Maatschappijleer SV hst 5
5.1 – Wat is een verzorgingsstaat?
Nederland is een verzorgingsstaat, dat wil zeggen dat de overheid zich actief bemoeit met
de welvaart en het welzijn van haar inwoners. Met welvaart bedoelen we ons inkomen en
de mate waarin we onze behoeften kunnen vervullen. Het begrip welzijn geeft aan in hoeverre we
ons geestelijk en lichamelijk voelen. De kern van onze verzorgingsstaat is de solidariteitsgedachte.
Solidariteit: de bereidheid in een groep of samenleving om risico’s met elkaar te
delen.
De verzorgingsstaat steunt op drie pijlers:
- Sociale zekerheid. Het socialezekerheidsstelsel wilt zeggen alle uitkeringen die
mensen verzekeren van een inkomen bij werkloosheid, ziekte, ouderdom
of arbeidsongeschiktheid. Sociale zekerheid betekent ook dat je zorgtoeslag,
huurtoeslag en/of kindertoeslag krijgt als je daar recht op hebt.
- Goed onderwijs. Een goede opleiding geeft je de kans om je talenten te ontplooien en je weg
te vinden in onze samenleving.
- Goede gezondheidszorg. De overheid betaalt de medische/langdurige zorg en verpleging.
Sociale rechtsstaat: mensen moeten gelijke kansen en moeten hebben om een
menswaardig bestaan te leiden en zichzelf te kunnen ontwikkelen. In 1983 werden
de sociale grondrechten vastgelegd. De belangrijkste sociale grondrechten zijn:
- Voldoende werkgelegenheid
- Bestaanszekerheid en spreiding van welvaart
- De bewoonbaarheid van het land en een goed leefmilieu
- Volksgezondheid en voldoende werkgelegenheid
- Goed onderwijs
Bij een verzorgingsstaat hoort niet alleen rechten, maar ook plichten voor burgers. In onze
verzorgingsstaat hebben we drie hoofdrolspelers: burgers, de overheid en werknemers en
werkgevers. In Nederland word er van je verwacht dat je zelf verantwoordelijk bent. De overheid
moet er alleen wel voor zorgen dat er voldoende scholen, banen, huizen en crèches zijn. In een
verzorgingsstaat speelt de overheid op verschillende terreinen de grootste rol:
- Verantwoordelijk voor collectieve voorzieningen -> belastingen
- Het stimuleren van werkgelegenheid.
- Inzet voor goede arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden.
- Het bevorderen van het welzijn van mensen.
Het grootste deel van de kosten van de verzorgingsstaat wordt betaald door de werknemers en de
werkgevers. Om voor hun belangen op te komen hebben beide groepen zich georganiseerd.
Werknemers zijn verenigd in vakbonden, organisaties die de collectieve en individuele
belangen van werknemers behartigen. Vakbonden hebben als doel de arbeidsvoorwaarden
van werknemers te verbeteren. Werkgeverorganisaties en vakcentrales noemen we samen de
sociale partners. Omdat werkgevers en werknemers andere belangen hebben zijn de sociale
partners het vaak niet eens met elkaar.
, 5.2 – ontstaan verzorgingsstaat.
In de eerste helft van de negentiende eeuw was de Nederlandse economie gebaseerd op het principe
van de vrije markt. De overheid bemoeide zich niet met de economie. Dit heet ook wel de
nachtwakersstaat, een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het
handhaven van de rechtsorde. Zorg was een gunst en geen recht.
Langzaam werd het een vrijemarkteconomie. Lonen werden hoger, er kwamen verzekeringen, er
kwamen betere huizen en rioleringen, kinderen moesten naar school Etc. In de tweede helft van de
negentiende eeuw gingen vakbonden zich hiervoor inzetten. Ook de politieke partijen vonden dat de
staat moest ingrijpen in de vrij markt:
- Sociaaldemocraten streefden naar een sterkere rechtspositie van de arbeiders.
- Christelijke partijen wilden samen met kerkelijke organisaties zwakkeren een betere
bescherming bieden.
- Liberalen zagen vooral criminaliteit in de verloederde arbeidsbuurten als het grootste
probleem.
De overheid ging zich steeds actiever bezighouden met het bestrijden van de armoede. kijk voor de
duidelijkere weergave van deze afbeelding in je tekstboek blz. 158/159 bron 4.
Vanaf de twintigste eeuw werden de taken van de overheid geleidelijk verder uitgebreid. Er kwamen
verzekeringen, de eerste verzekeringen waren vrijwillig. De sociaaldemocratische PvdA wilde dat
meer werknemers meer rechten en meer inkomenszekerheid kregen. De katholieke partij 20e eeuw(KVP)
= 1900 - 2000
wilde dat werknemers meer gingen samenwerken. e
19 eeuw = 1800 - 1900
Liberale visie:
Liberalen waren sterk voor de vrijemarkteconomie. De overheid moet op economisch terrein een
terughoudende rol spelen en alleen het hoogst noodzakelijke regelen: particulier initiatief en
bedrijfsleven mogen niet gehinderd worden. Liberalen willen collectieve uitgaven voor de
gezondheidszorg en de uitkeringen zo laag mogelijk, verantwoordelijkheid van burgers stimuleren.
Omdat onderwijs volgens liberalen een investering in de toekomst is, willen ze daar niet te veel op
bezuinigen.
Sociaaldemocratische visie:
Sociaaldemocraten willen en sturende rol van de overheid. Zij willen een gemengde economie
waarin de overheid samen met de bedrijven de werkgelegenheid hoog houd. Ook een uitgebreid
stelsel van zorg en uitkeringen kan de sociale ongelijkheid verminderen. Sociaaldemocraten willen
dat de overheid flink blijft investeren in het onderwijs, omdat dat volgens hun de kansen van
zwakkeren vergroot. Sociaaldemocraten zijn voor een progressief belastingstelsel, wat betekent dat
het belastingtarief hoger wordt als de lonen stijgen.
Christendemocratische visie:
Volgens christendemocraten moet de overheid een aanvullende rol vervullen. Dat kan alleen als er
een sterk maatschappelijk middenveld is dat wordt gevormd door organisaties en groeperingen die
de overheid taken uit handen nemen. Deze christendemocratische visie zie je ook terug op het
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissa2005ve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.