Landmark 4:
The prefrontal cortex in Schizophrenia
Twee van de meest voorkomende aandoeningen waarbij disfunctionele
prefrontale circuits betrokken zijn, zijn schizofrenie en ADHD (Attention
Deficit/Hyperactivity Disorder). In hoofdstuk 6 werden sommige geheugen
problemen geassocieerd met hippocampal dysfunction in schizoprhenia
besproken en nu gaat het over frontale kwab dysfunctie betrokken bij
symptomen van deze aandoening.
Mensen die gediagnosticeerd zijn met schizofrenie, vertonen stoornissen in
zowel de cognitie als het geheugen, vooral in het werkgeheugen en de
executieve controle. De dorsolaterale prefrontale cortex is disfunctioneel
bij schizofrenie. Daarentegen lijken de functies die worden toegeschreven
aan de ventrolaterale prefrontale cortex relatief onaangetast bij patiënten
met schizofrenie. mensen met schizofrenie presteren bijv. vrijwel
normaal op fonologische of visueel-ruimtelijke geheugentaken en op
geheugentaken die slechts minimale vertragingen met zich meebrengen
of weinig items die bijgehouden moeten worden. Patiënten met
schizofrenie hebben echter vooral moeite met visueel-ruimtelijke
werkgeheugentaken wanneer deze taken gepaard gaan met het
manipuleren of bijwerken van informatie in het werkgeheugen. Dus
samengevat, mensen met schizofrenie hebben doorgaans geen problemen
met het onthouden van simpele dingen die ze horen (fonologisch
geheugen = te maken met onthouden van geluiden of woorden die je
hoort), maar ze kunnen wel moeite hebben met het manipuleren of
bijwerken van informatie die ze zien, vooral als het gaat om ruimtelijke
relaties tussen objecten (visueel-ruimtelijk geheugen).
Daniel Weinberger en collega's presenteerden het eerste neuroimaging-
bewijs voor dorsolaterale prefrontale cortexdisfunctie bij schizofrenie door
de bloedstroom in verschillende hersengebieden te meten. tijdens de
Wisconsin Card sorting Test vertoonden de dorsolaterale prefrontale
cortex van patiënten met schizofrenie geen tekenen van een verhoogde
bloedstroom.
Recente onderzoeken laten zien dat patiënten met schizofrenie suggereren
dat hun verminderde capaciteit voor uitvoerende aspecten van het
werkgeheugen gepaard gaat met de betrokkenheid van een groter
netwerk van andere corticale regio’s, ze zetten compenserende netwerken
in die gebruik maken van andere hersengebieden die minder verstoord
zijn. Ze gebruiken dus andere delen van hun hersenen om taken uit te
voeren die normaal gesproken door een specifiek deel worden gedaan,
omdat dat deel minder goed functioneert.
,Wat is er mis met de dorsolaterale prefrontale cortex bij
schizofreniepatiënten?
Eén opvatting is dat de tekorten in het werkgeheugen en de executieve
controle die bij schizofrenie worden aangetroffen, verband kunnen houden
met tekortkomingen in de corticale dopamineverwerking. Dopamine is een
neuromodulator die de communicatie van neuron tot neuron verandert, en
de meeste farmacologische behandelingen voor schizofrenie werken door
de overdracht van dopamine te veranderen.
Genetisch onderzoek aangetoond dat mutatie in het COMT-gen het
dopaminemetabolisme in de frontale kwabben beïnvloedt. COmT is een
van de vele enzymen die cruciaal zijn voor de afbraak van dopamine (en
andere gerelateerde neuromodulatoren).
Onderzoek Deze bevinding suggereert dat een mutatie in één soort gen
slechts een kleine verandering in de cognitieve prestaties veroorzaakt,
maar dat een combinatie van mutaties in veel verschillende genen iemand
voorbij een omslagpunt in een categorie met een hoog risico op
schizofrenie kan duwen.
Net als schizofrenie is ADHD een erfelijke psychiatrische stoornis.
Net als sommige genen die geassocieerd zijn met schizofrenie, reguleren
genen die verband houden ADHD de functie van dopamine in de hersenen.
Het bestuderen van mentale aandoeningen zoals schizofrenie en ADHD is
moeilijk vanwege het gebrek aan duidelijke ziektemarkers
,Chapter 9: working memory and cognitive control
Belangrijke definities:
Werkgeheugen: het actieve onderhoud en manipulatie van het
kortetermijngeheugen
Cognitive control / cognitieve controle: de manipulatie en
toepassing van het werkgeheugen voor planning, taakwisseling,
aandacht, stimulusselectie en het remmen van ongepast reflexief
gedrag.
Sensorisch geheugen: korte, voorbijgaande sensaties van wat
zojuist is waargenomen als iemand iets ziet, hoort of proeft.
Visueel sensorisch geheugen: de tijdelijke opslag in het
sensorische geheugen voor informatie die door uw visuele systeem
wordt waargenomen
Kortetermijngeheugen: een tijdelijk geheugen dat in stand wordt
gehouden door actieve repetitie
Langetermijngeheugen: permanente of vrijwel permanente
opslag van geheugen die langer duurt dan een periode van bewust
aandacht
9.1 gedragsprocessen
Volgens het Atkinson-Shiffrin model van geheugen, gaat de
inkomende informatie (input) eerst door de sensory memory. Dit geheugen
maakt een onderscheid tussen auditory (auditief), visueel en haptic
(gerelateerd aan gevoel van aanraking). Als de persoon aandacht besteed
aan bepaalde aspecten van het sensorisch geheugen gaat het naar het
kortetermijngeheugen, ook wel STM genoemd. Vanaf dit punt kan het door
verschillende control processen gaan zoals rehearsal. En misschien komt
het uiteindelijk terecht in het langetermijngeheugen (LTM). Dit geheugen
wordt gezien als permanent.
Verschillende type geheugen:
Sensory memory: korte, voorbijgaande sensatie van wat zojuist is
waargenomen door zien, horen, proeven; informatie vergaat
automatisch en snel
, Short-term memory: informatie kan worden bewaard zolang deze
wordt gerepeteerd of er bewust aandacht aan wordt besteed (duurt
seconden tot minuten)
Long-term memory: herinneringen kunnen voor lange perioden,
mogelijk permanent, worden bewaard, zonder dat er voortdurend
onderhoud of bewuste aandacht voor nodig is.
Sensorisch geheugen
Volgens Atkinson zijn voorbijgaande herinneringen (transient
memories): mentale representaties van korte duur, die soms maar een
paar seconden bestaan. Er zijn twee soorten van dit geheugen: sensorisch
geheugen en kortetermijngeheugen.
Hoe meten? Sperlinger-taak.
Deze taak meet de mogelijkheden van het visueel sensorisch geheugen.
Bij deze taak krijgt de deelnemer kort drie rijen van vier letters te zien. Na
deze korte tijd moeten ze zoveel letters onthouden als ze zien. Resultaten
zijn dat deelnemers 4 tot 5 letters kunnen onthouden, maar dat ze ook
weten dat ze meer in hun hersenen hebben geregistreerd.
Kortetermijngeheugen
Het kortetermijngeheugen van een volwassen mens bedraagt maximaal 7
items. Belangrijk om op te merken is dat Miller betoogde dat er een reeks
kortetermijngeheugencapaciteiten bestaat die zich op vijf items
concentreren, maar bij de meeste mensen varieert van ongeveer 5 tot 9.
De lagere limieten komen vaker voor dan de hogere. Hoe dan ook, het
heeft geen onbeperkte capaciteit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imketeunissen01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.