100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ALLE doelstellingen van geschiedenis van het publiekrecht $11.26   Add to cart

Summary

Samenvatting ALLE doelstellingen van geschiedenis van het publiekrecht

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Ik was met dit document geslaagd in eerste zit (14/20). Alle doelstellingen worden uitgewerkt! :)

Preview 4 out of 103  pages

  • November 2, 2024
  • 103
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
DE HAASTIGE TRIOMFTOCHT VAN HET WESTERSE CONSTIUTIONELE
MODEL
VAK: GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKRECHT


De pijlers van het westerse constitutionele model (democratie, rechtsstaat en
mensenrechten)

 democratie
o westerse model van liberale meerpartijendemocratie (↔ communisme,
facisme)
westerse interne zelfbeschikking communistische interne zelfbeschikking
Het recht van elk volk om binnen Het recht van elk volk om de eigen
de staat de eigen regering te regeringsvorm te kiezen, of in het
kiezen. communistische discours, het recht om
 het recht om te leven in een het eigen politieke, sociale, economische
democratie waar geregeld vrije en culturele systeem te kiezen  het
verkiezingen plaatsvinden recht op een gecontroleerde
tussen meerdere partijen die de democratie met meerdere partijen
regering legitimeren maar een gegarandeerd monopolie over
de regeringsmacht voor de
communistische partij

 mensenrechten (grondrechten)
o intellectuele wortels: traditie van het natuurrecht
o gaan terug op de late middeleeuwen (16de – 18de eeuw):
 elk individu heeft natuurlijke en overvreemdbare rechten die stoelen op
de mens zelf
 mensenrechten overstijgen het positieve recht van de staat
 de staat creëert geen mensenrechten
 de staat kan mensenrechten modeleren en interpreteren, maar niet
afnemen
o mensenrechten worden verankerd in de grondwet/grondwettelijke tekst 
grondrechten (fundamental rights)
 Amerikaanse en Franse revolutie
o Francisco de Vitoria: de universaliteit van het natuurrecht  mensenrechten
o toestand van de mensenrechten niet louter een binnenlandse aangelegenheid,
maar andere landen hadden het recht toe te zien op de naleving binnen de
CVSE
o democratie wordt als een mensenrecht omschreven door de westerse landen
(BUPO)
 elke burger heeft het recht deel te nemen aan de behandelingen van
openbare aangelegenheden: of rechtstreeks of door vrijelijk gekozen
vertegenwoordigers
 gelijkwaardig kiesrecht bij geheime stemmen (vrijelijk tot uitdrukking
brengen van de wil)
 toegelaten te worden tot de overheidsdienst op algemene voet van
gelijkheid
o vrijheid van eigendom en onderneming als basismensenrecht
 combinatie van democratie, mensenrechten, rechtsstaat en
vrijemarkteconomie
o UVRM (1948), EVRM (1950), BUPO-verdrag (1966)
o Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg

,  rechtsstaat (rule of law)
o de staat is gebasseerd op het recht: twee dimensies
 elke burger is gelijk onderworpen aan het recht (gelijkheid voor het
recht)
 anderzijds is ook de overheid gebonden aan het recht

 vrije markteconomie
o een economie die strikt wordt beheerst door de krachten van vraag en aanbod,
zonder invloed van de overheid (in principe: zeldzaam cf.
verkoopbelastingen, tax, etc.)

De historische betekenis van het Charter voor een Nieuw Europa aan het einde van
de Koude Oorlog
 context: de Koude Oorlog
o na WOII: twee dominante staten in internationale politiek (VS en SU)
 Europa: verwoest en verarmd + machtspositie kwijt
 Koude Oorlog: strij om macht + invloedssferen v/d 2 supermachten
 niet rechtstreeks militair uitgevochten
o de wereld is verdeeld in twee invloedssferen: bipolaire wereld
VS SU
 kapitalisme  communisme
 vrijemarkteconomie  planeconomie
 sociale ongelijkheid  sociale gelijkheid
 democratie  éénpartijstaat
 rechten en vrijheden  weinig individuele vrijheid

 context: het Charter voor een Nieuw Europa – de top van Parijs (CVSE 2)
o 34 leiders: vooral “the big five”: VS, SU, GB, Frankrijk, pas herenigd Duitsland
o in 1990 (19-21 november, dus eind 1990)
o in de schaduw v/e dreigende oorlog (Iraakse leger uit Koeweit)
o één model: namelijk het westerse model
 westerse democratie + vrije markteconomie
o “Europe Whole and Free” – George H. W. Bush: 1 blok namelijk Europa
o eenwording van Europa (centrale gedachte)
o nieuwe constitutionele ordening van Europa:
 liberale meerpartijendemocratie
 mensenrechten
 rechtsstaat
 vrije markteconomie
 conclusie:
o na het Charter voor een Nieuw Europa: één model (geen bipolaire wereld)
 het Westerse constitutionele model voor héél Europa




De rol van de duitse eenmaking in de transformatie van de Europese politieke en
juridische orde
 Duitse eenmaking – westerse interpretatie (Kohl)
o recht op zelfbeschikking: het recht om zich op democratische wijze te
verenigen

, o kortweg: snelle Duitse eenmaking: eerst Duitse eenmaking, dan einde Koude
Oorlog
 Duitse eenmaking – communistische interpretatie (Gorbatsjov)
o complex en genuanceerde houding (aan de ene kant …, aan de andere kant…)
 liefst niet over praten en zich zo lang mogelijk verzetten
 als het Gemeenschappelijke Europese Huis was gerealiseerd  geen
bezwaar
o kortweg: na een omvorming van Europa (Gemeenschappelijk Europese Huis),
was de Duitse eenmaking aanvaardbaar

o (ps: ook thatcher tegen snelle eenmaking)

 najaar 1989: discussie over de timing van de Duitse eenmaking
o eerst eenmaking van Duitsland, dan transformatie van Europa
 Kohl: snelle eenmaking
 Bush: snelle eenmaking (Duitsland binnen de NAVO en de EG)
o eerst transformatie van Europa, dan eenmaking van Duitsland
 Gorbatsjov

 juli 1990: Kohl kreeg de finale goedkeuring van de SU voor de eenmaking
o 3 factoren die bijdroegen tot de pijlsnelle oplossing van het Duitse vraagstuk:
 de alliantie tussen Bursh en Kohl
 Bush: eenmaking  Europe Whole and Free doordrukken
 compromis over de verbinding tussen Duitse eenmaking en Europese
integratie tussen Mitterand en Kohl
 Mitterand: vrees voor een te sterk eengemaakt Duitsland, maar
bereid om het te steunen/verkopen in ruil voor een akkoord over
versnelde Europese integratie (cf. Franse economie versterken
 monetaire integratie: Europese eenheidsmunt, later de euro)
 de verzwakte positie van Gorbatsjov
 1990: onlusten in de Baltische landen
 eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Litouwen
 constitutionele crisis in de SU
 Gorbatsjovs hervormingsbeleid had gefaald  economische
chaos
 meer toegevingen tegenover de westerse leiders (in ruil voor krediet)

Constitutionalisme en de mechanismen tot inperkingen van de macht van de
overheid
 de overheidsmacht wordt verdeeld over diverse instanties
o die met elkaar moeten samenwerken
o die elkaar inperken en in evenwicht houden
 in het westerse model: de pluralistische democratie
o de legitimatie van de concrete machthebbers is uiteindelijk de wil van het volk
zoals uitgedrukt bij gewone verkiezingen
 de constitutie:
o bepaalt de werking van de overheid
o bepaalt de grondbeginselen van de verhouding tussen de overheid en de leden




De traditionele en moderne opvatting over de verhouding tussen overheid en recht
 traditionele oplossing:
het positieve recht is onderworpen aan het goddelijke recht en/of natuurrecht
 moderne rechtsstaat:
hiërarchie binnen het positieve recht, waarbij het gewone recht (volledig in handen
van de soevereine macht in de staat) wordt onderworpen aan constitutionele regels
 geschreven grondwet: contract tussen de overheid en de burgers:

, o de grondwet omschrijft en beperkt de rechtsmacht van de overheid, van de
staat, en/of omgekeerd, omschrijft en beschermt de private sfeer van de
burgers




DE CRISIS VAN DE RESPUBLICA CHRISTIANA EN DE OPKOMST VAN DE
SOEVEREINE STAAT (C. 1500-1661)
VAK: GESCHIEDENIS VAN HET PUBLIEKRECHT


De feodaliteit, het heerlijk stelsel en hun onderling verband
1) De feodaliteit
 hoe ontstaat het:
o combinatie van twee oudere, Germaanse contracten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meersirena. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26
  • (0)
  Add to cart