100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Kennistoets blok 1A Gezondheid, fysiotherapie $13.62
Add to cart

Summary

Samenvatting Kennistoets blok 1A Gezondheid, fysiotherapie

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

In dit document staan alle dingen die jij moet weten voor het eerste tentamen. De leerdoelen zijn duidelijk en uitgebreid uitgelegd wat voor een goede voorbereiding van de kennistoets gaat zorgen! Het gaat om de eerste kennistoets van jaar 1 fysiotherapie uit het blok Gezondheid.

Preview 8 out of 54  pages

  • November 2, 2024
  • 54
  • 2024/2025
  • Summary
avatar-seller
Kennistoets 1:
Herhaling:
Gladspierweefsel:
- Komt het meest voor in het lichaam
- Autonoom Wordt passief aangestuurd
- Spieren die bijvoorbeeld in de ingewanden zitten
- Onvermoeibaar
- Langzaam
- Geen vorming zuur milieu
Hartspierweefsel:
- Autonoom  wordt passief aangestuurd
- Onvermoeibaar
- Sneller
- Geen vorming zuur milieu
Skeletspierweefsel:
- Willekeurig  doet precies wat we willen
- Vermoeibaar
- Snel
- Vorming zuur milieu
Opbouw skeletspier:
- Spier  hier zit het epimysium omheen  bindweefsellaag
- Spierbundel = fasciculus  hier zit het perimysium omheen 
bindweefsellaag
- Spiervezel  hier zit het endomysium omheen  bindweefsellaag
- Myofibril eiwitketens bestaande uit myosine en actine die contractie
van spierweefsel mogelijk maken
- Myofilamenten  actine en myosine
Soorten spieren:
- Mono- articulair  spieren die over 1 gewricht lopen  bijvoorbeeld de
diepe kuitspier
- Bi- articulair  spieren die in zijn verloop twee gewrichten passeren
- Poly- articulair  spieren die naar de vinger of teengewrichten lopen

,Hoeveel koppig:
- Eenkoppige spier  1 spierbuik met een begin pees en een eind pees
- Meerbuikige spier  heeft meerdere spierbuikjes in elkaars verlengde
 kan altijd maar zo sterk zijn als de zwakste spierschakel
- Tweekoppige spier  twee begin pezen en een eind pees of andersom
- Platte spier  is een soort 5 koppige spier het heeft 5 spierbuikjes
naast elkaar
- Tweebuikige spier  twee begin pezen en een eind pees
Soorten bewegingen:
- Concentrisch beweging  spierbeweging waarbij de spier samentrekt.
- Isometrisch/statisch beweging  is een beweging waarbij een spier op
dezelfde plek blijft.
- Excentrisch beweging  beweging waarbij de spier onder spanning
verlengt.

,College 1: inleiding anatomie
1. De verschillende vlakken, assen en bewegingen:

Vlak: As: Beweging:
Sagittale vlak Transversale Flexie / extensie
as/frontale as Anteflexie /
retroflexie
Frontale vlak Sagittale as Abductie / adductie

Transversale vlak Longitudinale as Exorotatie /
endorotatie

,2. Alle richting aanduidende termen:




Superior Lichaamsdeel ligt hoger dan een ander lichaamsdeel
Inferior Lichaamsdeel ligt lager dan een ander lichaamsdeel
Mediaal Naar het midden toe
Lateraal Naar de zijkant toe
Ventraal Aan de kant van de buik
Dorsaal Aan de kant van de rug
Caudaal Naar de stuit toe
Craniaal Naar het hoofd toe
Distaal Verder weg van het midden van het lichaam
Proximaal Dichtbij het midden van het lichaam
Rostraal Op het hoofd aan de kant van de neus
Occiptiaal Aan de achterkant van het hoofd

,3. Type verbindingen tussen botstukken:

Er zijn 3 manieren om verbindingen tussen botten in te delen:

1. Naar de aard van de verbinding
2. Naar het aantal botten binnen het gewrichtskapsel
3. Naar de vorm van de botuiteinden (type verbinding)

De aard van de verbinding  soorten gewrichten:

- (Junctura ossea  botverbinding  pas als je volwassen bent verbeend
 onbeweegelijk)
- Junctura fibrosa  bindweefselverbinding
o Syndesmosis  Bandverbinding tussen botten  geringe
beweeglijkheid  elastische aanpassing aan belasting
o Satura  zeer smalle spleten met bindweefsel gevuld
- Junctura cartilaginea  kraakbeenverbinding
o Synchondrosis  hyallen kraakbeen  bijvoorbeeld de verbinding
tussen de onderste ribben onderling en de bovenste ribben met het
sternum  heel beweegbaar kraakbeen
o Symphysis  vezelig kraakbeen  beweegbaar maar hier moet veel
kracht op geleverd worden  denk bijvoorbeeld aan de bekken
tijdens zwangerschap
- Junctura synovialis  bewegelijke gewrichten  gewrichtsholte +
vloeistof  gewrichtsvlakken zijn bekleed met hyalien kraakbeen 
bestaat uit:
o Cartilago articularis  kraakbeen op gewrichtsuiteinden
o Capsule articularis  gewrichtskapsel
o Cavum articulare  gewrichtsspleet
o Kop/kom
o Synovia  gewrichtsvocht

Het aantal botten:

- Articulatio simplex  enkelvoudig gewricht  twee botstukken komen
samen
- Articulatio composita  samengesteld gewricht  meer dan twee
botstukken komen samen
- Articulatio duplex  bicondylair gewricht  twee botstukken op meer
dan een plaats met elkaar verbonden  moeten samen kunnen werken
- Articulatio complexa  gewricht waarin disci (tussenwervelschijven) of
menischi (kraakbeenschijfje bij de knie) voorkomen

,
,De vorm van de botuiteinden:

- Articulatio cylindrica  dwars of lengtescharniergewricht
o Art. ginglymus  scharnier  as loodrecht op lengte-as beide
botstukken
o Art. trochoidea  draai of rol  as in de
lengterichting van bewegende botstuk
- Articulatio sellaris  zadelvormig gewricht 
2 assig, botuiteinde zijn zowel kop als kom
- Articulatio ellipsoidea  elipsvormig gewricht
 2 assig, zowel rotatie als traslatie
- Articulatio sphaeroides  kogel  kan alle
kanten op roteren  3 assig, assen loogrecht
op elkaar
- Articulatio plana  plat/vlak gewricht 
translaties in alle richtingen, rotatie om eigen
as

4. De type synoviale gewrichten en bewegingsmogelijkheden:

Er zijn een aantal synoviale gewrichten:

- Rolgewricht  slechts een beweging mogelijk  rotatie  bijvoorbeeld
de eerste paar halswervels  rotatie van het hoofd en de nek is op deze
manier mogelijk  cilindermantel valt samen met de lengteas van een
van de botstukken.
- Scharniergewricht  2 assig  bijvoorbeeld elleboog en knie  zorgen
voor flexie - extensie  kunnen mogelijk ten opzichte van elkaar
verschuiven dit wordt verhinderd door twee collaterale ligamenten aan
de zijkanten van het gewricht.
- Zadelgewicht  2 assig  zorgen voor flexie – extensie en abductie –
adductie  voorbeeld is de overgang van middenhandsbeentjes naar
handwortelbeentjes
- Vlakke gewrichten  3 assig  laat botten langs elkaar glijden  twee
platte gewrichtsvlakken  bijvoorbeeld tussenwervelgewrichten van de
halswervels
- Kogel gewrichten  kan vrijwel rond de verbinding die het maakt met
een ander bot draaien  bijvoorbeeld het schouder en heup gewricht
- Eigewricht / ellipsoïde gewricht  worden gevonden in de pols  flexie –
extensie plus een bepaalde mate van rotatie  rotatoire beweging om de
omwentelingsas

, Gewricht: Bewegingsmogelijkheid:
Rolgewricht Rotatie
Scharniergewr Flexie – extensie
icht
Zadelgewricht Rotatoire beweging om 2 assen
Vlak gewricht 3 assig  alle richtingen, rotatie om eigen as
Kogel 3 assig  alle richtingen
gewricht
Ei gewricht Rotatie en translatie
5. De bouw van een synoviaal gewricht:

Een synoviaal gewricht bevat:

- Kraakbeen  cartilago articularis
- Gewrichtskapsel  capsula articularis
- Gewrichtsvloeistof  synovia
- Gewrichtsspleet  cavum articulare
- Kop en kom

6. De bewegingsmogelijkheid in een synoviaal gewricht:

In een synoviaal gewricht kunnen tussen botstukken, rotatoire bewegingen
waarbij alle punten cirkelbogen beschrijven plaatsvinden of translatoire
beweegingen, alle punten leggen dezelfde afstand in dezelfde richting af.

De close - packed position van een gewricht  de stand waarbij de kop en
kom het best in elkaar passen. Alle ligamenten zijn aangespannen en er is
geen verdere beweging mogelijk.

Loose- packed position  alle andere standen van het gewricht

Relatie van de gewrichten:

- Articulatio talocruralis = articulatio ginglymus  scharnier  as
loodrecht op lengte-as beide botstukken
- Articulatio genus = articulatio ginglymus  scharnier  as loodrecht op
lengte-as beide botstukken
- Articulatio coxae = articulatio spheroidea  kogel  kan alle kanten op
roteren  3 assig, assen loogrecht op elkaar
- Articulatio radiocarpalis = articulatio ellipsoidea  elipsvormig gewricht
 2 assig, zowel rotatie als traslatie
- Articulatio cubiti = articulatio ginglymus  scharnier  as loodrecht op
lengte-as beide botstukken

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller milenaspijkerman333. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $13.62. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$13.62
  • (0)
Add to cart
Added