Systeem van het recht
1. Privaatrecht: is de relatie tussen burgers onderling ( natuurlijk persoon: mensen van vlees en
bloed)
Het privaatrecht kan je onderverdelen in 2 rechtsgebieden:
Personen- en familierecht
Vermogensrecht
2. Publiekrecht: de relatie tussen burgers en overheid onderling ( rechtspersonen )
Het publiekrecht kan je onderverdelen in 3 rechtsgebieden:
Staatsrecht
Strafrecht
Bestuursrecht
1. Objectief recht: gebaseerd op wat de wet zegt
2. Subject recht: gebaseerd op wat het individu zegt
1. Materieel recht: inhoud van de rechten en plichten
2. Formeel recht: handhavingsregels, procedureregels; waar moet je procederen (bij de
rechtbank, het hof of de HR), hoe moet je procedure, welke termijn moeten in acht genomen
worden e.a.
1. Dwingend recht: rechtsregel waarvan de partijen niet kunnen afwijken bij overeenkomst
2. Aanvullend recht: rechtsregel waarvan partijen bij overeenkomst kunnen afwijken.
1. Absolute rechten: recht dat tegen iedereen gebruikt kan worden
2. Relatieve rechten: kan alleen tegen bepaalde mensen worden ingeroepen
Rechtsbronnen
1. De wet
2. De jurisprudentie
3. Het verdrag
4. De gewoonte
, Burgerlijke procesrecht
1. Absolute competentie: welke rechter in eerste instantie bevoegd is om in eerste aanleg
uitspraak te doen over het geschil.
2. Relatieve competentie: welke rechter geografisch bevoegd is om de zaak in behandeling te
nemen
Soorten rechtbanken:
Er zijn 4 gerechtshoven. Ze behandelen strafzaken, civiele zaken (zoals scheiding), kantonzaken (zoals
ontslag) en belastingzaken.
1. Eerste aanleg -> rechtbank, inclusief kantonrechter ben je het niet met de uitspraak van de
desbetreffende rechter dan ga je in
2. Hoger beroep -> gerechtshof. Ben je het niet eens met de uitspraak van het gerechtshof dan
ga je in
3. Cassatie-> hoge raad
5 uitgangspunten van het burgerlijk procesrecht:
1. Hoor- en wederhoor: beide partijen moeten de kans krijgen om gehoord te worden.
2. Openbaarheid zitting en uitspraak: rechtszaken dienen openlijk besproken te worden, er zijn
hierin wel uitzonderingen maar de uitspraak is altijd openbaar.
3. Motivering van de beslissing: rechten moet zijn beslissing argumenteren waarom het zo is.
4. Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter: rechter die onpartijdig te zijn en een
beslissing neemt op basis van het object recht.
5. Partijautonomie: Dat wil zeggen; de rechter moet binnen de grenzen van de rechtsstrijd
blijven. Deze grenzen worden gedefinieerd door waar partijen mee komen.
2 procedures binnen het burgerlijk recht:
1. Dagvaardingsprocedure:
Gedaagde: wederpartij
Eiser: die de dagvaarding indient
1. De inhoud moet kloppen volgens de vereisten van het artikel
2. Dagvaarding geschiedt door exploot, wat betekend dat het op een van de manieren van art
46 e.v. wordt betekend met achterlating van een afschrift
De deurwaarder neemt in de dagvaarding een datum en tijd voor de eerste rolzitting
van de rechtbank en/of kantongerecht op (roldattum).
3. Nadat de deurwaarder de dagvaarding heeft uitgebracht en daarbij afschrift heeft gelaten
aan gedaagde, zendt hij de originele, thans door hem ondertekende dagvaarding aan de
advocaat van eiser retour. Die zorgt overeenkomstig art. 125 lid 2 Rv voor inschrijving op de
rol, dat wil zeggen het register waarin de zaken worden geadministreerd.
4. Nu de roldatum van de rolzitting bekend is, wordt de dagvaarding gecontroleerd of die goed
is uitgebracht. Dit is geen inhoudelijke zaak dus de gedaagde en eiser zijn niet verplicht om
aanwezig te zijn.
5. Conclusie van antwoord: de gedaagde reageert op de feiten op de eiser
6. Comparities van partijen: (na antwoord): (Ter zitting verschijnen om standpunt mondeling
toe te lichten en om te kijken of er een minnelijke schikking mogelijk is)
Als de rechter niet genoeg heeft aan de comparitie van partijen kan hij nog een keer vragen voor
meer informatie aan beide partijen.
A. Conclusie van repliek; reactie van de eiser op de gedaagde
B. Conclusie van dupliek reactie van de gedaagde op de eiser
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miryam1270. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.82. You're not tied to anything after your purchase.