RADIODIAGNOSTIEK
Introductie CT: RD05-01, 02,
de verschillende onderdelen van de CT-scanner benoemen en aanwijzen.
CT- Bouw
Röntgenbuis - straalt
Inverter - zet analoog om in digitaal signaal
Collimator
Koelsysteem en olietank
Detectoren - detecteren straling
Data acquisitie systeem
de functie van de verschillende onderdelen van de CT-scanner uitleggen.
CT- Bouw
Röntgenbuis - straalt
Inverter - zet analoog om in digitaal signaal
Collimator
Koelsysteem en olietank
Detectoren - detecteren straling
Data acquisitie systeem
uitleggen hoe je een patiënt positioneert op de CT-tafel en waarom.
Röntgenbuis en detector draaien continue 360 graden rondom patiënt, patiënt
schuift door de gantry
het principe van computertomografie (CT) uitleggen.
Werking CT
Röntgenbuis - detector —> krijgt 3D informatie in een 2D opname =
overprojectie.
RADIODIAGNOSTIEK 1
, Röntgenbuis en detector draaien continue 360 graden rondom patiënt, patiënt
schuift door de gantry
Minimaal 180 graden aan data verzamelen voor het kunnen reconstrueren van
een beeld.
Röntgenbuis straalt, fotonen opgevangen door detectorboog, omgezet in licht,
omgezet in elektrisch signaal, omgezet door analoog digitaal inverter, kan
verwerkt worden
schematisch een CT-scanner tekenen en de verschillende onderdelen
benoemen.
uitleggen wat een projectie/view is.
Ray= dat deel dat op 1 detectorelement valt
View= hele bundel van rays op de xy-as
Meerdere views nodig om een beeld te vormen
benoemen hoeveel data er nodig is om een beeld te reconstrueren.
RADIODIAGNOSTIEK 2
, 180 graden
uitleggen wat de functie van een kernel (convolutiefilter), collimator en wedge
is.
Bewerking ruwe data
—> reconstructiefilter (kernel, FC-filter, convolutiefilter)
= mathematisch proces voor reconstructie ruwe data
Scherpe filters, hoog getal = betere spatiële resolutie, minder
contrastresolutie, wel meer ruis. Geschikt voor botten
Smooth/zachte filters, laag getal= ruis verminderen, contrastresolutie
verbeteren, spatiële resolutie omlaag. Geschikt voor abdomen
uitleggen waarom positioneren in het isocentrum belangrijk is en wat de
gevolgen zijn voor dosis en beeldkwaliteit als positionering afwijkt.
Te maken met de AEC?
aangeven waar in het systeem de acquisitiecoupedikte (z-as) wordt bepaald.
RADIODIAGNOSTIEK 3
Introductie CT: RD05-01, 02,
de verschillende onderdelen van de CT-scanner benoemen en aanwijzen.
CT- Bouw
Röntgenbuis - straalt
Inverter - zet analoog om in digitaal signaal
Collimator
Koelsysteem en olietank
Detectoren - detecteren straling
Data acquisitie systeem
de functie van de verschillende onderdelen van de CT-scanner uitleggen.
CT- Bouw
Röntgenbuis - straalt
Inverter - zet analoog om in digitaal signaal
Collimator
Koelsysteem en olietank
Detectoren - detecteren straling
Data acquisitie systeem
uitleggen hoe je een patiënt positioneert op de CT-tafel en waarom.
Röntgenbuis en detector draaien continue 360 graden rondom patiënt, patiënt
schuift door de gantry
het principe van computertomografie (CT) uitleggen.
Werking CT
Röntgenbuis - detector —> krijgt 3D informatie in een 2D opname =
overprojectie.
RADIODIAGNOSTIEK 1
, Röntgenbuis en detector draaien continue 360 graden rondom patiënt, patiënt
schuift door de gantry
Minimaal 180 graden aan data verzamelen voor het kunnen reconstrueren van
een beeld.
Röntgenbuis straalt, fotonen opgevangen door detectorboog, omgezet in licht,
omgezet in elektrisch signaal, omgezet door analoog digitaal inverter, kan
verwerkt worden
schematisch een CT-scanner tekenen en de verschillende onderdelen
benoemen.
uitleggen wat een projectie/view is.
Ray= dat deel dat op 1 detectorelement valt
View= hele bundel van rays op de xy-as
Meerdere views nodig om een beeld te vormen
benoemen hoeveel data er nodig is om een beeld te reconstrueren.
RADIODIAGNOSTIEK 2
, 180 graden
uitleggen wat de functie van een kernel (convolutiefilter), collimator en wedge
is.
Bewerking ruwe data
—> reconstructiefilter (kernel, FC-filter, convolutiefilter)
= mathematisch proces voor reconstructie ruwe data
Scherpe filters, hoog getal = betere spatiële resolutie, minder
contrastresolutie, wel meer ruis. Geschikt voor botten
Smooth/zachte filters, laag getal= ruis verminderen, contrastresolutie
verbeteren, spatiële resolutie omlaag. Geschikt voor abdomen
uitleggen waarom positioneren in het isocentrum belangrijk is en wat de
gevolgen zijn voor dosis en beeldkwaliteit als positionering afwijkt.
Te maken met de AEC?
aangeven waar in het systeem de acquisitiecoupedikte (z-as) wordt bepaald.
RADIODIAGNOSTIEK 3