100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding Bestuurskunde DEEL 6 $6.94
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding Bestuurskunde DEEL 6

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hoofdstuk 11 & 12 van het vak Inleiding Bestuurskunde Incl. voorbeelden uit de les Samenvatting van het boek én lesslides!

Preview 2 out of 10  pages

  • November 2, 2024
  • 10
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 11: BESTUUR EN MIDDENVELD

1. INLEIDING

Dit hoofdstuk handelt over de participatie van de georganiseerde samenleving van overheden.
Aangezien deze groepen zich tussen burgers en overheden in bevinden spreekt men ook wel over het
maatschappelijk middenveld.

2. CONCEPTUEEL KADER: MIDDENVELDORGANISATIES, NON-PROFIT ORGANISATIES EN
BELANGENGROEPEN

Het maatschappelijk middenveld kan zowel in negatieve als in positieve zin worden gedefinieerd.
→ de negatieve definiëring omschrijft middenveld als een handelingssfeer die niet overheid, niet
markt en niet de privé-sfeer is. Daarom worden ze soms ook als private non-profit organisaties
omschreven.
→ een positieve definitie omschrijft Habermas de Zivilgeselshafft als alle verenigingen, organisaties
en bewegingen die min of meer spontaan zijn ontstaan en die er voor zorgen dat de bekommernissen
die in de privé-sfeer omtrent maatschappelijke problemen ontstaan, opgenomen worden, aggregeren
en versterkt in de sfeer van de politieke openheid worden gebracht.

Het middenveld bevat dus meerdere soorten organisaties. We beperken ons tot de relatie tussen
overheid en belangengroepen enerzijds en tot de relatie tussen overheid en non-profit organisaties
die het beleid van de overheid uitvoeren anderzijds.

3. THEORETISCHE SITUERING VAN DE VERHOUDING TUSSEN MIDDENVELD EN OVERHEID

3.1 Modellen over de state-society relatie als één geheel

• In de politicologische interest intermediation literatuur worden 3 modellen als basistype naar
voor geschoven: pluralisme, neo-corporatisme en cliëntelisme.



Zie afbeelding p 321




- Pluralistische relatie: er is een veelheid aan niet-hiërarchisch geordende maatschappelijke
groepen die onderling concurreren om toegang tot en invloed op de overheid, waarbij
groepen gelijke invloed hebben, de toegang tot de overheid altijd open is en de overheid
neutraal is in haar relaties met deze groepen.

- Neo-corporatisme: Staat diametraal op het pluralistische model. Een systeem van
belangenvertegenwoordiging waarvan de onderdelen georganiseerd zijn in een beperkt

, aantal van enkelvoudige verplichte, niet concurrerende, hiërarchische geordende en
functioneel gedifferentieerde groeperingen. Deze worden erkend door de overheid en ze
krijgen een monopolie van vertegenwoordiging binnen hun respectieve beleidssferen in
ruil voor het eerbiedigen van een zekere controle op de selectie van de leiders en op de
formulering van eisen en steunbetuigingen.

- Cliëntelisme: een belangengroep is in de ogen van de overheid de enige vertegenwoordiger
van een bepaald beleidsveld waardoor deze groep voor de overheid het enige
aanspreekpunt wordt. Deze unieke cliëntèle-relatie kan echter wel uitmonden in een
situatie van ‘capture’, als als de organisaties in staat zijn om het overheidsbeleid in de
richting van hun eigen belangen te sturen en je eerder van een private policy zou spreken.


• Deze drie basismodellen kunnen de empirische variëteit onmogelijk echt vatten.

• In de politieke sociologie werd er aandacht besteed aan het fenomeen verzuiling. Dit is een
verregaande organisatie van het dagelijkse leven op grond van ideologische/
levensbeschouwelijke verscheidenheid, waardoor aparte werelden ontstaan, die in hun
afzonderlijke verenigingen of via een partij met de staat transacties aangaan. Verzuiling is vaak
bekritiseerd maar het zou ook voor stabiliteit gezorgd hebben. Verzuiling impliceerde een sterke
verwevenheid tussen (delen van de) state en (delen van de) society en voorzag een belangrijke
rol voor politieke partijen.

• Ook bestuurskundige auteurs hebben getracht om modellen op te stellen. Zij hanteren de term
‘beleidsnetwerk’ wanneer ze het hebben over de relatie tussen overheid en belangengroepen.

• Er is dus een grote diversiteit aan modellen en concepten, maar er gaat altijd een gelijkaardige
analyse achter schuil. Enige kanttekening op de diverse modellen is dat ze vooral tussen
belangengroepen en de uitvoerende macht van de overheid zijn. Daarbij gaat men voorbij aan
het feit dat belangengroepen met een veelheid aan overheidsactoren contact hebben.

3.2 De state society relatie vanuit het perspectief van de belangengroepen

Er zijn veel verschillende visies op hoe de belangengroepen invloed uitoefenen. Zo onderscheidde
Saward 6 machtsfactoren, hanteert Noort 5 strategieën die pressiegroepen kunnen gebruiken. Qua
technieken maken vele auteurs een onderscheid tussen directe en indirecte pressie. Directe pressie
staat dan voor directe contacten met de beleidsmakers en indirecte pressie voor contacten via andere
kanalen (media en publieke opinie).

Vander Elst (2009) ontwikkelden een conceptueel model van beleidsbeïnvloeding dat een
beïnvloedingsstrategie beschouwt als de gemotiveerde koppeling van keuzes omtrent kanaal,
middelen en timing.

BEÏNVLOEDINGSSTRATEGIE ALS PATROON

Motieven Keuze KANAAL Keuze MIDDEL keuze TIJDSTIP

Media, rechters, Argumenteren Agandasetting
pressiegroep, onderhandelen beleidsbepaling
publiek, kabinet, overhalen beleidsvoor-
politieke partij, demonstreren bereiding
administratie procederen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boscheerlinck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.94. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.94
  • (0)
Add to cart
Added