Hoorcollege 1; introductie & Habsburgse Kunst- und Wunderkammer
- Thema; relatie kunst en natuur
- Hoe verhielden natuur en kunst zich in de Habsburgse Kunst- und Wunderkammern?
Welke relatie gingen ze met elkaar aan?
Voorbeelden van de relevantie van het vak:
1. Humboldt Forum
- Vernoemd naar twee broers
> één is naar amerika afgereisd in de 19e eeuw; Alexander
> één heeft een universiteit in Berlijn gesticht; Wilhelm en hij staat bekend om
zijn taalonderzoek en de vorming van het begrip Bildung
- Het gebouw staat midden in Berlijn; een nieuw gebouw destijds. Het is een
replica van een paleis van Duitse keizers en pruisische koningen.
- Het Forum houdt een niet- Europese collectie aan, dus er worden niet- Europese
culturen gerepresenteerd. Het museum moest een dialoog aangaan met vijf
musea die de westerse cultuur representeren
> Het is een enorm complex; 6 verschillende musea/ afdelingen/
tentoonstellingen. Het gaat hier om het belang van verzamelen.
- Het idee van het forum: in Berlijn waren de collecties verspreid geraakt. Dus de
collecties die in Berlijn zijn begonnen zijn verspreid over Europa. Het forum was
de plek die de collecties weer op de originele plek terugbracht. De collectie was
begonnen bij de pruisische keizer en het idee was om weer terug te gaan naar
de oorsprong, naar zijn paleis die een Kunstkamer had
- Toch was er een omstreden rondom het museum, want de collectie is op een
bizarre manier in Europa gekomen, namelijk via roofkunst. Er kleeft dus veel
narigheid en bloed op die objecten.
> Kunsthistorica Savoy zat in het team van de voorbereiding van de collecties
van het museum. Ze vond het ongepast om niet- Westerse objecten uit
verdachte omstandigheden in Europa tentoon te stellen. Er kleeft veel bloed aan.
Het idee was om andere culturen mooi te representeren in plaats de dialoog aan
te gaan. Zij vond dat ze meer geschiedenis moest vertellen. Hoe komen we aan
de objecten en hoe verhouden we ons daartoe? Koloniaal bezit is een discussie
die een grote rol speelt in Westerse musea en hier dus ook. Een niet- westerse
collectie presenteren in een traditioneel duits gebouw dat verwijst naar de
geschiedenis van Duitsland is vreemd. Het forum wordt geassocieerd met het
Pruisische ballisme; keizer Wilhelm I en hij wordt gezien als de aanstichter van
WOI en hier regeerden ook de nazi’s, dus het klopt niet samen. Het kruis op de
koepel kan ook niet, want een westers christelijk kruis klopt niet met de
presentatie. Je gaat een soort dialoog aan met andere culturen, dus dit past niet.
, 2. Rijksmuseum;
- Was eerst ook op verschillende manieren ingedeeld, namelijk schilderkunst,
beeldhouwkunst, etc. en toen kwam er een discussie rondom het ‘nieuwe
rijksmuseum’. Men vond dat de collectie vermengd moest worden of per
discipline. Historici hebben gewonnen; het is een chronologisch patroon
geworden. Het is een gemengde presentatie geworden die te koppelen is aan de
enorme aandacht die de geschiedenis van het verzamelen heeft gehad.
> een van de verdiensten van de geschiedenis van het verzamelen is dat we ons
er steeds bewuster van zijn geworden dat je je specialiseert.
> Het teruggrijpen naar gemengde presentaties leidt tot de geschiedenis van het
verzamelen; je specialiseert je, maar er vallen ook veel gevallen buiten die
grensgebieden. Er is nooit aandacht besteed aan verzamelingen in totaal; alleen
de specialisaties en de mensen kwamen kijken naar hun specialismen. Dit kwam
pas 50 jaar geleden op. Heel veel musea gaan zich dan nu ook reconstrueren;
teruggaan naar de oorsprong.
> Moderne kunstenaars gaan ook terug naar de ‘tekentafel’, men kijkt naar het
archief en de schepping van kunst en/of kunstenaarsschap. Ze grijpen terug naar
de kunst- und wunderkammers en creëren veelal hun eigen universum.
- Het Rijksmuseum is gebouwd vanuit een nationalistisch gevoel, het vieren van
de geschiedenis van Nederland. Het toonde de ontwikkeling van de schilderkunst
met Rembrandt als altaarstuk van de Nederlandse cultuur.
Er komt ook kritiek op de Wunderkammer; als koloniale praktijk, want er komen objecten uit
verre gebieden in Europa.
Hedendaagse tendensen;
- Neiging tot reconstructies
- Terug naar gemengde presentaties
- Slechten van disciplinaire grenzen
- Institutionele reflectie en kritiek
- Kunstenaars grijpen terug op gedachtengoed
- Tentoonstellingsmakers grijpen terug op gedachtengoed
- Postkoloniale kritiek
Michel Foucault, Les mots et les choses
- De orde van de dingen van de collecties en wat dat zegt
- Foucault beweert dat hij een oude chinese encyclopedie had gevonden (heeft niet
bestaan) en hier stond een classificatie van de dieren in.
> het wonderlijke van deze taxonomie is dat we met een sprong, dankzij wat ons in de
fabel wordt voorgehouden als de exotische charme van een andere manier van denken,
stuiten op de grenzen van ons denken; de onverbloemde onmogelijkheid om dat te
denken.
, > Wij zijn niet meer in staat om zo te denken en het doel met het bekijken van
verzamelen is om dat enigszins weer aan te voelen. We gaan begrijpen waarom men die
dingen deed die ze deden. Ashworth is hier een voorbeeld van. Hij kruipt in de huid van
de Renaissance mens om te begrijpen waarom ze de dingen deden zoals ze dat deden.
Dat gaat in zijn tekst meer over natuurhistorisch onderzoek
- We delen nog steeds in adhv epistemes (wereldbeelden) volgens Foucault.
Een voorbeeld van emblematisch denken is de studiolo van Ferdinand de Medici in Florence in
de 16e/17e eeuw.
Een voorbeeld van het klassieke episteme uit de 18e eeuw is de Kunstkammer in St.
Petersburg van Peter de Grote.
- Dit is een voorbeeld van systematisch denken in de 18e eeuw en het was echt een
kennis paleis; in de ene vleugel had je boeken, kennis in woord. Aan de andere kant had
je objecten, kennis in realia (echte objecten). De eerste twee verdiepingen dieren en op
de bovenste de artificialia, dus de kunstvoorwerpen. In het midden was er een
anatomisch theater met een enorme globe en aan de top kon je de hemel (astronomie)
bestuderen.
- Alles was soort bij soort, dus er waren geen dwarsverbanden zoals bij de Kunst- und
Wunderkammer. Het was een totaaloverzicht van wat de wereld te bieden had, zowel in
de natuur als de kunsten.
Collecties in de Renaissance tijd werden Kunst- und Wunderkammern genoemd in Duitsland en
Studiolo in Italië.
Ferdinand II van Tirol (1529 - 95)
- Hij woonde in Slot Ambras en hier had hij een Kunst- und Wunderkammern.
- Hij had een persoonlijke interesse voor wereldse zaken, wapentuigen en harnassen. Zijn
neef Rudolf had interesse in esoterische zaken, zoals natuurwetenschappen en
astrologie, etc.
- Hij was internationaler gericht dan zijn neef
Portret van Ferdinand II; hoe kijkt een Renaissance mens hiernaar?
- We zien een vorst met een knuppel.
> Iconologisch gezien; Heracles had ook een knuppel vast en hij was de held van kracht
en deugdzaamheid. De mythologie was erg belangrijk tijdens de Renaissance.
- de verhouding kunst- en natuur; guirlandes met bloemen. Daarnaast zien we op de
achtergrond; aan de linkerkant zien we de voet van een pilaar en dit staat voor
standvastigheid en deze pilaar bestaat uit marmer, porfier en metaal; de bewerkte natuur
waar de mens wat mee heeft gedaan heeft. Rechts zien we een gebergte en daar komt
het materiaal vandaan. Vanuit de perceptie van iemand uit de 16e eeuw zie het verband
tussen de twee en dat zie je terug in de collectie van Ferdinand II.
, Habsburgse collecties;
- De Habsburgers hadden een enorm rijk in Europa.
- De vorsten waren verwant aan elkaar en hierdoor was er veel wederzijdse beïnvloeding.
De competitie was wie de beste verzameling had. Ferdinand II z’n zus was getrouwd
met Francesco de’ Medici; het was dus een grote familie met allemaal verbanden.
Sloss Ambras:
- Dit is het beginpunt van de geschiedenis van het verzamelen, omdat tussen 1570 en
1589 een nieuw deel werd gebouwd
> Er werd een deel gebouwd met verschillende vertrekken speciaal voor het
onderbrengen van een verzameling en dat was voor het eerst in de Europese
geschiedenis en dit is dus het beginpunt.
> deze collecties waren vooral toegankelijk voor hovelingen, maar ook niet zomaar. Het
had vooral met vermaak te maken, dus als er een feest was en je had wat drankjes op
was het leuker om de collecties te bekijken.
- Het slot had verschillende vertrekken voor de verzameling harnassen en wapentuig. Dit
was van hemzelf en belangrijk veldheren uit het verleden, dus een historische
verzameling. Daarnaast zien we ook nagemaakte paarden met toernooien uit het
verleden.
- De kunst- und wunderkammern was gelinkt aan de bibliotheek. Dus de kennis van de
objecten en de geschreven kennis waren gelinkt.
De term Kunst- und Wunderkammer komt ook van Ferdinand II
- Hij stierf in 1596 en er werd toen een inventaris opgesteld van zijn collectie. Daar werd
voor het eerst de term gebruikt en werd later in 1990 gebruikt als typenaam.
- Deze Duitse term komt dus uit een document van de verzameling van Ferdinand II en
door dit document hebben ze in de jaren 70 een reconstructie gemaakt van deze kunst-
und wunderkammers in het slot;
> De kasten hadden een kleur gekregen en werden ingedeeld vanuit materiaal. Het was
niet geheel systematisch. Objecten uit de natuur en dat wat de menselijke hand ermee
kon doen, die werden bij elkaar getoond, maar ook bijvoorbeeld verschillende
steensoorten, fossielen en dat wat de mens van steen maakte. Dus het materiaal was
belangrijk voor de indeling ( weer verhouding kunst en natuur)
> Alles stond in kasten en het werd getoond op een tafel als mensen kwamen kijken. Het
was dus een lange ruimten (anders dan de studiolo in italië) en er waren veel ramen en
daardoor kon er contact worden gehouden met de natuur buiten (verhouding kunst en
natuur)
> Mensen werden beloond met een bezoek; het werd eruit gehaald en besproken.
- De Kunst- und Wunderkammer ontstond in de 16e eeuw. De eerste vermelding van een
‘Kunstkammer’ dateert van 1550 en heeft betrekking op keizer Ferdinand I. Het betrof
een opzichzelfstaande verzameling schilderijen, kostbaarheden, bekers, spelen en
naturalia. Niet veel later komt de term ‘Wunderkammer’ voor; in de in 1564- 1566
geschreven kroniek van graven von Zimmern. In zijn kamer waren zeldzame naturalia,
zoals koralen, maar vooral rariteiten als alruinen en vergroeide geweien. Er ontstond een
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller laurevtl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.44. You're not tied to anything after your purchase.