Samenvatting Fundamenten van de Psychologie - Minor Toegepaste Psychologie HU
9 views 1 purchase
Module
Fundamenten van de Psychologie (OSMINPSYCHC118)
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Book
Fundamenten van de psychologie
Dit is een beknopte samenvatting die ik heb gemaakt met alle leerstof voor het tentamen van Fundamenten van de Psychologie 2024 (Marc Brysbaert, 2022. Ook de presentatie slides uit de les zijn erin verwerkt. Ik volg de minor Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Utrecht (2024/2025).
Inhoudsopgave
H1. Wat is psychologie?.......................................................................................... 2
H3. De waarneming................................................................................................ 4
H4. Conditionering.................................................................................................. 7
H5. Het geheugen................................................................................................ 10
H6. Motivatie........................................................................................................ 12
H7. Intelligentie.................................................................................................... 15
H9. Psychopathologie........................................................................................... 16
H10. Therapieën................................................................................................... 19
1
,H1. Wat is psychologie?
1.1 Een definitie van psychologie
Psychologie = een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij
de gedragsevidentie gebruikt wordt om de interne processen te begrijpen die aan
dat gedrag ten grondslag liggen.
1.2 Ontwikkelingen die de psychologie mogelijk gemaakt hebben
Griekse filosofen Plato en Aristoteles: ware kennis door menselijke rede
(ziel) > belangrijker dan observatie
Rooms-katholieke kerk: ware kennis is nadenken, intuïtie en goddelijke
ingevingen
Wetenschappelijke revolutie = ware kennis is gebaseerd op systematische
observatie en experimenten
Copernicaanse revolutie = het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde
van het heelal
Copernicus Galilei Newton
Evolutietheorie = verschillen in levende wezens zijn het gevolg van genetische
variatie en natuurlijke selectie door veranderende omstandigheden (Charles
Darwin).
1.3 Het ontstaan van de psychologie
Descartes ging uit van 3 principes:
Dualisme: de mens bestaat uit 2 onafhankelijke elementen: lichaam en
geest
Rationalisme: ware kennis is gebaseerd op de rede, het toepassen van
logica leidt nieuwe informatie af uit bestaande informatie
Nativisme: sommige kennis is aangeboren, dit vormt het uitgangspunt
voor alle andere, afgeleide, kennis
Beweging tegen nativisme/rationalisme: empirisme
Empirisme: de inhoud van de geest wordt gevormd door zintuigelijke ervaringen
die met elkaar geassocieerd worden (dus niet door aangeboren of afgeleide
inzichten).
Wundt eerste psychologische laboratorium startpunt wetenschappelijke
psychologie
Introspectie = kijken naar eigen bewustzijn van binnenuit
Structuralisme = psychologische stroming die op basis van introspectie de
structuur van het bewustzijn probeerde te ontdekken (subjectief).
Functionalisme = (VS) stroming, vooral bezig met nut van bewustzijn, zoals
overleven, evolutie
Behaviorisme = stroming met als standpunt dat enkel observeerbaar, meetbaar
gedrag het onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek en
theorievorming (objectief).
2
,Positivisme: “natuurwetenschappen zijn de beste manier om de wereld te
begrijpen en kennis te genereren”
De uitbouw van het behaviorisme was geïnspireerd door het positivisme.
De behavioristen namen 3 ideeën over:
1. Theorieën moeten gebaseerd worden op directe observaties die
door anderen herhaald kunnen worden. Zo concreet mogelijke
begrippen en meetprocessen: operationele definitie (bijv. niet
‘honger’ maar ’24 uur niet gegeten’).
2. Men moet onderscheid maken tussen onafhankelijke en afhankelijke
variabelen invloed van de stimulus op de respons = S-R-
psychologie
3. Een wetenschappelijke theorie moete de precieze relatie tussen de
onafhankelijke en afhankelijke variabele beschrijven (liefst in
wiskundige wet).
Psychoanalyse = “het bewustzijn en gedrag is slechts oppervlakkig, de ware
oorsprong van het ontstaan van persoonlijkheidsverschillen en mentale
stoornissen ligt bij onbewuste krachten”
Onbewuste verdrongen conflicten/trauma in bewustzijn gebracht, vooral
introspectie
Hermeneutiek: interpretatiewerk was begrijpen van verleden
1.4 De moderne psychologie: drie invloeden op het gedrag
Cognitieve psychologie = stroming: de informatie wordt verwerkt in de
hersenen, men kan de mechanismen van de informatieverwerking blootleggen
met de natuurwetenschappelijke methode. Onderzoekers stelden dat het
psychische helemaal niet losstond van lichamelijke.
Biopsychosociaal model = al het functioneren van de mens is het gevolg van 3
invloeden:
Biologisch
Psychologisch (cognitief)
Sociaal
1.6 De plaats van psychologie in de samenleving
Psychologisering = het toegenomen belang van psychologische variabelen en
verklaringen in menselijke relaties
3
, H3. De waarneming
3.1 Van zintuigelijke gewaarwording naar waarneming
Gewaarwording = opname van een stimulatie uit de omgeving en het vertalen
hiervan in elektrochemische neuronale signalen die naar de hersenen gestuurd
kunnen worden
Waarneming = organiseren, interpreteren en begrijpen van de
gewaarwordingen (perceptie)
Visuele agnosie = aandoening waarbij gewaarwordingen niet meer
geïnterpreteerd kunnen worden tot een betekenisvol geheel.
Perceptuele constantie = ondanks het wisselende retinale beeld (andere
hoek/afstand, schaduw, etc.) blijft de perceptie van voorwerpen constant.
Proximale stimulus = alle fysische energie dat onze sensorische
receptoren bereikt (vb. lichtgolven op netvlies, geluidsgolven op
trommelvlies)
Distale stimulus = het daadwerkelijke object dat de fysische energie
produceert
Heuristisch interpretatieproces = de meest waarschijnlijke distale stimulus
(object) wordt geschat op basis van aannames en de proximale stimulus.
Visuele illusies = wanneer mensen iets anders percipiëren dan wat getoond
wordt (onze aannames over de distale stimulus kloppen niet).
3.2 Van de retina naar de hersenen: bottom-up processen
Bottom-up processen = (passief) informatiestroom van receptoren
(waarneming) naar de hogere hersencentra, die verantwoordelijk zijn voor
herkennen en classificeren van voorwerpen.
1. Primaire schets: randen
2. Perceptuele organisatie: welke randen horen bij elkaar
(gestaltspsychologen deden onderzoek, gestalt is geheel in Duits,
“volledig figuur is belangrijker dan onderdelen”)
3. Patroon- en objectherkenning
(2) Perceptuele organisatie
Perceptuele groepering = processen die ervoor zorgen dat elementen uit de
primaire schets sneller waargenomen worden als een onderdeel.
Gelijkheid: gelijksoortige elementen (xx oo xx oo)
Nabijheid: dichtbij elkaar liggend (oo oo oo)
Geslotenheid: gesloten voorwerp (] [ ] [ ] [)
Goede voortzetting: in het verlengde (> < ><)
Figuur-achtergrondscheiding
(3) Patroon- en objectherkenning
Patroonherkenning
1. Kenmerkenherkenning = voorwerpen hebben kenmerken die zich op
bepaalde manieren tot elkaar verhouden (hoofdletter N ondanks andere
fonts lijnen herkenning)
2. Template-matching = figuur wordt tijdens perceptuele organisatie
geïsoleerd en vergeleken met een reeks van templates in het geheugen,
herkenning bij overeenkomst
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilsebrinkkemper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.56. You're not tied to anything after your purchase.