100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Natuurkunde hoofdstuk 7 Muziekinstrumenten - Havo 4 & 5 $5.41   Add to cart

Summary

Samenvatting - Natuurkunde hoofdstuk 7 Muziekinstrumenten - Havo 4 & 5

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van natuurkunde hoofdstuk 7 Muziekinstrumenten. Alles wat je moet weten over hoofdstuk 7 Muziekinstrumenten. Hierin staan de belangrijkste begrippen/ termen, informatie (denk bijvoorbeeld aan belangrijke BiNaS bladzijden) en (uitgewerkte) formules.

Preview 2 out of 8  pages

  • November 3, 2024
  • 8
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Hoofdstuk 7 Muziekinstrumenten
Trillingen en golven
7.1 Introductie
Geluid bestaat uit snelle veranderingen van luchtdruk die met de geluidssnelheid worden
doorgegeven: geluidsgolven.
Geluidssnelheid en echo
- De geluidssnelheid in lucht is 340 m/s en in water 1,5 km/s.
- Hoe sterker de moleculen van een stof met elkaar verbonden zijn, des te sneller
geven de deeltjes de trillingen aan elkaar door en des te groter is de snelheid van het
geluid in die stof.

Hard en zacht, hoog en laag
- De toonhoogte wordt bepaald door de frequentie f, het aantal trillengen per seconde.
Hoe meer trillingen per seconde, hoe hoger de toon.
- Een aangeslagen stemvork of snaar gaat steeds zachter klinken, maar de toonhoogte
blijft gelijk = nog steeds evenveel trillingen per seconde, maar de maximale uitwijking
van de trillingen wordt steeds kleiner.  De geluidssterkte hangt dus af van de
maximale uitwijking (amplitude) van de trillingen.




7.2 Geluid, trillingen en zuivere tonen
Geluidsbron
- De toonhoogte van het geluid wordt bepaald door de frequentie f (Hz).
- Een klankkast versterkt het geluid, doordat de lucht in d klankkast mee gaat trillen.

Resonantie
- Resonantie: Het meetrillen met een andere bron.
- Een stemvork of snaar kan een andere stemvork of snaar laten resoneren, als die
dezelfde frequentie heeft.

Geluid in beeld
- Een oscillogram laat de geluidstrillingen zien. Het is een u,t-diagram.
- In een oscillogram kun je de amplitude en de periode aflezen.

Harmonische trilling
- Een zuivere toon heeft slechts één frequentie en een zuiver sinusvormig oscillogram.
Bij een zuivere toon trilt de bron harmonisch.
- Een samengestelde toon bestaat uit verschillende frequenties door elkaar heen. De
grondtoon, met de laagste frequentie, bepaalt de toonhoogte.
- Een toongenerator is een apparaat dat een elektrisch signaal afgeeft waarvan je de
frequentie en amplitude kunt instellen. Met een toongenerator en een luidspreker kun
je zuivere tonen maken van elke gewenste frequentie en sterkte.


Toonhoogte van een snaar
- Hoe groter de spankracht, des te hoger is de frequentie waarmee hij trilt en dus de
toon. De toonhoogte van een snaar hangt af van de spankracht en van de massa.

, - Een massa-veersysteem voert een harmonische trilling uit: de eigentrilling. Het
oscillogram is een sinuslijn.
- De frequentie van de eigentrilling wordt bepaald door de trillende massa en de
veerconstante van de veer die de massa laat trillen.
 De grond- en boventoon zijn voorbeelden van een eigenfrequentie.



Periode aflezen
- Met een oscillogram kun je de periode (T) nauwkeurig bepalen door de tijdsduur voor
een aantal hele trillingen af te lezen.
 Vb. T= aantal hokjes/één trillingstijd ⋅ … ms/hokje= … ms



 Voor het verband tussen de periode en de frequentie geldt:
1 1
 f= en T =
T f
 f : de frequentie van de trilling – (in Hz)
 T : periode / trillingstijd – (in s)




Massa-veersysteem
Definitie: De trillingstijd (T) van een massa-veersysteem is de tijd die de massa doet over
één volledige trilling.
 Voor de trillingstijd van een massa-veersysteem geldt de volgende formule:
m


C=
( )
2
m T
( )
2
 T =2 π ⋅  m= ⋅C  T
C 2π

 T : trillingstijd – (in s)
 m: massa (van het voorwerp dat aan de veer hangt) – (in kg)
 C : veerconstante – (in N/m)
vb. Gegeven: T =35 ms en m=60 µ g  Bereken C
−9
m 60 ⋅ 10 −3
C= = =1,9 ⋅ 10 N / m
( ) ( )
2 2
T 0,035
2π 2π


 De veerconstante C geeft de ‘sterkte’ van de veer aan volgens:
 F v =C ⋅u
 F v : grootte van de veerkracht – (in N)
 C : veerconstante – (in N/m)
 u: uitwijking uit de evenwichtsstand – (in m)

- Bij een massa-veersysteem hangt de periode af van de massa en van de
veerconstante.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yinteaxt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.41
  • (0)
  Add to cart