Blok 4: Balans, disbalans en ketenverantwoordelijkheid........................................................................47
Hoorcollege 7: Balans, disbalans en ketenverantwoordelijkheid...............................................................47
Hoorcollege 8: balans, disbalans en ketenverantwoordelijkheid (reflectie)...............................................52
Overzicht
Blok 1 rechtseconomisch perspectief.
o Hoe reguleert het contractenrecht het uitwisselen van goederen en diensten op die
markt?
Blok 2 risicoallocatie.
o Bepaalde risico’s van partijen worden aan de 1 of de ander toegewezen
Blok 3 rechtsbescherming en remedies.
o En de meer overkoepelende vraag: in hoeverre moet dat worden geboden aan
bepaalde partijen
Blok 4 balans en onbalans in het contractenrecht.
o Externe belangen die doorwerken in het contractenrecht: ketenverantwoordelijkheid
van contractspartijen.
,Blok 1: autonomie, informatie en relativiteit
Hoorcollege 1: autonomie, informatie en relativiteit
Contract is een middel voor uitwisseling. Contractsvrijheid is noodzakelijk daarvoor. Rationele
keuzemodel is dat partijen met voldoende informatie tot een weloverwogen keuze kunnen komen.
Maar hoe weet je of daar sprake van is?
Deelname aan het economisch verkeer
Bestaat de vrije markt? Welke waarborgen hebben wij om die te laten functioneren? Het alternatief
van de vrije markt kan zijn: een plan economie = gecentraliseerd superbrein denkt waar alle
goederen en diensten naartoe gaan. Wij hebben een gedecentraliseerd systeem waar private
partijen dat ieder voor zich bepalen. Zou plan economie de schaarste die wij kennen kunnen
oplossen?
Het ideaal/de uitgangspunten:
1. Partijen handelen rationeel en autonoom ze hebben de vrijheid om iets te kiezen. Dat is lang
niet altijd het geval, denk hierbij aan de beperkte keuzes voor infrastructuur.
2. Partijen verstaan elkaar is de verklaring van de 1 ook wel begrepen door de ander? Als
partijen dit altijd zouden hebben dan waren de leerstukken van uitleg en misverstand nooit
ontstaan. De wilsvertrouwensleer probeert deze breuk te repareren.
3. Iedereen bezit alle voor hen relevante informatie om de optimale keuze te maken heb je alle
relevante informatie nodig, maar dat is eigenlijk niet te doen. Soms geven partijen aan elkaar ook
niet alle relevante informatie
4. De transactiekosten zijn onbeduidend er zit een soort rem op het aangaan van
overeenkomsten. Want contracteren kost tijd en geld. Als producten gestandaardiseerd zijn dan
maakt het niet echt uit, maar op een paardenmarkt heb je tijd nodig om uit te zoeken welk paard
voor jou geschikt is. Het feit dat informatieplichten bestaat maakt het verkeer wat vlotter.
5. Er bestaan geen externaliteiten die handeling van de 2 partijen dekt het volledige
kostenplaatje van de overeenkomst. Dat is lang niet altijd zo: subsidieregelingen, verontreiniging
door productieproces, etc.
Wat stelt het vermogensrecht tegenover deze lijst? Het vermogensrecht probeert tegenwicht te
bieden tegen deze imperfecties.
Faciliteren en geleiden
De 2 functies van contractenrecht:
1. Faciliteren uitwisseling van goederen en diensten
a. Zelfs als je alle overheidsbemoeienis tot een minimum wil beperken, dan nog heb je de
regels van het contractenrecht nodig als je een probleem hebt met een overeenkomst. in
die bepalingen zit een facilitaire rol: die zorgen dat de markt kan functioneren: zonder
pacta sunt servanda geen vrije markt die functioneert.
b. Als er geen informatieplichten of kwaliteitseisen zouden zijn, dan zouden we nooit weten
waar we voor hebben getekend. Je kan er niet van op aan dat een net gekochte fiets wel
werkt zoals die hoort te werken. Dit is om de koper te beschermen, maar ook om
mogelijk te maken dat er een vlotte verkoop is. Onderhandeling is niet nodig.
2. De markt een handje helpen (= geleiden) en waar nodig corrigeren.
Autonomie
Het staat partijen vrij:
, Al dan niet een overeenkomst te sluiten
Zelf de inhoud van de overeenkomst te bepalen
Autonomie betekent ook: gebonden aan het eenmaal gegeven woord, ex art. 1374 BW (oud). Dit
vinden we eigenlijk nergens terug in het huidige BW. Dit kan je afleiden uit art. 3:296 BW “iemand
die tot iets gehouden is kan onder die voorwaarde gehouden worden dat te voldoen.”. 6:74 laat zien
dat het belangrijk is dat men verantwoordelijkheid neemt als hij zijn verplichtingen niet nakomt.
Gebondenheid als vrije keuze van de betrokkenen.
Wilsvertrouwensleer
Artikelen: 3:35, 6:2 en 3:11
3:35 kan als de belangrijkste worden gezien. Als iemand iets zegt dan mag je daarop voortbouwen en
die persoon daaraan houden. Je moet alleen instaan voor iets wat je gewild hebt, maar ook voor een
verklaring waar een betekenis in zat, die in de gegeven omstandigheden zo begrepen kon worden
door de wederpartij.
Overeenkomst komt tot stand als 1 van de partijen daar in de gegeven omstandigheden daarop kon
vertrouwen. Zoek dus niet naar aanbod en aanvaarding, maar naar het moment waarop iemand
gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de totstandkoming van een overeenkomst. Het is een proces
van op hetzelfde punt proberen te komen en elkaar daar te verstaan.
3:11 gaat over de goede trouw en zegt dat je je niet dommer voor moet doen dat je bent. Als je weet
dat iets niet is wat de ander zou of kan willen dan mag je daar ook niet vanuit gaan.
6:2 gaat erover dat je de belangen van de ander in acht moet nemen.
HR Bunde/Erckens is er een overeenkomst tot stand gekomen?
HR Haviltex het uitleggen van de overeenkomst
HR Telstar Bunde/Erckens is eigenlijk gewoon haviltexen. De Haviltex-norm is dus bepalend voor
de totstandkomingsvraag en de uitlegging.
De wilsvertrouwensleer wordt als de softe aanpak van het Nederlandse recht gezien. Wat doen we
met wat partijen op schrift hebben gesteld nu we de Haviltex-norm hebben?
HR Lundiform/Mexx
Entire agreement clause is op zichzelf is geen uitlegbepaling. In Amerika mag met deze clausule geen
acht worden geslagen op alle andere stukken behalve de overeenkomst zelf. In Nederland werkt dit
niet. Maar heeft het dan nog wel zin om zo’n bepaling in de overeenkomst te zetten? De Hoge Raad
maakt de bepaling niet nietig, maar zegt gewoon dat die niet de werking heeft die je misschien zou
willen. Het kan alsnog jouw wil uitdrukken met betrekking tot de overeenkomst.
HR 25 augustus 2023 ECLI:NL:HR:2023:1131
In de echtscheidingsconvenanten stond dat ze Haviltex buiten de overeenkomst wilde houden. Het
hof zag dit als een uitlegbepaling in beginsel gaan we de grammaticale uitleg voorop stellen. De
Hoge Raad is het daar mee eens.
1. Had het hof in deze uitlegmaatstaf aanleiding mogen zien om een “grammaticale of
objectieve” uitlegmaatstaf te hanteren?
2. Diende het hof uitgaande van die maatstaf nog acht te slaan op de stelling van de vrouw
m.b.t. het begrip ‘pensioengerechtigde leeftijd’?
Die eerste vraag is niet gesteld volgens de Hoge Raad. De Hoge Raad diende zich eigenlijk niet te
buigen over de vraag of je dit als uitlegbepaling mag zien.
, Causa
Wat bedoelen we er mee? Het betekent zo veel dat een overeenkomsten en geoorloofde oorzaak
moet hebben. Dat is eigenlijk een beetje het geleiden van de contractsvrijheid.
Je hebt naast autonomie en vertrouwensleer dus ook nog de eis van causa. Dit staat niet meer in ons
BW. We hebben nog wel een causabeginsel in ons BW, bijvoorbeeld 6:229 een overeenkomst die
voortbouwt op een daarvoor gevormde overeenkomst zijn bestaansrecht verliest als de eerdere
overeenkomst niet meer bestaat. Want de reden voor de tweede overeenkomst is weggevallen en
dus vervalt de causa.
We hebben nu een marginale toets: sommige overeenkomsten zijn niet meer geoorloofd. We
hebben geen check of overeenkomsten in balans zijn, maar wel 3:40.
Het contractenrecht schrijft niet voor welke overeenkomsten we moeten sluiten, maar aan sommige
afspraken werkt het niet mee.
Soms zegt de wet, leuk dat je hebt wilt, maar het wordt geen afdwingbare verplichting.
Art. 3:40
De inhoud of strekking is in strijd met de goede zeden of openbare orde nietig
Het verrichten van de rechtshandeling in strijd met de wet nietig, vernietigbaar, geldig
Wat als de wet niet de bedoeling heeft om een bepaling aan te tasten?
Dit is een ingreep voor marktwerking. We laten buiten beschouwing of het wel of niet de bedoeling
was, voor het goed functioneren van de markt.
In lid 1 staan hele vage termen:
Inhoud = kijk puur naar waartoe de overeenkomst je naar verplicht
Strekking = kijk naar wat het uiteindelijk doel is van de uitvoering van de overeenkomst
HR Esmilo/Mediq je kan niet automatisch zeggen dat als een wet is geschonden meteen in strijd is
gehandeld met de openbare orde/goede zeden.
Waarom niet? Omdat de HR van mening is dat in heel veel van die wetgeving niet goed is nagedacht
wat de consequenties zouden zijn als die gevolgen er wel aan gegeven zouden worden.
Informatie
De functie van ons contractenrecht brengt mee dat we willen dat iedere partij autonoom kan
handelen en dus rationeel kan handelen, alles kan overwegen en zo tot een optimale keuze komt.
Hiervoor is nodig dat je alle relevante informatie hebt.
In de praktijk is duidelijk geworden dat dat niet altijd mogelijk is. Soms bestaat die informatie niet
(koers voorspellen, noodzaak voor verzekeringen, etc.) en soms heeft de andere partij informatie die
die niet wil delen (bedrijfsgeheimen).
Soms kost het verkrijgen van informatie te veel middelen.
Het is de verantwoordelijkheid van iedere contractspartij om zichzelf te informeren (HR
Booy/Wisman). Als je ervoor kiest om iets te kopen dan moet je weten of je ermee kan doen wat je
beoogt. Je moet voorkomen dat ej een overeenkomst sluit met een verkeerde voorstelling van zaken.
Informatieplichten vind je in het hele BW en daarbuiten terug:
Geschreven en ongeschreven
o Ongeschreven: precontractuele relatie. In beginsel mag je ervan uitgaan dat iets klopt als
de verkoper dat tegen je zegt. Art. 6:228 lid 1 sub a. het zegt het niet letterlijk, maar
impliceert het wel.
o Geschreven: art. 7:60
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittecruijsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.38. You're not tied to anything after your purchase.