In deze samenvatting staan alle bijbehorende kernconcepten vermeld. Verder staan alle belangrijke begrippen vermeld in de samenvatting. Alle begrippen zijn dikgedrukt. In deze samenvatting staan Hoofdstuk 6 t/m 9.
Volkssoevereiniteit: Het principe dat het volk het hoogste gezag van de staat vormt,
ze bepalen de koers van het land.
Representatie: De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door
één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden . (dat een groep vertegenwoordigd
word)
Representativiteit: De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of
achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen met die van de groep
die vertegenwoordigd wordt. (de kwaliteit)
Achtergrondkenmerken - lijkt de politiek op de bevolking?
Standpunten - horen mensen hun mening terug bij hun politieke partij?
Besluiten - komen de standpunten en de besluiten van een partij met elkaar overeen?
- Liberalisme: Werd opgericht halverwege de 19e eeuw als reactie op de
dominante conservatieve denkbeelden in veel West-Europese landen. De
invloedrijke keerden zich tegen de grote invloed van het volk. Veel rijkere
aanhangers welke voor individuele vrijheden streden. Klassieke en politieke
rechten werden in de grondwet gezet. Ze willen een inactieve rol van de
overheid. Progressief. Liberalen leggen de verantwoordelijkheid voor het
oplossen van maatschappelijke problemen het liefst bij de markt en het
individu.
- Socialisme: Werd opgericht halverwege de 19e eeuw. Deze stroming ontstond
uit het marxisme dat ontstond tijdens de industriële revolutie. De focus binnen
het marxisme ligt op de arbeidsklasse waar word gestreven naar meer
gelijkheid tussen arm en rijk. Ze staan voor gelijk(waardigheid) en solidariteit,
en ze willen dat de overheid een actieve rol speelt en de sociale grondrechten
benadrukt. Progressief. Een actieve rol van de overheid om gelijk(waardig)heid
en solidariteit te waarborgen.
- Christendemocratisch/confessioneel: Werd opgericht aan het einde van de
19e eeuw. Ze waren ook tegen het uitbuiten van arbeiders maar combineert
haar standpunten met de conservatieven. Ze vormen etnische normen en
naastenliefde een groot onderdeel van de politiek. Conservatief. Combinatie van
conservatieve standpunten over ethische normen met naastenliefde, het
maatschappelijk middenveld is belangrijk voor het oplossen van problemen.
Pragmatisme: Willen oplossingen die door experts als het beste worden gezien. Ze
kijken naar de praktische gevolgen van een besluit.
Tegenstanders: Morele waarden hebben een lage waarde bij deze groep.
Populisme: Belang van het vertegenwoordigen van het volk, een bepaalde stijl van
politiek bedrijven. De huidige bestuurders hebben geen oog voor het volk volgens
populisten.
Vijf functies van politieke partijen
- Rekrutering en selectie: Rekruteren houdt in dat mensen worden benaderd
om op de kieslijst te staan. Niet iedereen is geschikt, hierdoor komt er een
selectieproces.
- Mobilisatie: Het interesseren van burgers voor deelname aan politieke
besluitvormingsprocessen. Politieke partijen plannen bijeenkomsten waarbij
, burgers mee kunnen debatteren, hierdoor kunnen burgers participeren zonder
lid te worden/zijn van een politieke partij.
- Articulatie: Het verwoorden/uitspreken (articuleren) van standpunten die een
politieke partij belangrijk vindt op basis van gevoelens die leven in de
samenleving. Hierdoor komen er wensen en eisen op de politieke agenda te
staan wat later besproken word.
- Aggregatie: Het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen
en belangen. Ze denken na over keuzes voor hun eigen ‘ideale’ samenleving.
- Communicatie: Communicatie tussen de burgers en de overheid. Als burger
contact kunnen opzoeken via mail, partijbureaus.
Veranderingen in politieke partijen: De
opkomst van de 'zwevende kiezer',
Afname van leden, Concurrentie media
en pressiegroepen, Binnenhalen
politieke functies
Systeemmodel: Politicoloog David
Easton, net als een machine, er gaan
wensen/ideeën in -> het productieproces komt op gang, er komt een product uit (een
besluit). Het besluit hangt vooral af van eisen, steun, kansen en bedreigingen door
omgevingsfactoren. 4 fasen: Invoer, omzetting, uitvoer en feedback.
Invoerfase: Er gaat een pakket aan wensen, eisen en steun het
besluitvormingsproces in.
Steun heeft te maken met actoren die aangeven ergens mee eens te zijn. Actief:
stemmen, lid zijn van een partij, etc. Passief: door niet te protesteren en het systeem
te accepteren
Poortwachters: Ze kunnen invloed hebben op het al dan niet bespreekbaar maken
van een probleem.
Omzettings-/conversiefase
- Politieke agendavorming: Moet een maatschappelijk probleem politiek worden
aangepakt?
- Beleidsvoorbereiding: Beleidsadviezen worden gegeven en alternatieven
worden opgesteld.
- Beleidsbepaling: Het maken van beslissingen over welk beleid uitgevoerd moet
worden.
Uitvoerfase: Invoer wordt in de omzetting veranderd in een politiek besluit.
Ambtenaren zorgen ervoor dat dit besluit uitgevoerd wordt.
Terugkoppelingsfase: Er wordt teruggekeken op het besluit nadat het ingevoerd is
om te zien of het werkt of dat het aanpassingen nodig heeft.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissa2005ve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.13. You're not tied to anything after your purchase.