldingen die ook in het boek staan. De belangrijke woorden heb...
Samenvatting biologie
2.1
In de biologie onderscheid je organisatieniveaus waarbinnen de
onderdelen samenwerken. Door de samenwerking van de
onderdelen ontstaan emergente eigenschappen, die je op het
hogere niveau kan waarnemen. We hebben 10
organisatieniveaus : Molecuul – Een verbinding tussen
twee of meer atomen. Organel – Een onderdeel van een cel
met een bepaalde functie.
Cel – De functionele bouwstoffen van alle organismen. Weefsel
– Een groep cellen met eenzelfde bouw en functie. Orgaan –
Verschillende weefsels die samenwerken aan een taak.
Orgaanstelsel –
Alle organen die aan dezelfde taak werken. Organisme – Een
levend wezen. Populatie – Een groep
soortgenoten in een bepaald gebied. Ecosysteem – Een
begrenst gebied met organismen die relaties hebben met elkaar
en met de levenloze natuur. Systeem aarde – Alle ecosystemen
van de planeet.
Het menselijk lichaam heeft levenskenmerken, ze komen voor Bron 1 : organisatieniveaus
vanaf het organisatieniveau ‘cel’. De levenskenmerken zijn :
Beweging, groei, voortplanting, stofwisseling ( ademhaling, uitscheiding, voeding) en het reageren op
prikkels.
Mini samenvatting – Biologen onderscheiden organisatieniveaus, waarvan de cel het laagste niveau is
met alle levenskenmerken. Eigenschappen die op een hoger
niveau ontstaan uit samenwerking van de lagere niveaus zijn
emergent.
Net als andere cellen hebben witte bloedcellen aan de
buitenkant van de cel celmembraan, dat bestaat uit fosfolipiden
en eiwitten. Fosfolipiden zijn vetachtige stoffen met een
fosfaatgroep. Cholesterol remt de beweeglijkheid van een
celmembraan af. Alle stoffen die een cel in- of uitgaan, passeren Bron 2 : bouw celmembraan
het celmembraan. Alleen CO2, O2 en vetachtige stoffen ( zoals
hormonen) gaan gemakkelijk door het celmembraan. Andere stoffen passeren het celmembraan via
de transporteiwitten. Die eiwitten vormen transportpoortjes waar de stoffen ( die niet in vet kunnen
oplossen ) doorheen kunnen. Naast transporteiwitten bevat het celmembraan ook receptoreiwitten.
Deze receptoreiwitten kunnen aan de buitenzijde van de cel contact maken met specifieke stoffen
( zoals hormonen ). Door dat contact start in de cel een proces zonder dat de boodschapper de cel
binnen komt.
, Het celmembraan omringt het cytoplasma.
Dat is het grondplasma tezamen met de
organellen. Met een
elektronenmicroscoop zijn in het
grondplasma organellen te zien, namelijk :
Celkern – Grote
molecuul met informatie voor het maken
van eiwitten, er zit DNA in.
Ribosomen – Het maken van
eiwitten met behulp van informatie
afkomstig uit het DNA. Ze kunnen
gebonden zijn aan het endoplasmatisch
reticulum of ze bevinden zich vrij in het
grondplasma. Endoplasmatisch reticulum -
Netwerk van twee membranen die dicht
tegen elkaar aanliggen met ribosomen.
Golgisysteem - ontvangt eiwitten vanuit
de ER, bestaat uit een aantal platte
membraanzakken die de eiwitten sorteren
en ze verpakken in transportblaasjes.
Transportblaasjes - Het
vervoeren van eiwitten naar verschillende
Bron 3 : Onderdelen dierlijke cel
plekken in de cel.
Lysosomen – Blaasjes met enzymen die
grote deeltjes in de cel verteren en oude organellen afbreken.
Mitochondriën – langwerpige organellen, opgebouwd
uit twee membranen : een glad buitenmembraan en een sterk geplooid binnen membraan. Ze
breken kleine koolhydraten en vetzuren af, daarmee vormen ze energierijke stoffen die de cel
vervolgens weer gebruikt.
Naast deze organellen bezitten cellen een celskelet. Die bestaan uit een aantal eiwitdraden die
overal in het grondplasme voorkomen. ( cytoplasma = grondplasma met organellen. )
Mini-samenvatting : Een cel bestaat uit een celmembraan, grondplasma en verschillende organellen
met elk een eigen functie.
2.2
Bij vrijwel alle levensprocessen zijn eiwitten betrokken. Je cellen gebruiken ze als bouwstoffen,
afweerstoffen, enzymen, transportmiddel of hormoon. Eiwitten beïnvloeden
ook je eigenschappen. Eiwitten zijn grote moleculen, gebouwd als een soort
kralenketting van aminozuren. Er zijn twintig verschillende aminozuren
beschikbaar.
Om een bepaald eiwit te kunnen maken, gebruik je cel de informatie die in de
celkern is opgeslagen in één van de DNA-moleculen. Een DNA-molecuul lijkt op een gedraaide
touwladder. De zijkanten van de touwladder, de strengen, bestaan uit afwisselende fosfaatgroepen
en suikermoleculen van het type deoxyribose. De treden van de ladder bestaan uit paren
stikstofhoudende moleculen, stikstofbasen: adenine (A), cytosine (C), guanine (G) en thymine (T).
DNA-moleculen bestaan uit twee strengen. Via de treden zijn beide strengen met elkaar verbonden.
A staat altijd tegenover T, en C staat altijd tegenover G. De volgorde waarop de stikstofbasen liggen
zijn belangrijk, zij vormen een code voor het maken van eiwitten. Een stuk DNA-molecuul met de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissa2005ve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.03. You're not tied to anything after your purchase.