De productie van goederen en diensten heeft zich steeds verder verspreid over de wereld,
waardoor nationale economieën steeds meer met elkaar raken verweven. Er is sprake van
een proces van economische globalisering met onder meer een groeiende internationale
handel tot gevolg.
Als een land meerdere goederen en diensten goedkoper kan produceren dan een ander
land, is er sprake van een absoluut kostenvoordeel.
De theorie van de comparatieve kostenverschillen laat zien dat dit land zich dan toch moet
specialiseren, namelijk in de productie waarin het relatief het goedkoopste is. Specialisatie
en internationale arbeidsverdeling kan voor alle betrokken landen leiden tot een toename
van de welvaart.
Comparatieve kostenverschillen tussen landen ontstaan door verschillen in de hoeveelheid
en de kwaliteit van de productiefactoren arbeid en kapitaal.
* Kwaliteit arbeid en kapitaal = totale factorproductiviteit
Nederland profiteert bijvoorbeeld van een hoogopgeleide beroepsbevolking, een gunstige
ligging en een goede infrastructuur. De aanwezigheid van een grote (lucht)haven en de
ligging aan zee en rivieren leiden tot relatief lage transportkosten, waardoor een
comparatief voordeel ontstaan.
Andere landen hebben hun comparatief kostenvoordeel te danken aan grote voorraden van
natuurlijke hulpbronnen (zoals aardgas of olie) of aan een gunstig klimaat.
De productie in de rijkere landen is meestal kapitaalintensief, omdat de bevolking
hoogopgeleid is en de kapitaalgoederenvoorraad hoog is.
Arbeidsintensieve productie vindt juist vaak plaats in armere (minder ontwikkelde) landen.
De economische globalisering heeft geleid tot een verandering in productiestructuren
waardoor jaarlijks miljoenen werkenden hun baan verliezen.
- Bij offshoring verplaatsen bedrijven delen van hun productie naar nieuwe vestigingen
in andere landen, waar veelal goedkoper kan worden geproduceerd (door lagere
lonen bijvoorbeeld).
- Soms wordt gekozen om werkzaamheden zelfs volledig uit te besteden aan andere
bedrijven in het buitenland, er is dan sprake van outsourcing.
De overheid van een land kan proberen om het verdwijnen van economische sectoren uit
het land en het verlies aan werkgelegenheid tegen te gaan: protectionistische maatregelen
belemmeren de import van goederen en diensten, stimuleren de export en beschermen zo
de eigen economie.
Vormen van protectionisme:
Tarifaire protectie bestaat uit maatregelen die de prijs van een product beïnvloeden
zoals een importheffing of een exportsubsidie.
Non-tarifaire protectie zijn maatregelen die de verkoopprijs niet direct beïnvloeden
zoals een invoerquotem.
, Protectie weerhoudt bedrijven van innovaties, wordt gezien als oneerlijke concurrentie en
kan door de instelling van tegenmaatregelen zelfs leiden tot een handelsoorlog.
De bescherming van de binnenlandse werkgelegenheid en van jonge industrieën
(opstartende bedrijven) zijn juist argumenten vóór protectionistisch beleid.
Steeds meer landen maken afspraken om op economisch gebied te gaan samenwerken:
- In een vrijhandelszone heffen landen de onderlinge protectiemaatregelen op,
hoewel ze nog wel eigen importheffingen mogen opleggen aan niet-lidstaten.
- Als de vrijhandelszone wordt uitgebreid met één gemeenschappelijk buitentarief
tegenover de niet-lidstaten is er sprake van een douane-unie.
- De Europese Unie is een voorbeeld van een interne markt, waarbij de economische
integratie wordt uitgebreid met het vrije verkeer van arbeid en kapitaal.
- Als ook steeds meer sociaaleconomisch beleid tussen lidstaten wordt afgestemd,
wordt de interne markt een economische unie.
- De lidstaten van de eurozone hebben één gezamenlijke munt ingevoerd, waardoor
een economische en monetaire unie is ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofievanark. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.