Inhoud
EPA; AZ-FO-3 (BAZ) samenvatting:.........................................................................................................1
Verpleegkundige Aspecten bij O2 toediening.....................................................................................1
Zuurbase evenwicht:..........................................................................................................................2
Respiratoire regulatie:....................................................................................................................4
Metabole regulatie:........................................................................................................................4
Refentie waarden normale bloedgaswaarde:.....................................................................................4
Metabole acidose:..............................................................................................................................4
Metabole alkalose:.............................................................................................................................5
Respiratoire acidose:..........................................................................................................................7
Respiratoire alkalose:.........................................................................................................................8
ECG beoordelen aan de hand van 7 + 2 stappen:...............................................................................9
Stap 1 het ritme..................................................................................................................................9
Stap 2 de hartfrequentie....................................................................................................................9
Stap 3 geleidingstijden........................................................................................................................9
Stap 4 hartas.....................................................................................................................................10
Stap 5 P-top mofrologie....................................................................................................................10
Stap 6 QRS-mofrologie.....................................................................................................................10
Stap 7 ST- mofrologie.......................................................................................................................10
Lokalisatie infarct gebied ECG:.........................................................................................................10
Stap 7 + 1 oud ECG...........................................................................................................................11
Stap 7+2 conclusie............................................................................................................................11
Ritmestoornissen:.............................................................................................................................11
Supraventriculaire ritmestoornisen:.............................................................................................11
Ventriculaire ritmestoornissen:....................................................................................................14
Geleidingsstoornissen:......................................................................................................................16
Intraventriculaire geleidingsstoornissen:......................................................................................17
Verpleegkundige Aspecten bij O2 toediening
Begrippen:
, - Flow: volumestroom van lucht-zuurstofmengsel (L/Min).
- Low-flow: kamerlucht met zuurstof toevoeging. Stroomsnelheid 1-15 L/Min. De luchtstroom die bij de
patient naar binnen gaat laag. Via de neusbril wordt een klein beetje lucht en soms ook zuurstof in de
neus geblazen. Deze lucht geeft een prikkel aan de longen om te blijven ademen. Deze vorm van
ondersteuning noemen we low-flow
- High-flow: kamerlucht met zuurstof toevoeging. Stroomsnelheid tot 60 L/Minde luchtstroom die bij de
patient naar binnen gaat hoog. High-flow kan de zuurstof bevochtiged en verwarmd worden, waardoor
een grotere luchtstroom met meer zuurstof gegeven kan worden.
- PEEP: Positieve Eind Expiratoire pressure. De druk, die aan het einde van de uitademing overblijft in
de luchtwegem
- NPPV: Non invasive positive pressure ventilation. Is een verzamelnaam. Is een behandeling bij acute
ernstige benauwdheid. Hiebrij is er geen sprake van intubatie
Een surfactant is een oppervlakte-actieve stof die de oppervlaktespanning van vloeistof kan verlagen.
Door dit stofje wordt de uitwisseling van ademhalingsgassen in de longen vermakkelijkt. Het verlaagt
de oppervlaktespanning van de longblaasjes (alveoli), waardoor deze open blijven (niet vacuum
zuigen)tijdens de ademhaling en de zuurstof in de bloedbaan terecht komt.
Complicaties O2 toediening:
- Beschadiging trilhaar epitheel
- Beschadiging surfactant
- Mogelijk V/P mismatch bij COPD patienten
- Vrije O2 radicalen
Bewaking/ observatie:
Monitor: hartritme, bloeddruk, saturatie, respiratie. (respiratoire insufficientie uit te sluiten bloedgas
Zuurbase evenwicht:
Het zuurbase evenwicht is letterlijk een evenwicht tussen de hoeveelheid zuren en basen. Dat drukken
we uit in PH. In het kader van homeostase blijft de PH van het bloed altijd tussen 7,35 en 7,45. Het
hoeft maar een klein beetje aftewijken voor een levensbedreigende situatie. Daarom heeft ons lichaam
, meerdere buffersystemen om het zurebase evenwicht te bewaren: het eiwitbuffer systeem, het fosfaat
buffersysteem en het bicarbonaat buffer systeem. Als het bloed te zuur wordt noemen we dat acidose
en als bloed te basisch wordt noemen we dat alkalose. Stel er komt heel veel H+ ionen in het bloed,
dan zal het weggevangen worden door het bicarbonaat en ontstaat er koolzuur. Dan is het zuur weg en
zal de PH behouden blijven. Buffers kunnen uitgeput raken en daarom komen we in de situatie acidose
en alkalose ontstaan. Dit kan ontstaan door de longen of nieren. Het menselijk lichaam is
levensverenigbaar met een pH van 6,80- 7,80 bij een lichaamstemperatuur van 37 graden.
- Respiratoire acidose: betekent letterlijk door de longen is het bloed te zuur. Er is een te hoge CO2
waarde in het bloed. Dit komt voor bij ziektenbeelden waar sprake is van een hypoventilatie.
Zoals: COPD, sedatie, anesthesie, hoofd trauma, neuromusculaire mechanische ventilatie
- Respiratoire alkalose: betekent letterlijk door de longen is het bloed te basisch. Hierbij is er te
weinig CO2 aanwezig. Door afwezigheid van zuur wordt het bloed dus basisch. Dit kan je zien bij
te veel afblazen van CO2. Oftewel hyperventilatie.
- Metabole acidose: betekent letterlijk door de nieren is het bloed te zuur. Er is te veel zuur of te
weinig base. Dit zie je onderandere bij diabetische ketoacidose, alcohol intoxicatie, nierfalen,
rhambdomyolyse (=een heftige spierafbraak).
- Metabole alkalose: door de nieren is het bloed te basisch. Er wordt te veel H+ ionen
uitgescheiden, of er is te veel bicarbonaat aanwezig. Dit zien we bij braken, diuretica gebruik,
kalium tekort, of bij een hoge natriumbicarbonaat intake.
Wat het lichaam dan gaat doen is compenseren. Als er iets mis gaat in de longen gaan de nieren
compenseren. En als er iets mis gaat in de nieren gaan de longen compenseren. Dit noemen we dan
respiratoire of metabool compenseren. Respiratoire compenseren kunnen we heel snel: we gaan
gewoon sneller of langzamer ademhalen. Metabool compenseren gaat langzamer, het duurt dan nog
een aantal dagen omdat de nieren dan nog even moeten aanpassen.
- Bij een respiratoire acidose is het bloed te zuur door de longen. Hierbij zien we dat de nieren
gaan proberen het bloed basischer te maken. Dit doen zei door veel bicarbonaat vast te houden.
Hierdoor zal de PH richting de normaal waarde gaan.
- Bij respiratoire alkalose is het bloed basisch door door de longen. We zullen zien dat de nieren
juist bicarbonaat gaan uitscheiden om wat base kwijt te raken.
- Bij metabool acidose is het bloed te zuur door de nieren. Hierbij gaan de longen compenseren.
Dus gaan we CO2 afblazen door sneller adem te halen (hyperventilatie)
- Bij metabool alkalose is het bloed basisch door de nieren, we gaan dan juist CO2 vast houden
door langzamer te gaan ademen (hypoventilatie)
- Stijging van HCO3 -> geeft een stijging van de pH
- Daling van de HCO3 -> geeft daling van de pH
- Stijging van de CO2 -> geeft daling van de pH
- Daling van de CO2 -> geeft stijging van de pH.
De regulatie van de CO2 waarde gaat via de longen dit kan je doormiddel van sneller of langzamer
ademen veranderen. Dit kan in enkele minuten veranderen. De regulatie van HCO3 waarde gaat via de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisabroekhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.97. You're not tied to anything after your purchase.