EPA: REC-4 Hoog complexe zorg verlenen aan een
(volwassen)zorgvrager op de recovery
Definitie van shock:
Shock kan omschreven worden als een discrepantie tussen zuurstofaanvraag en zuurstofaanbod op
celniveau. Als gevolg hiervan worden energievragende processen in de cel verstoord, met uiteindelijk
orgaanfalen tot gevolg.
Voor een adequate zuurstoftoevoer naar de cel is niet alleen de pompfunctie van het hart van belang,
maar is ook de aanwezigheid van hemoglobine nodig om zuurstof te binden en weer af te geven aan de
weefsels.
De bloeddruk kan bij een shock wel verlaagd zijn. Meestal betekent dit dat de
compensatiemechanismen onvoldoende in staat zijn om de bloeddruk op peil te houden.
Het lichaam heeft 4 compensatiemechanismes om een zuurstoftekort op te vangen:
- De meest vormen van shock neemt eerst de extractie van zuurstof uit het bloed toe. Het
veneuze bloed stroomt dan met een lagere zuurstofsaturatie dan normaal terug naar de rechter
harthelft.
- Om afgifte van zuurstof aan de weefsels te vergemakkelijken, verschuift de
zuurstofdissociatiecurve. Deze curve beschrift de s-vormige relatie tussen de vrije zuurstof
(PaO2) en de hemoglobine gebonden zuurstof (zuurstofsaturatie, SaO2). Bij een lagere
zuurstofspanning van de ongebonden zuurstof blijft de zuurstofsaturatie, en daarmee de
transportcapaciteit, toch op peil.
- Als de eerste twee compensatiemechanismes te kort schieten, wordt ten koste van niet-
essentiele organen als de huid en de spieren de doorbloeding van het breind, het hart en de
nieren zo lang mogelijk gehandhaafd. Door delen van het vaatbed af te sluiten
(vasoconstrictie) en een toename van de hartfrequentie blift de bloeddruk op peil. Dit is de
fase van een gecompenseerde shock.
- Uit eindelijk kan de cel zonder zuurstof ook nog enige tijd energie opwekken. Deze anerobe
verbranding is echter minder efficient dan onder omstandigheden met zuurstof en gaat gepaard
met het vrijkomen van lactaat.
Symptomen shock:
- Tachypneu (ademhaling meer dan 20 per minuut); als het hart minuutvolume tekortschiet.
Ontstaan er in de long minder goede doorstroomde (geperfundeerde) gebieden. Als gevolg
hiervan ontstaat er regio’s die niet goed geperfundeerd, maar wel geventileerd zijn (dode
ruimte). Het ontbreken van afstemming tussen ventilatie en perfusie wordt een
ventilatie/perfusie (V/Q-) mismatch genoemd. Daardoor moeten patienten sneller ademen om
voldoende koolzuur te kunnen afblazen.
- Tachycardie (hartfrequentie meer dan 100 per minuut); bij een te kort aan circulerend
volume compenseert het hart dit in eerste instatie door de hartfrequentie te verhogen, om het
hartminuutvolume weer te laten voldoend aan de vraag. Meestal is dit een sinustachycardie.
- Veranderde kleur en temperatuur van huid en ledenmaten; als de bloedomloop te kort
schiet, probeert het lichaam door middel van vasoconstrictie van de arteriolen en venen de
perfusiedruk op peil te houden en neemt de doorbloeidng naar minder vitale (perifere) delen
af. Je kan dit beoordelen doormiddel van:
Huidtemperatuur; ten gevolge van vasoconstrictie en verminderde perfusie van de
huid zal de temperatuur lager worden.
Capillaire refil; is de tijd die nodig is om weer kleur te krijgen in een distaal capillair
netwerk nadat er druk op is uitgeoefend
Mottling score; het ontstaan van gemarmerde huid, veelal op de knieen van de patient
, - Oliegurie (diurese minder dan 0,5ml/kg/uur); een afgenomen urineproductie.
- Veranderd bewustzijn; door verminderde doorbloeidng van het brein kan leiden tot allerlei
weinig specifieke symptomen
- Metabole acidose;
SaO2 Arteriele zuurstofsaturatie, zuurstof gebonden aan hemoglobine in het arteriele systeem
PaO2 Arteriele zuurstofspanning, ongebonden zuurstof in het arteriele systeem
ScvO2 Centraal veneuze zuurstofsaturatie, zuurstofgebonden aan hemoglobine in de vena cava
SvO2 Gemengde veneuze zuurstofsaturatie, zuurstof gebonden aan hemoglobine in de arteria
pulmonalis
Preload: De preload is de mate van rek in de hartspiervezels aan het eind van de diastole. Deze komt
overeen met de einddisstolisch volume van het hart.
Contractiliteit (inotropie): is de mogelijkheid van het myocard om onafhankelijk van de effecten van
preload en afterload te contraheren
Afterload: is de mate van weerstand waartegen het hart moet uitpompen. De eerste weerstand is de
bloedmassa zelf die weggepompt moet worden vervolgens ondervindt het hart weerstand door de
systolische en diastolische druk in de aorta
Frank-Starling: De CO wordt voornamelijk door het veneuze aanbod bepaald. De kracht van de
ventrikelcontractie is groter en het slagvolume is hoger naarmate de hartspier meer is uitgerekt, zoals
gebeurd bij een toegenomen veneuze return.
Wanneer de hartspier bij een stijging van de veneuze return verder uitrekt, bereikt de afstand tussen de
actine en myosinefilamenten ongeveer de grootte die optimaal is voor een maximale contractie.
Hierdoor nemen de kracht van de ventrikelcontractie en daardoor het slagvolume toe.
Een toename van de veneuze return leidt tevens tot een grotere uitrekking van de spier van het rechter
atrium. Door deze uitrekking neemt de hartfrequentie met 10-20% toe, waardoor de hoeveelheid bloed
toeneemt die per minuut in de circulatie wordt gepompt.
Zuurstofaanbod en zuurstofverbruik:
De totale zuurstoftransportcapaciteit (DO2) is afhankelijk van meerdere variabele. Dit is afhankelijk
vande hoeveelheid zuurstof het arteriele bloed bevat. Deze is met name afhankelijk van de aan
hemoglobine (HB) gebonden zuurstof (oxyhemoglobine). Daarnaast is er een deel dat opgelost is in
het bloed, de PaO2. Dit deel is zeer beperkt van invloed op de zuurstofcontent. Tot slot de cardica
output (CO) een belangrijke factor: hoe meer bloed wordt rondgepompt, hoe groter het aanbod.
Idelaliter zijn DO2 en VO2 in balans. Bij shock is dat niet het geval. Een verlaagde centraal of
gemengd veneuze zuurstofsaturatie wijst op een verhoogde zuurstofextractie, een
compensatiemechanisme van het lichaam bij een verminderd zuurstof aanbod.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisabroekhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.14. You're not tied to anything after your purchase.