België heeft 10 provincies en 589 gemeenten. Dat zijn de lokale besturen in een brede betekenis en
zij vormen de basis van de lokale democratie. Ze zijn bevoegd voor een bepaald grondgebied; ze
hebben een open taakstelling, dat betekent dat ze eigen initiatief kunnen nemen; en ze kunnen
belastingen heffen. Om al die redenen zijn ze rechtstreeks verkozen.
2. LOKALE BESTUREN IN BELGIË
2.1 Lokale besturen en de staatshervorming
- De Belgische gemeenten en de provinciebesturen dateren van 1795.
- De eerste gemeentewet en de eerste provinciewet dateren van 1836.
- Het duurde tot 1988 vooraleer een ‘nieuwe’ gemeentewet werd uitgevaardigd die alle
wijzigingen bundelde die voorheen waren aangebracht aan de oude wet van 1836. (In het
Vlaamse en Waalse Gewest is die nieuwe gemeentewet uit 1988 nog maar in beperkte mate
in werking.)
- Het Vlaamse Gewest stemde in 2005 een eerste Vlaams gemeentedecreet. Op haar beurt
bundelde het Waalse Gewest eerst alle regelgeving m.b.t. de gemeenten in een zogenaamde
‘Code de la Démocratie Locale et de la Décentralisation’. Daarna stemde ze een decreet ter
wijziging van het politiek functioneren van de Waalse gemeenten.
- Voor de provincies kwam er in 2005 een Vlaams provinciedecreet en in 2006 een Waals
provinciedecreet.
- Complexiteit neemt toe: * gewestelijke Regimes
* enkele kernelementen federaal
* enkele kernbevoegdheden federaal
2.2 Aantal en soorten lokale besturen
- Gemeenten verschillen toch wel: er zijn veel meer kleine gemeenten in Wallonië dan in het
meer verstedelijkte Vlaanderen. De Brusselse gemeenten hebben op hun beurt veel meer
inwoners op een veel kleinere oppervlakte.
- Op 1 januari 1977 was er een drastische verkleining van het aantal Belgische gemeenten door
de fusie: in een klap van 2359 naar 589 gemeenten. Dit door meerdere factoren: het ging
slecht met de openbare financiën, er was een sterk leiderschap op het niveau van de
minister, druk vanuit de economische middens,…
2.3 Lokale autonomie versus centraal toezicht
2.3.1 Autonomie en medebewind
- Traditie van autonomie: al in de middeleeuwen waren steden de basis voor economische
activiteit en ook voor sociale initiatieven. Ook in de overgang naar de industriële samenleving
speelden lokale besturen een belangrijke rol, zij namen vaak eerst initiatief voor onderwijs
, bijvoorbeeld. De steden stonden lange tijd in zeer gespannen verhouding met de centrale
heersers. Zij bevochten hun vrijheden, die dan in keuren werken vastgesteld en in belforten
bewaard. Deze omschreven de lokale autonomie.
- Medebewind: De gemeenten werden in de Franse traditie bekeken als een onderdeel van de
staat: zij moesten meewerken aan opdrachten in het kader van het staatsbelang. Dit noemen
we medebewind en omvat alle taken die gemeenten in opdracht van de centrale overheden
vervullen.
- Er is dus een dubbele status van gemeentebesturen. Ze zijn enerzijds autonoom en vrij om
initiatief te nemen (= beleidsvrijheid) en anderzijds zijn ze aan medebewind of verplichte
taken verbonden (= beleidsruimte).
- Artikel 41 van de Grondwet bevat de fundamentele bepaling over de gemeentelijke
autonomie.
- Heel de bovenstaande redenering over beleidsvrijheid en beleidsruimte geldt ook voor de
provinciebesturen.
2.3.2 Toezicht
De lokale besturen zijn nooit helemaal autonoom, ook niet op lokale materies. Ze blijven altijd en
voor al hun beslissingen aan vormen van toezicht onderworpen.
• Motieven van toezicht:
1) legaliteitstoezicht = is de beslissing juridisch correct
2) opportuniteitstoezicht = is de beslissing goed voor de gemeenten? (nu nog weinig
gebruikt)
3) dwangtoezicht = slechts in enkele gevallen, op kosten van de gemeente worden taken
uitgevoerd waartoe de gemeente volgens het medebewind verplicht is maar ze weigert uit
te voeren.
• Vormen van toezicht:
1) algemeen toezicht = heeft betrekking op alle beslissingen voor de normale werking van
de gemeenten: beslissingen die de gemeenteraad en het college nemen. De gouverneur is
de centrale figuur in de organisatie.
2) specifiek toezicht = omvat alle vormen die opgenomen zijn in sectorale regelgeving in de
verschillende beleidssectoren. Hier treden de administratieve diensten van de
respectievelijke sectorministers op als toezichthouders.
→ het algemeen toezicht is sterk verminderd maar het specifiek toezicht is toegenomen.
2.4 Lokale inkomsten en uitgaven
2.4.1 De inkomsten
- Gemeenteraden en provincieraden hebben het recht op het heffen van belastingen
- De gemeenten krijgen ook een Gemeentefonds. Een deel van de centrale fiscale middelen
vloeit naar de gemeenten. Verschillend in de verschillende Gewesten.
- De Vlaamse overheid richtte ook nog het Stedenfonds op. Die middelen worden gekoppeld
aan bepaalde prestaties, via een overeenkomst tussen de stad en de Vlaamse overheid.
Hiervoor is wel een systeem van verantwoording.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boscheerlinck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.