Economie: samenvatting deel 4: de gezinnen
Inleiding
Consumenten maken constant keuzes deze worden gekoppeld aan de schaarste van de middelen
=> zo optimaal mogelijk inzetten want niet alle behoeften kunnen vervuld worden => het is van
belang dat de behoeften die wel kunnen worden ingevuld, zoveel mogelijk nut opleveren
Nut (Utility U)= de voldoening die gehaald wordt uit de consumptie van een bepaald goed of
een bepaalde dienst
Nutsmaximalisatie = een gezin zal gegeven de beperking van het budget en de onbeperkte
behoeften in zijn keuzes streven naar het bekomen van maximaal nut
Waardeparadox nut ≠ financiële waarde
Marginaal nut (MN) = de toename van het totale nut als gevolg van een kleine toename in de
consumptie van een bepaald goed of dienst
Hermann Heinrich Gossen (1810-1858) micro-economische theorie
De eerste wet van Gossen
o MN van een goed ↓ als de consumptie ervan ↑
o Grensnut = nut dat een persoon aan de consumptie van één extra goed ontleent.
Deze neemt af door het optreden van verzadiging
o Bv: nut van eerste bioscoopbezoek is groter dan het nut bij het 10 de bezoek
De tweede wet van Gossen = wet op nutsmaximalisatie
o Gezinnen verdelen hun bestedingen do dat de laatste cent die aan verschillende
goederen wordt besteed, steeds hetzelfde MN oplevert
MN zou dus meetbaar zijn, maar in praktijk is dit echter niet zo theoretisch concept
Moderne consumentenleer: nut en MN is enkel ordinaal meetbaar
o Er is geen waarde-eenheid voor nut
o Goederen kunnen enkel met elkaar vergeleken worden, in de zin dat het ene een
hoger nut oplevert dan het andere
Economische kringloop 2 invalshoeken
De gezinsbeslissingen over het ter beschikking stellen van productiefactoren
o => inkomen => goederen en diensten verwerven OF sparen
De keuzes die een gezin maakt over de besteding van het beschikbare inkomen
Beslissingen die een gezin neemt, worden beïnvloed door:
De preferentie/voorkeuren
o Subjectief
Institutionele factoren
o Gewoonten, wetten, …
Economische factoren
o Prijzen van goederen, inkomen, …
Een gezin = één economische huishouding
1
, Hoofdstuk 8: gezinnen consumeren
Schaarsteproblematiek => consument moet keuzes maken behoeften onbeperkt, middelen
beperkt => gezinnen kunnen niet alle goederen kopen die ze willen kopen want budget is beperkt
Binnen het beschikbare (beperkte) budget kunnen gezinnen kiezen welke goederen ze zullen
verwerven in functie van hun voorkeuren
o Goederenbundel = de combinaties van goederen die ze verkiezen
Praktijk: # verschillende goederen in deze bundel is onbepaald
Diverse soorten en hoeveelheden
Theoretische voorstelling: we gaan ervan uit dat:
de consument een goederenbundel van 2 goederen samenstelt
de gezinnen geen invloed hebben op de totale marktvraag
de gezinnen de prijs aanvaarden zoals die aangegeven is door de
verkoper
gezinnen zijn de prijsnemer wijzigingen in hun gedrag zullen het marktevenwicht en dus
de marktprijs niet beïnvloeden
determinanten consumptiekeuzes van gezinnen
o budgetbeperking (enerzijds)
o voorkeuren (anderzijds)
deze staan centraal in de theorie van het consumentengedrag die veronderstelt dat
gezinnen hun nut wensen te maximaliseren
8.1 Budgetbeperking
Gezinnen gaan goederen aankopen hun budget ligt vast ze weten hoeveel € ze willen uitgeven,
ze moeten alleen nog bepalen aan welk goed ze het gaan besteden
budgetbeperking wordt weergegeven via de budgetlijn
o Budgetlijn = een weergave van de combinaties van twee goederen (goederenbundel)
die met een bepaald budget maximaal kunnen worden verworven, gegeven de
prijzen van de goederen P1 Q 1 + P2 Q 2=Y
Verdeelt het vlak in bereikbare en
onbereikbare opties Consument beschikt over gegeven budget (Y)
Prijsnemer: kan evenwicht, noch prijs beïnvloeden
Goederenbundel bestaat uit de goederen Q1 en Q2
Bij besteding budget geldt: P1 Q 1 + P2 Q 2=Y
Y P1
Voorschrift van de budgetlijn = Q 2= − Q 1
P2 P2
Budgetlijn is een rechte (1ste graads functie)
−P1
Helling = rico = dalend
P2
De intercepten = de snijpunten tussen de budgetlijn en de assen van het assenstelsel
Y
o verticale as
P2
Y
o horizontale as
P1
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demifien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.