100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding staats- en bestuursrecht bijeenkomst 4 $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding staats- en bestuursrecht bijeenkomst 4

 40 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat de samenvatting van de leerstof voor bijeenkomst 4 van het vak Inleiding staats- en bestuursrecht, Maastricht Universiteit. Alleen hoofdstuk XVI komt aan bod, omdat de andere hoofdstukken in de voorgaande bijeenkomsten zijn samengevat.

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Bijeenkomst 4: hoofdstuk xvi
  • February 14, 2020
  • 6
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
INLEIDING STAATS- EN BESTUURSRECHT
Samenvatting bijeenkomst 4 Hoofdstuk XVI Wetgeving

Historisch perspectief  Vooral even doorlezen (nr. 72)
Art. 81 Gw: vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal (hierna
S-G) gezamenlijk. Als ‘wetten’ merkt de Gw dié rechtshandelingen aan die tot stand komen
met inachtneming van de voorschriften van art. 82-87 Gw.

a. Het grondwettelijk systeem vóór 1848
De Gw van 1815: regelgeving mocht uitsluitend bij de wet geschieden.  De Gw van 1815
lokaliseerde een aantal bevoegdheden bij de (formele) wetgever en een aantal bij de Koning.
 Er waren in dit systeem 2 moeilijkheden:
1. Het was niet op het eerste gezicht duidelijk hoe de bevoegdheidsverdeling was m.b.t.
onderwerpen die niet uitdrukkelijk in de Gw waren genoemd.
2. Ook was onduidelijk of de Koning op de gebieden waarop hij tot optreden bevoegd
was, mocht overgaan tot regelgeving.  Er werd nergens gezegd wat de inhoud van
een algemene maatregel zou kunnen zijn.
b. De praktijk van de ‘besluitenregering’
Koning Willem I ging er van uit dat de Koning d.m.v. van amvb’s een regelgevende
bevoegdheid bezat.
c. De ontwikkeling na 1848
De grondwetswijziging van 1848 liet het systeem van bevoegdheidstoedelingen aan
wetgever en koning in stand, maar voegde toe dat bij de Koning de ‘uitvoerende macht’
berustte (art. 54 Gw 1848).
d. Meerenberg-arrest
De HR gaf in dit arrest een antwoord op de vraag naar de grondwettigheid van de
besluitenregering bij het Meerenberg-arrest (1879):
 Bij amvb was aan bestuurders van krankzinnigengestichten de plicht opgelegd een
apart bevolkingsregister voor hun gesticht aan te leggen. De bestuurders van
‘Meerenberg’ voldeden niet aan deze verplichting en werden vervolgd, docht in twee
instanties ontslagen van rechtsvervolging; het OM tekende daarop cassatieberoep
aan.
Daarmee was duidelijk:
- Enerzijds mag de Koning bij amvb regels stellen op die terreinen die volgens de Gw
tot zijn bevoegdheid horen
- Anderzijds is op alle andere terreinen de wetgever geroepen tot regelgeving, met
dien verstande dat de wetgever dan op zijn berust het stellen van andere regelen
mag delegeren aan de Kroon.
 De Koning mocht dus niet meer zelfstandig (dus zonder grondslag in de Gw of wet in
formele zin) regels stellen.
e. Grondwetswijziging 1887
Een bevoegdheidstoekenning door de formele wetgever was volgens de grondwetgever van
1887 uitsluitend vereist voor zover de regels, die door de regering worden gesteld,
strafrechtelijk zijn gesanctioneerd; de burger wordt daardoor immers rechtstreeks geraakt.
f. Betekenis van art. 89 Gw
De regering is bij amvb in beginsel zelfstandig bevoegd tot regelgeving.
Lees door in boek

, g. Algemeen verbindende voorschriften
Algemeen verbindend voorschrift = wet in materiële zin.  Art. 89 lid 4.
Het begrip algemeen verbindend voorschrift wordt niet in de Gw gedefinieerd, wel is er
rechtspraak:
 Knooble-arrest  Van een avv is er sprake als er sprake is van:
 Externe werking; de regels hebben rechtsgevolg in de zin dat zij rechten en/of
verplichtingen voor burgers meebrengen
 Algemeenheid; de regels zijn tot eenieder gericht, d.w.z.: tot een open groep
van personen die aan bepaalde eisen voldoen
 Vatbaarheid voor herhaalde toepassing: het regelkarakter veronderstelt dat
de regels steeds worden toegepast als de omstandigheden waarop zij
betrekking hebben zich voordoen
 Een toereikende bevoegdheidsgrondslag; de regels moeten uitgaan van een
orgaan dat de bevoegdheid tot regelstelling aan de wet in formele zin
ontleent.
De wetten die op rijksniveau aan deze kenmerken voldoen zijn: wet in formele zin, de amvb
en de ministeriële regeling.

Verschillen tussen avv en beleidsregel:
- Een avv wordt krachtens een wetgevende bevoegdheid vastgesteld, een beleidsregel
niet; een beleidsregel wordt vastgesteld ter uitvoering van een bestuursbevoegdheid.
- Met een avv kunnen aan burgers verplichtingen worden opgelegd, bij een
beleidsregel niet; een beleidsregel heeft in zoverre externe werking dat alleen het
betreffende bestuursorgaan jegens derden aan kon worden gebonden
- Van een avv kan niet worden afgeweken, van een beleidsregel kan wel en moet som
worden afgeweken (art. 4:84 Awb)

Wetgeving in formele zin
a. Initiatief tot wetgeving
Wetgeving in formele zin komt tot stand via de procedure die is neergelegd in art. 81-88 Gw.
 Regering en TK hebben het recht wetsvoorstellen in te dienen  recht van initiatief
(art. 82 lid 1 Gw). Indien de TK het initiatief neemt kan ieder Tweede Kamerlid
daartoe een wetsvoorstel bij de TK aanhangig maken (art. 82 lid 3 Gw). Vervolgens
kan de TK besluiten tot indiening van het wetsvoorstel (art. 85 Gw)
Tot wetgeving in formele zin neemt de regering het initiatief, omdat het opstellen van een
wetsvoorstel voor de TK dermate moeilijk is doordat er te weinig specialistische kennis is etc.

 Het aantal initiatiefvoorstellen is toegenomen, hierbij verleent de regering via haar
ambtenaren medewerking bij de opstelling van een initiatiefvoorstel.

Om te bepalen wat politiek en maatschappelijk leeft t.a.v. een bij wet te regel onderwerp,
worden conceptwetsvoorstellen (voorontwerpen) gepubliceerd  De bedoeling hiervan is
om reacties te winnen van adviescolleges, overheidsinstellingen etc.
 Voordat het wetsvoorstel door de regering bij de TK wordt ingediend, dient advies te
worden uitgebracht door de Afdeling advisering van de Raad van State (art. 73 lid 1
Gw jo. Art. 17 WRvS).  Deze verplichting geldt ook voor wetsvoorstellen tot

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudent_maastricht. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart