Dit document bestaat uit bijna 20 pagina's met voorbeeldexamen en oefenvragen. Deze zijn zéér representatief aan de examenvragen, kwa moeilijkheidsgraad. Ik behaalde aan de hand van deze vragen en mijn samenvatting een 15/20. Het document bevat gesloten, open en meerkeuzevragen en toepassingen.
o Zowel de chiefsdoms als de rijken zijn ontstaan op basis van functionele
verklaringen die focussen op de behoeften van de staat als geheel.
Statelijke organisatie zou voordelen bieden op het gebied van coördinatie,
orde, bescherming, … en andere projecten die de gemeenschap in haar
geheel ten goede komen.
FOUT: Er bestaat onduidelijkheid over de wijze waarop dergelijke staten
zijn ontstaan. Er bestaan zowel functionele theorieën als conflicttheorieën.
Waarbij functionele theorieën zich inderdaad focussen op de behoeften
van de staat als geheel, leggen de conflicttheorieën de klemtoon op het
dienen van de belangen van de machthebbers.
o In weinig complexe gemeenschappen is recht iets anders dan in meer
complexe maatschappijen, om nog iets anders te worden in onze moderne
samenleving. Dit is het gevolg van het feit dat rijken en moderne staten
op het vlak van maatschappelijk vooruitgang verder staan dan andere
samenlevingsvormen.
FOUT: het is niet zo dat rijken en moderne staten evolutionair ‘verder’
staan dan andere
samenlevingsvormen. Rijken en moderne staten zijn gewoon complexer
qua organisatie dan
samenlevingen van jager-voedselverzamelaars en chiefdoms. De
manier waarop andere
samenlevingsvormen georganiseerd zijn, tref je ook aan binnen moderne
staten. Alleen gaat
het dan niet om de organisatie van de samenleving in haar geheel, maar
om de organisatie
van één of meerdere groepen binnen een grote en
diverse samenleving.
o De drugkartels en grote maffiaclans zijn vergelijkbaar georganiseerd als
chiefdoms. Aanspraken op goederen worden immers niet gelijk en op
basis van wederkerigheid verdeeld, maar hiërarchisch waarbij de
maffiabaas kan worden beschouwd als de paramount chief.
= JUIST
o In chiefdoms valt politieke macht samen met een cultuur-etnische
eenheid; in rijken met economische grenzen en in moderne staten met
territoriale grenzen. Door deze evolutie is er in de moderne staten geen
plaats meer voor religieuze klemtonen. Het is dan ook maar logisch dat
het Amerikaans Hooggerechtshof overgaat tot het afschaffen van het
grondwettelijk recht op abortus.
FOUT: In moderne staten valt politieke macht inderdaad samen met
territoriale grenzen. Als het Amerikaans Hooggerechtshof het
grondwettelijk recht op abortus afschaft, wil dat niet zeggen dat er geen
plaats meer is voor religieuze klemtonen in het recht. Dit zal politici in de
rode staten, waar de Republikeinen aan de macht zijn, enkel en alleen de
mogelijkheid geven om het voortijdig afbreken van een zwangerschap te
verbieden. De blauwe staten, waar de Democraten aan de macht zijn,
zullen het recht op abortus hoogstwaarschijnlijk nog steeds blijven
erkennen. De religieuze klemtonen blijven dus nog steeds bestaan, maar
dan op statelijk niveau.
Vraag 2: Welke uitspraak over het rechtspluralisme is juist?
o In weinig complexe samenlevingen (de clans van jager-
voedselverzamelaars en de chiefdoms) beheersen vaak meerdere
regulerende systemen tegelijk één menselijke verhouding.
FOUT: In complexe maatschappijen (rijken en moderne staten) beheersen
vaak meerdere regulerende systemen tegelijk één menselijke verhouding.
Zo bestaan statelijk opgelegde rechtsregels vaak tegelijk met
volkenrechtelijke regels (‘internationaal recht’), gewoonterechtelijke
regels, religieuze regels…. Wanneer meerdere regulerende systemen
tegelijk claimen dat hun regels bij voorrang op andere regels gelden voor
één bepaalde situatie, dan spreken we van ‘rechtspluralisme’.
o Zacht pluralisme tref je aan bij gewoonterechtelijke regels die zich perfect
laten inpassen in het statelijke rechtssysteem, ofwel omdat statelijk recht
er expliciet naar verwijst (‘gewoonte praeter legem’), ofwel omdat statelijk
recht voor een bepaalde kwestie geen regeling bevat en de gewoonte dan
aanvullend werkt (‘gewoonte secundum legem’).
FOUT: Wanneer statelijk recht expliciet naar gewoonterechtelijke regels
verwijst dan spreekt men van ‘gewoonte secundum legem’ en wanneer
gewoonte aanvullend werkt, spreekt men van ‘gewoonte praeter legem’.
o Hoewel artikel 893 en 931 oud BW voorschrijven dat een
schenkingsovereenkomst steeds moet worden verleden voor een notaris,
is een handgift in België ook een rechtsgeldige rechtshandeling. Bijgevolg
kan een handgift worden gekwalificeerd als een ‘gewoonte contra legem’.
o Wanneer een 20-jarige man met een 11-jarige vrouw een seksuele relatie
heeft die in overeenstemming is met de tradities en gebruiken van hun
gemeenschap, moet de rechter die oordeelt vanuit een
gedragsgeoriënteerde benadering en het huidige Belgisch recht toepast,
de 20-jarige man veroordelen tot verkrachting.
FOUT: De gedragsgeoriënteerde benadering legt de nadruk op de sociale
praktijk van de betrokkenen en zou dus meer terughoudend zijn om de
man te veroordelen. Het is namelijk de geschreven stroming (binnen de
regelgeoriënteerde benadering) die de nadruk legt op de statelijke regels
en dus eerder zou neigen naar een veroordeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.16. You're not tied to anything after your purchase.